Oekraïense vluchteling wil graag blijven, maar mist toekomstperspectief
Bijna driekwart van de Oekraïense vluchtelingen wil graag in Nederland blijven. Ook als de situatie in hun land veiliger wordt, twijfelt een kwart over terugkeer, blijkt uit een donderdag verschenen rapport van het Wetenschappelijke Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Het centrum, onderdeel van het ministerie van Justitie, ondervroeg bijna 3500 van de 115.000 geregistreerde Oekraïense vluchtelingen in Nederland. „Verrassend”, noemt onderzoeker Sanne Noyon de grote hoeveelheid reacties op het onderzoek. „Je merkt dat Oekraïense vluchtelingen heel tevreden zijn over hun leven hier. Vooral de opvang in gastgezinnen wordt erg gewaardeerd.”
Vanwege de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, waar de vluchtelingen onder vallen, mogen ze gelijk aan het werk. Veel van hen doen dit ook; meer dan zestig procent heeft een betaalde baan. Tegelijkertijd ziet het WODC dat er niet voldoende gebruik wordt gemaakt van hun capaciteiten. „Veel Oekraïners zijn hoogopgeleid, maar van degenen met een universitair diploma werkt 44 procent in een baan waarvoor je alleen basisonderwijs nodig hebt”, zegt Noyon.
Gastgezin
De taal is voor veel vluchtelingen een belangrijk struikelblok. Een meerderheid geeft zichzelf een rapportcijfer van 1,6 voor hun taalvaardigheid. Omdat ze onder de richtlijn vallen, komen ze niet in aanmerking voor het inburgeringsprogramma. Op lokaal niveau worden wel taallessen georganiseerd, maar het niveau verschilt per gemeente. Noyon: „In sommige gemeentes zijn de lessen heel professioneel, bij anderen zie je dat er vooral vrijwilligers les geven. Ze doen dat vanuit een goed hart, maar het niveau is niet altijd even hoog.”
Veel Oekraïeners zijn hoogopgeleid, maar van degenen met een universitair diploma werkt 44 procent in een baan waarvoor je alleen basisonderwijs nodig hebt” - Sanne Noyon, onderzoeker
Daarnaast woont een meerderheid van de Oekraïners in een speciale opvanglocatie van de gemeente, waardoor het contact met Nederlanders beperkt is. „Dat helpt ook niet mee om de taal te leren.” Uit het onderzoek blijkt dat de vluchtelingen wel tevreden zijn met de plek waar ze verblijven, al wil een groot deel graag zelfstandig wonen. „Maar vanwege hun aparte status hebben ze geen toegang tot de sociale huurmarkt en de meeste mensen hebben niet de middelen om op de vrije markt iets te huren. Als hun verblijf niet meer tijdelijk is, komen ze straks vast te zitten. Dit kan voor veel stressklachten en psychische problemen zorgen vanwege onzekerheid en stress over hun toekomst.”
Een kwart van de groep is opgevangen in een gastgezin, een ervaring waar ze heel positief over zijn. De onderzoeker noemt het „uniek” dat zoveel mensen in een gastgezin verblijven. „Bij andere vluchtelingengroepen als Syriërs zie je dat bijvoorbeeld niet.” De opvang in gezinnen krijgt een rapportcijfer van 8.7, tegenover een 7.7 voor de opvang in gemeentelocaties. Veel vluchtelingen geven aan dat ze de extra hulp in zo’n gezin waarderen. „Mensen vinden er emotionele steun en een luisterend oor. Hulp die ze goed kunnen gebruiken.”
Gastarbeiders
In 2026 loopt de huidige Richtlijn Tijdelijke Bescherming af. Het is nog onduidelijk of de vluchtelingen dan mogen blijven. De tijdelijkheid maakt het lastig om iets op te bouwen, zegt Noyon. Ze pleit voor nieuw beleid van de overheid met meer aandacht voor het toekomstperspectief. Niet alleen voor de Oekraïners zelf, maar ook voor de Nederlandse maatschappij. „Gemeenten en werkgevers weten nu niet of ze blijvend moeten investeren in banen, woningen en taallessen en de vluchtelingen zelf weten al helemaal niet waar ze aan toe zijn.”
Volgens de onderzoeker zijn er in het verleden ook groepen geweest waarbij de overheid er eerst van uitging dat het tijdelijk was. „Denk aan de gastarbeiders. Je ziet over het algemeen: hoe langer mensen hier zijn, hoe groter de kans dat ze ook definitief willen blijven. Die groep zal alleen maar groeien. En dan is het belangrijk dat ze geen grote achterstanden hebben opgebouwd.”