VVD-Kamerlid Ulysse Ellian heeft in het debat over de justitiebegroting gesuggereerd dat de overheid sociale advocaten in dienst moet nemen. Dat zulke advocaten voor mensen met een kleine beurs steeds schaarser zijn, komt volgens de parlementariër niet alleen doordat ze minder worden betaald dan andere advocaten. De zaken die ze behandelen, en het type kantoren en samenwerkingsverbanden maken het werk ook oninteressant, analyseerde hij.
Het Kamerlid realiseert zich dat het ongebruikelijk is voor een liberaal om de oplossing bij de overheid te zoeken. „Wat ik nu zeg, ga ik een hoop gedoe over krijgen.” Hij denkt dat de overheid misschien in staat is om een werkplek in te richten die wel interessant is voor jonge juristen die een stap naar de sociale advocatuur overwegen.
De afgelopen vijf jaar is structureel 200 miljoen euro overheidsgeld naar de sociale advocatuur gegaan, concludeerde Ellian uit eigen naslagwerk. Hij betwijfelt of problemen worden weggenomen door hier nog meer geld voor uit te trekken.
SP’er Michiel van Nispen denkt dat het wel degelijk helpt om meer geld uit te trekken voor sociale advocaten. Hij vindt het onbegrijpelijk dat het kabinet geen geld heeft uitgetrokken voor de aanbevelingen van de commissie die onderzoek doet naar onder andere de rechtsbijstand, die volgend jaar worden verwacht. „Terwijl we weten en aan zien komen dat de tarieven bij de tijd zullen moeten worden gebracht”, aldus het Kamerlid.
In Nederland is volgens de SP-parlementariër sprake van „klassenjustitie”. In de rechtsstaat maken „mensen met weinig geld vaak geen schijn van kans”. Dat zou het kabinet volgens hem niet moeten accepteren.