Nederlandse middelbare scholieren willen graag meer leren over eerste hulp, blijkt uit onderzoek van het Rode Kruis. Docenten zorg en welzijn Carla Lobbezoo en Harry Smit zijn groot voorstander: „Iedere leerling krijgt wel een keer met een ongeval in de nabije omgeving te maken.”
„Ik ga je om je middel vastpakken”, zegt Carla Lobbezoo tegen Heidy, die een rood vest heeft aangetrokken. Het is een antiverstikkingstrainer, speciaal ontworpen om te oefenen met buikstoten. De docente vouwt haar handen voor Heidy’s buik. „Om te voorkomen dat ze door de ruit vliegt”, verduidelijkt ze aan de elf andere aanwezige leerlingen –allemaal meiden– van klas K4BB van het Van Lodenstein College (VLC) in Kesteren. „Dan geef ik vijf stoten”, kondigt Lobbezoo vervolgens aan. Bij de eerste vliegt Heidy met een ruk naar voren. Gelach klinkt. „Het mag best lekker hard”, benadrukt Lobbezoo. „Houden jullie je handen vast omhoog”, vraagt ze het groepje leerlingen dat tegenover het ‘slachtoffer’ zit. „Dan kunnen jullie de kauwgom opvangen.” „Ieeeeh”, reageren de meiden met een vertrokken gezicht. Ondertussen geeft Lobbezoo haar leerling nog enkele buikstoten. Met resultaat: de ‘kauwgom’ –een geel vormpje van piepschuim– vliegt door het lokaal en landt op de grond.
Klas K4BB krijgt op deze woensdagochtend EHBO-les van Carla Lobbezoo en Harry Smit. In het afgelopen halfuur heeft Lobbezoo theorie uitgelegd aan de hand van de fictieve casus van oma Truus, die midden in Kesteren ongelukkig ten val is gekomen. In filmpjes passeren vier verschillende onderwerpen de revue: verband aanleggen, de Rautekgreep, rug- en buikstoten bij verstikking en de stabiele zijligging. „Zorg altijd eerst voor je eigen veiligheid”, benadrukt Lobbezoo. „Als het niet veilig is, ga je niet naar het slachtoffer toe.”
Na de uitleg is het tijd voor de praktijk. Nu krijgt Anne-Lynn de rode verstikkingstrainer aan. „Aaaah”, gilt ze als klasgenoot Lindsey een slag op haar rug geeft. De meiden gieren het uit. „Je moet wel omhoog slaan”, adviseert Heidy, die inmiddels ervaringsdeskundige is. Lobbezoo loopt net langs en doet het ook nog even voor. „Je moet goed tegen haar aan gaan staan”, zegt ze tegen Lindsey. Onder veel gelach blijft die oefenen. Na vijf rugslagen is de ‘kauwgom’ er nog niet uit. Tijd voor de buikstoten. Lindsey en Heidy helpen elkaar. „Harder, veel harder, je moet echt een ruk geven”, moedigt Heidy aan. Dan vliegt het gele schuimpje eindelijk het vest uit. ‘Slachtoffer’ Anne-Lynn kan weer vrij ademen.
Door de klas klinkt tijdens het oefenen steeds gegiechel en gelach, zo nu en dan een gil. Her en der liggen leerlingen op de grond. Zo nu en dan krijgt het lachen de overhand, maar na een milde vermaning van Smit of Lobbezoo wordt er toch weer –min of meer– serieus geoefend.
Rode Kruis
Meer dan 80 procent van de middelbare scholieren wil graag meer EHBO-les, bleek in september uit een peiling van het Rode Kruis. Nu krijgt een derde van de scholieren tussen de dertien en zeventien jaar onderwijs over eerste hulp. Dat vinden zij zelf –en het Rode Kruis met hen– te weinig.
Het aantal Nederlanders met de juiste kennis over eerste hulp is sowieso relatief laag: 21 procent van de mensen boven de twaalf jaar beschikt over een EHBO-diploma. Ter vergelijking: in Duitsland, waar een EHBO-cursus verplicht is voordat je je rijbewijs haalt, heeft circa 80 procent van de mensen zo’n certificaat. Terwijl dat certificaat er wel toe leidt dat mensen te hulp schieten bij een ongeval: mensen die een EHBO-cursus gevolgd hebben, grijpen in 86 procent van de gevallen in. In de groep zonder certificaat is dat 37 procent.
EHBO-les voor scholieren lijkt een goede manier om het aantal burgers met kennis over eerste hulp op te krikken. In Noorwegen, waar EHBO een vast onderdeel is van het lesprogramma, heeft ongeveer 90 procent van de mensen kennis in huis om in actie te komen bij een ongeval. En in Denemarken is het aantal geslaagde reanimaties verdrievoudigd nadat eerste hulp een vast lesonderdeel werd.
