Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voorzichtig positief over de plannen die provincies hebben gepresenteerd om hun opgave in de spreidingswet te halen. Maar de uitvoeringsorganisatie ziet dat er nog niet genoeg plekken zijn om aan de landelijke opgave te voldoen en dat dus nog veel moet worden gedaan.
„De spreidingswet bewijst zijn nut: het zorgt voor een werkwijze waarmee we samen tot een stabiele opvang kunnen komen”, zegt een woordvoerder van het COA. Hij herhaalt de zorgen van het COA over het voornemen van kabinet-Schoof om de spreidingswet in te trekken. De woordvoerder benadrukt echter dat de wet nu van kracht is en wil niet vooruitlopen over de gevolgen van een intrekking van de wet.
„We zijn positief dat er in elke provincie meer opvangplekken gaan komen”, benadrukt de zegsman. „Provincies en gemeenten hebben zich flink ingespannen om dit voor elkaar te krijgen en dat waarderen we enorm.” Toch ziet het COA nog wel een uitdaging om tot genoeg plekken te komen, vooral voor de opvang van kinderen onder de 18 jaar die zonder ouders naar Nederland zijn gekomen, zogenoemde amv’ers.
Uit de vrijdag gepresenteerde plannen blijkt dat er nog voor ongeveer een derde aan amv-plekken nodig is per juli 2025.
Het COA gaat de komende tijd de provinciale plannen analyseren en kijken over welke opvangplannen het al contact heeft met gemeenten. Locaties die nog niet bekend zijn bij het COA moeten worden beoordeeld op geschiktheid. Ook moet het COA in beeld krijgen wanneer opvangplekken beschikbaar komen. „Het ontwikkelen van duurzame locaties kost gemiddeld twee jaar en dus zullen we ook met gemeenten goed moeten kijken naar tussenoplossingen”, aldus de woordvoerder.
Donderdag moesten provincies hun plannen inleveren bij minister Marjolein Faber (Asiel). Uit de gepubliceerde plannen blijkt dat zeven van de twaalf provincies niet aan hun opgave voldoen. Wel dringen de meeste commissarissen van de Koning er bij Faber op aan om de spreidingswet in stand te houden.