Notre-Dame in Parijs na brand heropend: „Grote naties kunnen het onmogelijke bereiken”
Meer dan vijf jaar nadat een verwoestende brand de Notre-Dame in Parijs voor een deel in de as legde, is de kathedraal weer open voor het publiek. „Grote naties kunnen het onmogelijke bereiken.”
Voor de toegestroomde menigte is het deze zaterdag lastig om de dertiende-eeuwse kathedraal van dichtbij te bewonderen. Alleen gasten krijgen toegang tot het gotische gebouw. Daar worden regeringsleiders en mensen van naam ontvangen: de Franse president Emmanuel Macron, zijn Oekraïense collega Volodymyr Zelensky, de Amerikaanse first lady Jill Biden, aankomend president Donald Trump (en ondernemer Elon Musk), de Belgische koning Filip en zijn vrouw Mathilde, Albert II van Monaco, de Engelse kroonprins William. En de Nederlandse premier Dick Schoof .
Zesduizend zwaarbewapende politiemensen en militairen dirigeren kijkers achter ijzeren dranghekken. Een scherpschutter is nog net zichtbaar in de westelijke kerktoren. Er is een „zeer hoge terroristische dreiging”, laat de gendarmerie weten, maar dat lijkt weinig mensen te deren. Alexis, van de politie uit Rouen, voorziet geen problemen. „Mensen zijn blij dat de Notre-Dame, die belangrijk is voor onze cultuur, weer opengaat. Ik denk dat iedereen het naar zijn zin heeft.”
„Ik denk dat iedereen het naar zijn zin heeft” - Alexis, politieman uit Rouen
Rond de middeleeuwse kerk, gelegen op het Île de la Cité, staan grote videoschermen opgesteld. Vanaf de kaden aan de overkant van de Seine kijken duizenden mensen, in storm en regen, naar wat er op het plein en binnen in de kerk gebeurt.
Adrien Limoal, een twintiger, staat op de Quai de Montebello. Hij woont nu twee jaar in Parijs, voor zijn werk in de informatietechnologie. De Notre-Dame is een van de bekendste monumenten van het land, zegt hij, en ook belangrijk voor de Franse geschiedenis.
Limoal weet het nog precies, die avond in april 2019, toen vlammen de 19e-eeuwse torenspits en het deels 13e-eeuwse dak van de kathedraal verslonden. De schok was groot. Opeens bleek het nationale icoon kwetsbaar, brandbaar.
De aan de maagd Maria gewijde kerk is namelijk meer dan zomaar een gebouw. Het vertelt de geschiedenis van Frankrijk: van de bouwplannen van koning Lodewijk VII in de twaalfde eeuw, van Napoleon die zichzelf in 1804 tot keizer kroonde, van generaal Charles de Gaulle die bij de bevrijding van Frankrijk in 1944 kalm de Notre-Dame binnenwandelde, terwijl hij door Duitse schutters onder vuur werd genomen.
„De Notre-Dame is een symbool van onze geschiedenis, onze cultuur en onze gedeelde waarden”, stelde Macron. Een dag na de brand, de as gloeide nog, kondigde de Franse president aan dat de kathedraal in vijf jaar herbouwd zou worden, „mooier dan ooit”. Politici doen vaker beloften, maar deze keer werd woord gehouden.
Kerkdienst
Als de gasten een plek in de kathedraal hebben gekregen, slaat Emmanuel, een van de grootste klokken ter wereld, tonen van vreugde. De andere klokken beieren mee. Ook Marie, de ‘kleine’ basklok van zes ton, gegoten door de Nederlandse Royal Eijsbouts Klokkengieterij, volgt, in gis-mineur. Het lijkt wel alsof ze „stijgen en dalen op de ladder van geluid, als een vogel die van tak tot tak springt”, zoals Victor Hugo in zijn boek over de klokken van de Notre-Dame schreef.
Dan komt er een stoet bisschoppen naar buiten. Aartsbisschop Laurent Ulrich, witte mijter op het hoofd, loopt met zijn staf voorop. Daarmee slaat hij driemaal op de gesloten hoofddeur van de Notre-Dame, net onder het portaal waarop het laatste oordeel in steen is gevat. Het kathedraalkoor antwoordt met een psalm en na de derde keer zwaaien de deuren open. Buiten juicht en klapt het publiek, en dan wordt het stil. De Notre-Dame is na vijf jaar weer officieel open.
Het is tijd voor de volgende ceremonie: het ‘ontwaken’ van het orgel . De aartsbisschop spreekt een zegen uit en zegt acht keer: „O orgel, heilig instrument, ontwaak, zing Gods lof”. De vier organisten van de Notre-Dame –Thierry Escaich, Olivier Latry, Vincent Dubois and Thibault Fajoles– zitten om de beurt achter de speeltafel, op 16 meter hoogte, in wat wel het ”zwaluwnest” wordt genoemd. Ze antwoorden elke keer met een improvisatie van één of anderhalve minuut. De klanken vliegen de kathedraal door.
Op de schermen is duidelijk te zien dat de kalkstenen muren, de ranke zuilen en de hoge gewelven hun oorspronkelijke ivoorkleur weer hebben gekregen. Standbeelden, die na de brand onder het stof zaten, sommige zwart als roet, zijn schoongemaakt. Na de 700 miljoen euro kostende restauratie is alles spic en span. Voormalig generaal Jean-Louis Georgelin, die de werkzaamheden leidde, heeft het niet meer mogen meemaken. Hij kwam vorig jaar om door een val in de Pyreneeën. Zaterdag werd hij kort herdacht.
Nadat de broers Gautier en Renaud Capuçon een viool- en celloduet hebben uitgevoerd (een Passacaglia van Händel), houdt Macron een toespraak. Terwijl Frankrijk in een politieke crisis verkeert –het parlement stemde woensdag het kabinet weg, inclusief premier Barnier–, richt de president zich tot „alle Fransen”. „De klokken van de Notre-Dame, die onze geschiedenis hebben begeleid, luiden weer.”
„De klokken van de Notre-Dame, die onze geschiedenis hebben begeleid, luiden weer” - Emmanuel Macron, president Frankrijk
Hij bedankt de donateurs, steigerbouwers, timmerlieden, dakwerkers, meester-glasblazers, archeologen, historici en alle beroepsgroepen die aan de restauratie hebben bijgedragen. „Grote naties kunnen het onmogelijke bereiken.”
De 160 brandweerlieden, de gouden helmen in de handen, krijgen een staande ovatie, terwijl de woorden ”Merci” (dank u) in verschillende talen op de gevel van de kathedraal worden geprojecteerd.
Even later zingt het koor de Maria-hymne ”Heilige Maagd, God koos u”, gevolgd door het Magnificat, de Lofzang van Maria. De aartsbisschop leest Efeze 2. Na ruim een uur wordt de kerkdienst afgesloten met een zegen en het zingen van het Te Deum, de lof aan God.
Mis
De eerste mis in de herbouwde kathedraal vindt zondagochtend plaats, opnieuw in aanwezigheid van Emmanuel Macron en buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders. Er komen 170 bisschoppen, uit heel Frankrijk, en priesters uit de 106 parochies van Parijs.
Daarna voegt ”Onze Vrouwe” zich weer in het oude ritme: de kerk is 365 dagen per jaar open, met in totaal 2000 vieringen en 14 miljoen bezoekers. Maar het zal nog drie jaar duren voordat de laatste steigers, aan de oostzijde van de kathedraal, worden afgebroken. Pas dan is de „bouwplaats van de eeuw”, zoals de Fransen die noemen, gesloten.