’t Hart ziet volgens vriendin op tegen ‘heisa’ P.C. Hooft-prijs
Schrijver Maarten ’t Hart „ziet erg op tegen alle heisa en aandacht” die gepaard gaan met het winnen van de P.C. Hooft-prijs. Dat zei zijn goede vriendin Mensje van Keulen in het radioprogramma Met het Oog op Morgen op NPO Radio 1. Het Literatuurmuseum maakte dinsdagavond bekend dat de schrijver de prijs binnenkort ontvangt.
„Ik heb hem meteen gebeld en vroeg: ‘ben je er blij mee?’” vertelde Van Keulen. „Hij was heel verwonderd en verbaasd. In de jaren tachtig zeiden we al tegen elkaar: ‘dat is een prijs die een van ons nooit zal krijgen’. En hij ziet op tegen alle heisa en aandacht. Hij heeft geen zin in al die aandacht.”
De auteur kampt de laatste jaren met veel fysieke ongemakken. „Hij heeft een herseninfarct gehad, hij heeft iets aan zijn hart, hij is een keer gevallen en heeft wat gebroken”, zei zijn goede vriendin. Geestelijk kwakkelt ’t Hart overigens nog niet: „Alleen het schrijven houdt hij nu even wat terzijde.”
Wat de schrijver met het prijzengeld van 60.000 euro gaat doen, weet Van Keulen niet. „Ik zei hem: ‘je kan nu eindelijk een paar tuinmannen nemen om je tuin bij te houden’”, aldus Van Keulen.
De Volkskrant sprak kort met de schrijver nadat de onderscheiding was bekendgemaakt. „Ik ben heel gelukkig met de erkenning, maar ik ben al 80, een wrak en ik schrijf niet meer”, zegt ’t Hart woensdag tegen de krant. „Als ik in de spiegel kijk, zie ik een soort gnoom. De prijs komt te laat.”