Mariën werd op klaarlichte dag in de drukbezochte straat ruim vijftien keer gestoken, gesneden en geslagen met het „grote, vlijmscherpe mes”. Velen, onder wie kinderen, zagen het geweld van dichtbij gebeuren. „Zij zullen de schokkende beelden nooit meer vergeten”, zei de officier van justitie. Het slachtoffer vluchtte een naburige McDonald’s in. Hij bezweek diezelfde avond in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. De politie kon L. kort na het incident aanhouden in de buurt van de plek van het misdrijf.

De verdachte, afkomstig uit Spijkenisse, zegt dat hij tijdens de confrontatie bang was dat het slachtoffer hem zou neerschieten. Mariën was ongewapend. Volgens het OM was er geen sprake van dreiging in de richting van L. „Het is de verdachte geweest die de aanval heeft ingezet”, aldus de officier van justitie.

Uit gedragskundig onderzoek is gebleken dat L. diverse stoornissen heeft, onder meer met het beheersen van impulsen en agressie. Een langdurige behandeling is volgens de onderzoekers noodzakelijk. Op het moment van de steekpartij zat L. in een proeftijd, na een eerdere veroordeling voor een geweldsmisdrijf.

Slachtoffer en verdachte waren sinds enige tijd bevriend met elkaar. Ze zouden ruzie hebben gehad over kleding die L. van het slachtoffer had geleend en niet teruggaf.

Onder anderen nabestaanden betwijfelen of dat de volledige achtergrond van het volgens het OM „extreme geweld” was of dat er meer heeft gespeeld. Met name de vriendin van Mariën verweet L., in een uitvoerige slachtofferverklaring, dat hij nog steeds niet de waarheid spreekt. Ze had een grote, ingelijste foto bij zich, waarop de twee mannen naast elkaar staan, in het huis van haar en het slachtoffer. „Je staat in ons huis, met zijn kleding aan. Richairo had heel veel medelijden met jou, hij wilde je helpen, als een echte vriend.” Maar volgens de vrouw kwam L. slechts bij hen over de vloer „om te kijken wat er te halen viel”.