Telling: opengetrokken prullenbakken zijn grootstedelijk probleem
Problemen met statiegeldjagers die prullenbakken opentrekken of slopen, spelen vrijwel uitsluitend in een aantal grote steden. Amsterdam, Rotterdam en Utrecht spannen de kroon volgens een inventarisatie waar meer dan tweehonderd vrijwilligers begin deze maand aan meewerkten. In die drie steden was met 14 procent van de gecontroleerde en gefotografeerde bakken iets mis: hij stond open of was kapot (of beide). Buiten de grote steden was dat maar met iets meer dan 1 procent van de bakken het geval.
De ‘Nationale Prullenbakteldag’ was georganiseerd door Dirk Groot en Merijn Tinga, die zichzelf de Zwerfinator en de Plastic Soup Surfer noemen. Ze wilden na negatieve berichten over statiegeldjagers weten hoe groot het probleem nu echt is. Uit de tellingen blijkt volgens hen dat het probleem „relatief klein en zeer plaatsgebonden” is. Ze merken aan de hand van ruim 10.000 foto’s op dat het ook niet in alle grote steden speelt. In steden als Eindhoven en Tilburg kwamen de vrijwilligers veel minder opengetrokken bakken tegen dan in de Randstad en bijvoorbeeld in de stad Groningen.
In drukke en toeristische stedelijke gebieden werden de meeste ‘probleembakken’ gezien tijdens de inventarisatie, die moet worden gezien als een verzameling van momentopnames. „We pretenderen niet dat ons onderzoek een exact en wetenschappelijk onderbouwd beeld geeft van de staat van alle prullenbakken in Nederland. We geven een globaal beeld aan de hand van onze steekproef”, erkennen Groot en Tinga. Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht waren bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in de verzameling foto’s. Van de kapotte bakken valt ook niet te zeggen waardoor ze precies kapot zijn gegaan.
De twee merken in hun rapportage op dat het vaak mis lijkt te gaan met bakken waar flesjes en blikjes moeilijk uit te halen zijn zonder de hele bak open te maken. Ook hebben ze vaak een sluitmechanisme dat „makkelijk te forceren is, daarbij kapot gaat en niet meer gesloten kan worden”. Die problemen zijn „simpel aan te pakken”, zeggen de zwerfafvalbestrijders. „Plaats prullenbakken die goed toegankelijk zijn of creëer extra voorzieningen zoals een statiegeldrek of een speciale prullenbak voor blikjes en plastic flesjes”, raden ze gemeenten aan. Ook het verhogen van het statiegeldbedrag en het installeren van meer inleverpunten kunnen volgens hen helpen het zwerfafvalprobleem terug te dringen.