OM eist in hoger beroep opnieuw levenslang tegen Naoufal F.
Het Openbaar Ministerie heeft maandag in hoger beroep opnieuw levenslange gevangenisstraf geëist tegen Naoufal F. Volgens de aanklagers staat vast dat de 44-jarige Amsterdammer zich in 2015 schuldig heeft gemaakt aan het aansturen van een moordpoging in Diemen en een moord in Almere.
F. kreeg in 2018 achttien jaar gevangenisstraf voor de aanslag in Diemen. De rechtbank achtte bewezen dat hij een moordcommando had afgestuurd op een Amsterdamse crimineel, die de liquidatiepoging op klaarlichte dag ternauwernood overleefde. In 2019 kwam daar een levenslange celstraf bovenop, toen de rechtbank F. in een nieuw strafproces schuldig bevond aan het aansturen van de moord op Eneco-monteur Ali Motamed. De Iraniër werd eind 2015 voor zijn woning in Almere doodgeschoten.
Volgens het OM is uit ontsleuteld telefoonverkeer gebleken dat F. de rol van „supervisor” had. Zijn optreden in beide zaken is gekenmerkt door „gewetenloosheid en disrespect voor de slachtoffers en hun omgeving”. „Een op het oog rustige man, maar in de context van deze zaken levensgevaarlijk”. De aanklagers verweten hem geen berouw te hebben getoond en geen inzicht in zijn daden te hebben gegeven. Hem opnieuw laten deelnemen aan de samenleving noemden zij „onverantwoord”.
F. heeft in hoger beroep net als eerder bij de rechtbank voornamelijk gebruikgemaakt van zijn zwijgrecht. Bij de bespreking van beide zaken vorige week stelde hij „geen jongens op pad te hebben gestuurd om te moorden”. Vragen beantwoordde hij niet of nauwelijks.
Mede daardoor bleef de vermeende ‘Iran-connectie’ in de zaak-Motamed nog nagenoeg onbesproken. Begin 2019 zei toenmalig minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken op basis van inlichtingeninformatie dat er „sterke aanwijzingen” waren dat Iran achter de liquidatie zat. Motamed zou feitelijk de door Iran gezochte Mohammad Reza Kolahi Samadi zijn geweest, in Iran ter dood veroordeeld na het plegen van een bloedige aanslag waarbij tientallen doden vielen.
De afgelopen jaren hebben de advocaten van F. steeds vergeefs geprobeerd de bazen van inlichtingendiensten AIVD en MIVD te laten getuigen om hierover meer te vertellen. Zij claimen dat nergens een link tussen hun cliënt en Iran is aangetoond en willen horen wat de diensten weten. Volgens het OM doet „de eventuele betrokkenheid van derden” echter niets af aan de strafrechtelijke rol van F. „Hij heeft de klus aangenomen.”
Dinsdag voert de verdediging van F. het woord.