Werken in de bouw staat bekend als zwaar, zeker voor ouderen. Je ziet zelden een metselaar van boven de zestig op een steiger. Gelukkig denken werkgevers soms mee, geeft bouwvakker Jan Douwe Talman aan.
Talman is 60 jaar en zijn pensioenleeftijd staat op 67 jaar en 4 maanden. „Dus bij gezondheid mag ik nog een hele tijd door”, zegt hij met een glimlach. Ook voor hem gaan de jaren tellen, maar hij haalt nog steeds voldoening uit zijn werk.
Talmans werkgever, Groothuisbouw in Emmeloord, realiseert vooral woningen. „Een deel van onze werkzaamheden vindt plaats in een grote productiehal. Daar worden bijvoorbeeld de schoorstenen gemetseld en de dakkapellen en erkers getimmerd. Ik werk in die hal.”
Talmans taken zijn veelzijdig. Zo lijmt hij steenstrips op platen, en metselt en timmert hij. „Mooi werk, al moet ik er altijd bij staan. Dat is soms vermoeiend. Af en toe is het erg druk en blijkt het nodig dat we een aantal uren overwerken. Dat merk ik de volgende dag wel.”
Aardig fit
Veel lichamelijke klachten heeft de 60-jarige echter niet. „Ik ben gelukkig aardig fit.” Hij geeft daarbij wel aan dat het werk in de productiehal beter te doen is dan dat van zijn collega’s die vooral op bouwplaatsen werken. In de hal heeft hij geen last van weersinvloeden.
Talman is positief over zijn werkgever. „Ze doen er hier alles aan om het ons als werknemers makkelijk te maken. Er is een plezierige werksfeer. In overleg is er veel mogelijk. Als ik op een bepaald moment korter zou willen werken, is er vast wel iets te regelen, maar voorlopig werk ik nog lekker vijf dagen per week.”
Mankementen
Hij beseft dat niet al zijn collega’s er zo tegen aankijken. „Dat heeft te maken met hoe gezond ze zich voelen. Over het algemeen geldt: hoe ouder, hoe meer mankementen. En als je die krijgt, valt alles al snel zwaar. Dan wordt er ook weleens gemopperd.”
„Wat voor de een zwaar werk is, hoeft dat voor de ander niet te zijn” - Jan Douwe Talman, bouwvakker
Volgens Talman is dat niet altijd terecht, maar hij vindt wel dat er rekening moet worden gehouden met ouderen, zeker ook door de overheid. De vakbonden hebben actiegevoerd voor het behoud van een regeling die eerder stoppen met werken mogelijk maakt. Een goede zaak, vindt de 60-jarige. Hij is blij dat er nu een akkoord is gesloten.
Op die afspraken komt ook kritiek. Nu kunnen niet alleen mensen die fysiek werk doen, maar ook werknemers van onder meer banken en bibliotheken gebruik maken van de betreffende regeling, en de overheid is bang dat dat zo zal blijven. De regering wil juist dat er over het algemeen langer wordt gewerkt.
Gezinsuitbreiding
Talman denkt daar genuanceerd over. „Wat is een zwaar beroep? We moeten de mentale belasting van bijvoorbeeld kantoorfuncties ook niet onderschatten. Het is echt heel persoonlijk. Wat voor de een zwaar werk is, hoeft dat voor de ander niet te zijn.”
Hij is wel van mening dat de overheid in het algemeen te weinig rekening houdt met de oudere werknemer. „Vooral voor jongeren zijn verbeteringen doorgevoerd. Zo krijgt een vader bij gezinsuitbreiding tegenwoordig acht weken vrij. Wij kregen daar vroeger slechts een enkele dag voor.”
De beste leeftijd om te stoppen kan volgens Talman per persoon verschillen. „Hoe fit is iemand boven zijn 60e? Dat maakt veel uit. En ook de thuissituatie is natuurlijk van belang.”
Over het algemeen gesproken vindt hij 65 jaar een mooie leeftijd om met pensioen te gaan. „Maar het blijft dus persoonlijk.”