Het eerste waar christenen bij deze verkiezing over zouden moeten nadenken is het tragische feit dat we in een gevallen wereld leven. Dit betekent dat onze politiek niet draait om het bouwen aan een aardse utopie.
Het gaat slechts om het verzachten van de effecten van het kwaad. Utopische politiek, zowel van links als van rechts, heeft altijd geleid tot tragedie, soms op een schaal die moeilijk te bevatten is. En aangezien we in een gevallen wereld leven, is politiek, net als de tragische drama’s uit het oude Griekenland, een situatie waarin morele normen vaak met elkaar in conflict komen bij het invullen van het stembiljet. De Duitse theoloog Helmut Thielicke—een man die leefde in een tijd en op een plek waar politieke keuzes zo scherp als duister waren—maakte meerdere keren gebruik van de analogie met de Griekse tragedie om de moeilijkheden van christenen in de politieke sfeer te verwoorden.
Vaak wordt mensen die zeggen te moeten kiezen tussen twee kwaden verweten te lui te zijn om het debat over de kandidaten aan te gaan. Maar gezien deze tragische realiteit van de gebroken wereld, is het moeilijk te begrijpen hoe een christen op een andere manier over de keus zou kunnen denken als hij zijn stem gaat uitbrengen. Puristen zouden misschien de oude gereformeerd-presbyteriaanse houding aannemen, dat geen enkele christen mag stemmen op iemand behalve wanneer die is toegewijd was aan de oude gereformeerde principes. Maar het resultaat is dan dat men nooit stemt en dus geen rol speelt in het verminderen van de effecten van het kwaad. Dergelijke mensen voelen zich misschien onschuldig en compromisloos, maar door zich boven het verkiezingsproces te verheffen, maar hebben ze niet simpelweg de schuld van afzijdigheid op zich geladen?
„Wat het betekent om mens te zijn, is de grote vraag van onze tijd. Geen van de twee presidentiële kandidaten in deze verkiezing biedt een volledig bevredigend antwoord”
Kortom, geen van de kandidaten lijkt bekwaam genoeg om een waarachtige visie te bieden van wat het betekent mens te zijn, omdat geen van beiden heeft nagedacht over wat het echt betekent om mens te zijn. Maar het is tragisch, met deze kandidaten moeten we het doen.
Verbeeldingskracht
Het tweede waar christenen over zouden moeten nadenken, is de vraag wiens beleid het minst gevaarlijk is voor de mensheid. Wat het betekent om mens te zijn, is de grote vraag van onze tijd. Geen van de twee presidentiële kandidaten in deze verkiezing biedt een volledig bevredigend antwoord. Abortus, de transgenderkwestie, in-vitrofertilisatie, draagmoederschap, immigratie en vrijheid van meningsuiting en godsdienst en nog vele, vele andere onderwerpen spelen hierbij allemaal een rol.
Tragische keuzes staan ons hier te wachten. Het afschaffen van abortus staat op geen enkele serieuze manier op het stembiljet. Er is geen echte pro-life kandidaat. Ook lijkt geen van de presidentiële kandidaten het gendervraagstuk op enige diepte te hebben doordacht, ondanks de passie waarmee de ene kant duidelijk zijn standpunten verdedigt. En het is duidelijk dat geen van beiden de intellectuele verbeeldingskracht heeft om te begrijpen hoe IVF en draagmoederschap de houding ten opzichte van kinderen weerspiegelen en vormgeven, waarbij kinderen tot voorwerpen worden omgevormd. Kortom, geen van de kandidaten lijkt bekwaam genoeg om een ware visie te bieden van wat het betekent mens te zijn omdat geen van beiden hier echt over heeft nagedacht. Maar, het is tragisch, met deze twee kandidaten moeten we het doen. Wanneer geen van beide kandidaten uitstekend zal zijn, wordt de onvermijdelijke vraag: Wie zal het ergst zijn?
„Ik zou geschokt zijn als mijn kinderen zich zouden gedragen zoals een van de twee serieuze presidentiële kandidaten dat gewoonlijk doet.”
Schade
Ten derde is er het aspect van leiderschap. Het staatshoofd zou iemand moeten zijn naar wie we onze kinderen en kleinkinderen kunnen wijzen en zeggen: “Als je groot bent, wil je zijn zoals die persoon.” Helaas zou ik geschokt zijn als mijn kinderen zich zouden gedragen zoals een van de twee serieuze presidentiële kandidaten dat gewoonlijk doet. Toch moet een van hen de hoogste functie bekleden. De keuze is een sombere, maar onvermijdelijke. Maar, zoals in het begin opgemerkt, de gevallen wereld is tragisch. We kunnen die werkelijkheid niet ontvluchten door ons voor te stellen dat het anders is.
Hoe zou men dus over deze verkiezing moeten nadenken als christen? Het werd me recentelijk voorgelegd dat de manier om over stemmen in dit tranendal te denken, is om het te zien als stemmen tegen iemand. Dat is een nuttig perspectief. Stem tegen de kandidaat die het meeste schade zal aanrichten door beleid en door het voorbeeld van wat het betekent mens te zijn. En dat is precies wat ik van plan ben te doen—mijn stem uitbrengen tegen de meest anti-menselijke van de twee opties die voor ons liggen. Daarna ga ik naar huis en neem een douche.
Carl Trueman doceert aan Gove City College. Hij schreef deze column vanmorgen voor het christelijk magazine World