De provincies Zeeland en Noord-Brabant en Vlaanderen willen een geschil over een vergunning voor een fabriek van het Britse chemiebedrijf Ineos in de haven van Antwerpen buiten de rechter om oplossen. Dat zei de Zeeuwse gedeputeerde Wilfried Nielen na overleg met een Vlaamse delegatie op het provinciehuis in Middelburg. Hij voegde eraan toe dat Vlaanderen, Zeeland en Brabant ook bij toekomstige dossiers die aan beide kanten van de grens tot wrevel zouden kunnen leiden in een vroeg stadium met elkaar in overleg gaan.
De Vlaamse premier Matthias Diependaele en de Vlaamse ministers Jo Brouns en Annick De Ridder waren naar de Zeeuwse hoofdstad gekomen om de onenigheid over de bouw van de nieuwe fabriek te bespreken met Nielen, de waarnemend commissaris van de Koning in Zeeland, Hugo de Jonge, en de Brabantse gedeputeerden Saskia Boelema en Wilma Dirken.
Ineos wil met het zogeheten Project One-fabriek in de haven van Antwerpen ethaan omzetten in ethyleen, een grondstof voor plastic. Eind juli is voor dit project door Vlaanderen een nieuwe (derde) omgevingsvergunning verleend. Noord-Brabant en Zeeland vochten de vergunning aan, omdat er door de fabriek te veel stikstofneerslag in Nederlandse Natura 2000-gebieden zou zijn. Nielen zei dat het de bedoeling is „de schorsende werking uit te stellen”. Ook komen er gesprekken met Vlaanderen om te voorkomen dat het geschil over Ineos voor de rechter komt.
De Brabantse gedeputeerde Boelema zei dat met de afspraken over het Ineos-dossier een solide basis is gelegd voor duurzame samenwerking met Vlaanderen. „We staan voor positieve samenwerking in de grensregio en kijken hierbij niet alleen naar de korte, maar zeker ook naar de middellange en lange termijn. We willen zowel de economische als de natuurbelangen aan beide kanten van de grens goed dienen.”
Ook Nielen onderstreepte dat het van groot belang is om bij toekomstige projecten met Vlaanderen afspraken te maken over de grensoverschrijdende stikstofproblematiek. „Daarbij moet je denken aan vooraf vergunningen delen, vooraf data delen en vooraf stikstofinformatie verstrekken.”
Diependaele zei dat hij „heel blij is dat er een opening is gemaakt in het Ineos-dossier”. Ook sprak hij zich uit voor een gezamenlijke aanpak met Nederland van de stikstofproblematiek.