Als het aan D66 ligt, moet premier Dick Schoof vastleggen dat kandidaat-bewindspersonen die zakelijke of financiële (aandelen)belangen hebben in bedrijven voortaan voor aanvang van hun ambtstermijn openbaar maken om welke bedrijven het gaat.
D66-Kamerlid Joost Sneller wil in schriftelijke vragen weten of de premier bereid is daarop actie te ondernemen.
Het Kamerlid stelt zijn vragen specifiek met het oog op de aandelenportefeuille van NSC-staatssecretaris Folkert Idsinga van Fiscaliteit en Belastingdienst. Van hem was al bekend dat hij een aandelenportefeuille bezit, maar deze week maakte RTL daarbovenop bekend dat deze een waarde vertegenwoordigt van ruim 6 miljoen. Vervolgens lieten behalve D66 ook GL-PvdA, SP en PVV deze week in het nieuwsmedium weten dat Idsinga wat hen betreft openheid van zaken moet geven, om zo het risico van (schijnbare) belangenverstrengeling en niet-objectieve politieke besluitvorming te vermijden.
Staande praktijk
Sinds 2002 is de staande praktijk in Nederland dat de formateur in een een-op-een-gesprek met elke kandidaat-bewindspersoon diens relevante financiële en zakelijke belangen aan de orde stelt. De gedragsregels daarover schrijven voor dat de aspirant-minister of -staatssecretaris vervolgens „een aanvaardbare voorziening” dient te treffen.
Welke dat is, meldt de minister-president vervolgens van geval tot geval in een Kamerbrief.
Heeft de aankomend bewindspersoon financiële belangen in aandelen of risicodragende participaties en/of investeringen in individuele beursgenoteerde én niet-beursgenoteerde ondernemingen boven een bedrag van 25.000 euro, dan hoort hij of zij daar gedurende de ambtsperiode geen invloed op te kunnen uitoefenen. Het op afstand plaatsen van die belangen geldt al sinds 2002 als een „geaccepteerde oplossingsrichting.” Dit was ook de optie waar Idsinga deze zomer voor koos, zo valt af te leiden uit de Kamerbrief die Schoof daarover verstuurde. De voltallige Kamer, D66 incluis, legde zich daarbij neer.
In het geval van D66 was dat opmerkelijk. In oktober 2021 kreeg Sneller namelijk een Kamermeerderheid achter een motie die toenmalig premier Rutte vroeg om bewindspersonen zoals Idsinga ook de namen van de betrokken vennootschappen openbaar te maken. Ook ChristenUnie en SGP drongen daar destijds op aan.
Rutte schoof die oproep echter terzijde en toen Idsinga deze zomer volstond met het op afstand plaatsen van belangen trok geen enkele partij daarover aan de bel, dus ook D66 niet.
Oorlogspad
Getuige de Kamervragen van Sneller kiest de partij dus alsnog het oorlogspad, maar of de PVV tot het laatste toe voet bij stuk zal houden, valt nog te bezien. Worden de regels aangescherpt, dan zullen namelijk ook de PVV-bewindslieden Faber (Asiel en Migratie), Szabó (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) en Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg). Ook van de aandelenportefeuille die zij bezitten, is de samenstelling onbekend.