Supermarktconcern Ahold Delhaize was woensdag een winnaar in een lager gesloten AEX-index op de beurs in Amsterdam, dankzij goed ontvangen kwartaalcijfers. In Frankfurt hadden de Duitse autobedrijven het juist moeilijk na de winst van Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen door zorgen bij beleggers over hoge importheffingen voor Europese auto’s in de Verenigde Staten.
Ahold Delhaize steeg 3,6 procent en behoorde daarmee tot de koplopers in de AEX. Het concern, dat veel activiteiten heeft in de VS, boekte afgelopen kwartaal minder winst. Dat kwam vooral door eenmalige kosten voor de sluiting van slecht presterende Stop & Shop-winkels in de VS. Het moederbedrijf van Albert Heijn handhaafde wel de jaarverwachtingen en kondigde een nieuw aandeleninkoopprogramma aan.
Ook andere AEX-bedrijven op het Damrak met een stevige aanwezigheid in de VS wonnen terrein. Zo steeg verzekeraar Aegon 4,8 procent en de informatieleveranciers Wolters Kluwer en RELX klommen tot 1 procent. Grootste daler in de hoofdindex was chiptoeleverancier ASMI met een min van 3 procent. ING volgde met een koersverlies van 2,8 procent.
De AEX eindigde 0,8 procent lager op 875,41 punten. De MidKap zakte 1,1 procent tot 855,61 punten. Op de aandelenmarkten van Parijs en Frankfurt waren minnen van 0,5 en 1,1 procent te zien. De FTSE in Londen ging licht omlaag.
Een terugkeer van Trump in het Witte Huis kan leiden tot aanzienlijke verschuivingen in het Amerikaanse buitenland-, energie- en klimaatbeleid. Trump wil ook hogere importtarieven heffen, die een wereldwijde handelsoorlog kunnen ontketenen en negatief kunnen uitpakken voor de Europese export.
Zo verloren Volkswagen, Porsche en Mercedes-Benz tot 6,4 procent in Frankfurt. BMW, dat ook met tegenvallende kwartaalcijfers kwam, werd 6,6 procent lager gezet op de Duitse beurs.
De dollar zat in de lift doordat de plannen van Trump de inflatie in de VS kunnen aanwakkeren en het tempo van de renteverlagingen van de Federal Reserve kunnen vertragen. De euro zakte daardoor tot 1,0730 dollar, van 1,0919 dollar een dag eerder.
Een vat Amerikaanse olie kostte iets minder op 71,91 dollar. Brentolie werd 0,4 procent goedkoper op 75,25 dollar per vat.