Coalitie verdedigt forse onderwijsbezuinigingen in debat
De coalitiepartijen kunnen bij het Tweede Kamerdebat dinsdagmiddag over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kritiek uit alle hoeken verwachten. Vrijwel de hele oppositie heeft zich gekeerd tegen de bezuinigingen van 2 miljard euro op het ministerie. Dat terwijl onderwijsminister Eppo Bruins naast de coalitie ook een deel van de oppositie nodig heeft om zijn plannen door de Eerste Kamer te krijgen.
Oppositiepartijen hebben zich op dit punt verenigd in twee blokken. Een ongebruikelijk samenwerkingsverband van D66, CDA, JA21 en ChristenUnie stelt voor om 1,3 miljard van de bezuinigingen ongedaan te maken. GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren, Volt en DENK willen de bezuinigingen volledig van tafel.
Beide groepen oppositiepartijen willen hun plannen betalen uit de begrotingen van andere ministeries. Daarom is voor een mogelijk compromis ook de medewerking van andere ministeries nodig.
D66, CDA, JA21 en ChristenUnie stellen bijvoorbeeld voor dat het ministerie van Volksgezondheid geld ophaalt door het eigen risico minder te verlagen en medisch specialisten verplicht in loondienst te laten treden. Het linkse blok wil onder andere geld ophalen met maatregelen tegen belastingontwijking bij grote bedrijven.
Minister Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs) komen donderdag pas aan het woord bij de tweede helft van het debat. Betrokkenen verwachten dat coalitie- en oppositiepartijen en kabinetsleden na dit debat in gesprek gaan om overeenstemming te proberen bereiken over de begroting.
Maandag protesteerden studenten en medewerkers tegen de bezuinigingen in het hoger onderwijs, op het Malieveld en voor de deur van Bruins’ ministerie.