BinnenlandTweede Wereldoorlog

Peuren in het oorlogsverleden van een stil polderdorp

Vijf volle jaren was het noordelijke deel van Nederland bezet. Het was ook in Moerkapelle aan alles merkbaar, al was er zelden een Duitse soldaat te zien.

L. Vogelaar
18 November 2024 14:26
Arie en Ineke Brugmans in historisch centrum Ons Verleden. Het museum in Zevenhuizen is het onderkomen van de Stichting Oud Zevenhuizen-Moerkapelle, die bij haar veertigjarig bestaan hun boek over de oorlogsjaren in Moerkapelle publiceert. beeld Fred Libochant
Arie en Ineke Brugmans in historisch centrum Ons Verleden. Het museum in Zevenhuizen is het onderkomen van de Stichting Oud Zevenhuizen-Moerkapelle, die bij haar veertigjarig bestaan hun boek over de oorlogsjaren in Moerkapelle publiceert. beeld Fred Libochant

Het echtpaar Brugmans is bijna vijf jaar bezig geweest het oorlogsverleden van hun dorp door te spitten. Dinsdag presenteren ze er een boek over, 465 pagina’s dik. Op de foto’s in het boek ”Pijn en verzet in stilte” staan geen Duitse soldaten. Er was geen garnizoen in het polderdorp. Wel waren er in 1943 tijdelijk militairen ingekwartierd. Toen een van hen ziek was, gebruikte een klein meisje het woord dat ze thuis hoorde: „Ach, arme rotmof.”

Ook zonder veel fysieke aanwezigheid was de overheersing door het buurvolk op tal van terreinen merkbaar. Daarover kwamen Arie en Ineke Brugmans-Prins heel veel gegevens tegen toen ze archieven doorvlooiden en inwoners interviewden.

Hun voorgeslacht heeft het niet meegemaakt: Brugmans komt uit Aalst, zijn vrouw groeide op in Den Haag en Zoetermeer. Sinds ze echter in 2001 in Moerkapelle kwamen wonen, schreven ze al meerdere boeken over hun woonplaats, zoals over de hervormde kerk waar hun huis bijna tegenaan gebouwd is. De woning dateert uit 1844 en bood vroeger onderdak aan vier gezinnen tegelijk. Brugmans was boekhouder, zijn vrouw leerkracht. „Maar het wonen in dit huis heeft onze belangstelling voor geschiedenis op gang gebracht.”

Noodlanding

In tegenstelling tot omliggende plaatsen had Moerkapelle nog geen boek over de periode 1940-1945. Nu wel, en veel nazaten van beschreven personen wonen dinsdag de presentatie bij. Zoals een dochter van Bastiaan Kijkuit. Hij was onderwijzer in Moerkapelle. In zijn woonplaats Zwijndrecht zat hij in het verzet. Later leidde hij als wiskundedocent aankomende onderwijzers op aan De Driestar. Een van hen, ds. M. Golverdingen, herinnerde zich Kijkuit als „een wijs mens en praktisch pedagoog bij uitstek”, die diepe indruk maakte met „zijn ootmoedig, kinderlijk afhankelijk gebed”. Van Kijkuit bleef een koffertje bewaard met onder meer brieven die hij in de gevangenis van zijn Moerkapelse leerlingen kreeg.

Tijdens de presentatie is er een videotoespraak van de dochter van een Poolse piloot die in deze regio een noodlanding maakte. Vorig jaar kwam ze met haar man naar Nederland en ontmoette ze in Bleiswijk een 97-jarige inwoner die zich deze gebeurtenis herinnerde.

Habakuk

Een Jehovah’s Getuige uit het dorp zat bijna drieënhalf jaar gevangen. Zijn zoon komt naar de bijeenkomst. Dat geldt ook voor de zoon van een NSB’er van wie het verhaal in het boek staat. „Het was geen NSB’er met een slechte reputatie. De verzetsman die naast hem woonde, deed later een goed woordje voor hem.”

„De verzetsman die naast de NSB’er woonde, deed een goed woordje voor hem” - Arie en Ineke Brugmans, auteurs oorlogsboek

De zoon van Habakuk komt ook. Habakuk, dat was niet alleen de bijnaam van Pieter Hoogendoorn; zijn voorvaders werden ook al zo genoemd. Piet ontleende de naam dan ook niet aan zijn principiële stellingname: als enige inwoner weigerde hij op zondag mee te doen aan de aanleg van een kade. Die moest het dorp beschermen omdat de Duitsers tal van polders onder water zetten om de opmars van de bevrijders te dwarsbomen. Een nacht lang werd Habakuk opgesloten in het politiebureau.

Enkele weken na de bevrijding van Moerkapelle is een Wilhelminaboom geplant. Schoolkinderen zongen toen een lied en een van hen –inmiddels 89 jaar– laat het dinsdag opnieuw horen, op de wijs van Nederlands vroegere volkslied Wien Neêrlands bloed door d’ ad’ren vloeit…

Het auteursechtpaar Brugmans-Prins in Moerkapelle. De polders rond het dorp stonden in het laatste oorlogsjaar onder water, op Duits bevel. beeld Fred Libochant

Verzetsploeg

Geen enkele inwoner van Moerkapelle kwam om door oorlogshandelingen. Het dorp had geen Joodse inwoners. Er zijn ook geen Joodse onderduikers bekend. Evenmin is er informatie over soldaten die in 1940 vochten en in 1943 alsnog in krijgsgevangenschap moesten. „Er blijven altijd open eindjes”, zeggen de auteurs.

Van ds. M. Hofman (Gereformeerde Gemeenten) staat een bekende foto in het boek. Voor de deur van zijn kerk staat hij te praten met een man-met-hoed. „We hebben allerlei mensen gevraagd wie het is, maar niemand kon het ons vertellen.”

Uit de eerste vier oorlogsjaren is weinig verzet bekend, al was wel opeens het bevolkingsregister verdwenen. Tijdens de laatste winter was er echter een grote verzetsploeg. Een ledenlijst en een groepsfoto werden veiligheidshalve pas na de bevrijding gemaakt. Ze behoren tot de vele vondsten die een plaats kregen in dit boek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer