De drie minderjarige kinderen van Ali G., verdachte in de afpersingszaak rond fruitbedrijf De Groot in Hedel, krijgen geen uitbreiding van de bezoekmogelijkheden van hun vader in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. De kinderen hadden een kort geding aangespannen omdat ze nu school moeten missen als ze hun vader willen bezoeken. Ze wilden daarom de mogelijkheid om ’s avonds of in het weekend de gevangenis te bezoeken.
De rechter in Den Haag oordeelde donderdag dat de ouders niet-ontvankelijk zijn in deze procedure. „De wet bepaalt dat de vader en moeder een machtiging van de kantonrechter nodig hebben om hun kinderen te mogen vertegenwoordigen. Deze machtiging hebben zij niet.”
De rechtbank laat in een toelichting weten dat, mocht het wel tot een inhoudelijk oordeel zijn gekomen, de vordering zou zijn afgewezen. „In de afgelopen periode hebben de kinderen hun vader meerdere keren per maand bezocht. Weliswaar moesten de kinderen lesuren verzuimen om hun vader te kunnen zien, maar dit gaat om niet meer dan een enkel lesuur per bezoek. Het is niet gebleken dat hun schoolprestaties daaronder lijden of dat dit problematisch is geweest voor wat betreft hun leerplicht.” Volgens de rechter heeft de Nederlandse staat voldoende onderbouwd „dat en waarom beperkingen in de bezoektijden noodzakelijk en gerechtvaardigd zijn”.
G. is twee jaar geleden door de rechtbank veroordeeld tot een celstraf van negentien jaar en tien maanden in de Hedelse afpersingszaak. Hij zou diverse mannen hebben aangezet tot het veroorzaken van explosies bij woningen van medewerkers van het fruitbedrijf in Hedel. Omdat hij daarmee zou zijn doorgegaan vanuit de gevangenis De Schie in Rotterdam, is hij overgeplaatst naar Vught. De strafzaak loopt nog in hoger beroep, deze week is 26,5 jaar cel geëist tegen hem.