Rotterdam stopt, zoals verwacht, op 1 januari 2025 met de LVV-regeling, de zogeheten bed-bad-broodregeling voor vreemdelingen die geen recht hebben op een langer verblijf in het land. Een meerderheid in de Rotterdamse raad stemde dinsdag voor stopzetting. Dat ging niet zonder discussie. Vanaf de publieke tribune werd meerdere malen „geen gekloot bed-bad-brood” geroepen. Burgemeester Carola Schouten schorste hierop de vergadering enige tijd.
In het coalitieakkoord hadden Leefbaar Rotterdam, VVD, DENK en D66 afgesproken met de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) te stoppen als Den Haag niet meer meebetaalt. D66-fractievoorzitter Agnes Maassen erkende dat ze met pijn in het hart deze concessie deed aan de rechtse partijen in de coalitie.
Het Rijk betaalde voor de deelnemende steden 24 miljoen mee aan de regeling, maar minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber maakte onlangs bekend dat ze de Rijksbijdrage voor de regeling stopt. Rotterdam betaalde ruim 1 miljoen euro mee uit de eigen middelen.
De Rotterdamse oppositiepartijen vrezen dat de „meest kwetsbare mensen” met het sluiten van de opvang in Rotterdam op straat terechtkomen. Een amendement om de opvang, met een capaciteit 45 mensen, open te houden betaald uit de eigen Rotterdamse middelen, werd verworpen. De partijen kregen steun van de Ombudsman Rotterdam-Rijnmond, Marianne van den Anker. Zij schreef maandag dat het besluit van het Rijk om LVV-steun te beëindigen, in strijd is met de mensenrechten.
Verantwoordelijk wethouder Faouzi Achbar (DENK) beloofde zich, op verzoek van de raad, te blijven inzetten om ervoor te zorgen dat er geen mensen op straat komen te staan bij stopzetting van de LVV. De raad nam ook een motie aan die dat moet voorkomen.
Amsterdam, Utrecht en mogelijk ook Eindhoven en Groningen gaan wel door met de bed-bad-broodregeling. Die eerste twee steden gaan de regeling zelf financieren en de twee andere gemeenten zoeken nog uit wat er met de LVV gaat gebeuren.