Het Rode Kruis pleit dan ook al jaren voor EHBO in het Nederlandse onderwijscurriculum. De organisatie ziet scholen als de plek bij uitstek om eerste hulp te leren. Tegenstanders brengen in dat dit tijd en geld kost, terwijl de druk op het onderwijs al hoog is en het curriculum overvol.
In 2019 werd een petitie voor EHBO als vast lesonderdeel op middelbare scholen meer dan 60.000 keer ondertekend. Naar aanleiding daarvan stemde in 2021 een Kamermeerderheid voor een onderzoek naar de mogelijkheden hiervoor. Toch is er tot op heden nog geen sprake van dat eerste hulp verplichte kost wordt in het onderwijscurriculum.
Bril
Op de locatie Kesteren van het VLC is EHBO al wel een vast onderdeel voor alle vmbo-leerlingen met het profiel zorg en welzijn. In leerjaar vier zijn de leerlingen ongeveer acht weken bezig met de module ”Voorkomen van ongevallen en EHBO”. Lobbezoo en Smits behandelen dan thema’s als veiligheid, verbranding en vergiftiging. De les van vandaag hoort bij deze reeks.
De leerlingen krijgen uitgebreid de tijd om te oefenen. Brenda, Louise en Sanne zijn bezig met de Rautekgreep, een manier om een bewusteloos slachtoffer te verplaatsen. „Je bril moet nog af!” roept Louise, terwijl Sanne Brenda al onder haar oksels vastheeft. „O ja!” Sanne reikt meteen naar Brenda’s bril. „Wacht, nee, het hoeft toch niet”, bedenkt Louise zich dan. „Dat is volgens mij alleen bij de stabiele zijligging.” Prompt laat Sanne de net opgepakte bril weer los. Hij valt op Brenda’s neus. De drie meiden komen niet meer bij van het lachen.
In een andere hoek van het lokaal is de sfeer serener. Maaike, Nienke en Jeanne oefenen met het verbinden van hand en pols. Rustig lezen ze het stappenplan dat op tafel ligt. Maaike, met blauwe handschoenen aan, verbindt geconcentreerd de hand van Jeanne.
„Ho, ho, wacht even”, verbreekt docent Smit de stilte. Maaike heeft het verband net afgeknipt. „Kijk, het blijft bloeden, het komt er helemaal doorheen!” wijst Smit naar het smetteloze verband. „Wat ga je nu doen?” De drie meiden kijken elkaar besluiteloos aan. „Je gaat druk uitoefenen”, helpt Smit. Hij pakt een ander soort verband van de tafel. „Kijk, dit is elastisch. Het maakt niet eens zo veel uit hoe je het eromheen doet, als je maar zorgt dat het bloeden stopt”, legt hij uit terwijl hij een drukverband aanlegt bij Jeanne. „Waar moet je naartoe nu de wond blijft bloeden?” „De huisarts”, gokt Maaike. Dat klopt. „In de auto moet je de arm hoog houden.” Daar weet Smit wel een handige manier voor: met een rol verband bindt hij Jeannes arm tegen haar lichaam aan. „Nu kun je naar de dokter.”
Ongemakkelijk
Hoe vinden de leerlingen het om zo op elkaar te oefenen? „Soms wel ongemakkelijk”, vindt Annemarie. „Je mag eigenlijk niet lachen. Maar als je zulke oefeningen met vriendinnen uitvoert, barst je automatisch in lachen uit”, merkt Alie. „Als zoiets in het echt gebeurt, is het niet meer om te lachen”, peinst Sanne.
„Waar je ook gaat werken, EHBO heb je altijd nodig” - Alie, leerling VLC Kesteren
De drie vierdeklassers willen later graag „iets met kinderen” gaan doen. Hoewel ze niet van plan zijn om in de zorg te gaan werken, vinden ze de EHBO-lessen waardevol. „Je leert er wel iets van”, vindt Alie. „Hoe het in de praktijk gaat, als er écht iemand ligt.” Sanne: „Dat gebeurt niet vaak, maar als het gebeurt, weet ik nu wel wat ik moet doen. Dat geeft wel een fijn gevoel. Onbewust wist ik veel dingen al: bijvoorbeeld dat je iemand moet wegslepen als hij op een drukke weg ligt. Nu leer ik de manier waarop ik dat het beste kan doen.”
Het lijkt de drie meiden een goed idee als alle middelbare scholieren les krijgen in EHBO. „Het kan overal en nergens gebeuren dat iemand flauwvalt”, zegt Alie. „Waar je ook werkt, je hebt het dus altijd nodig.”
Serieuze situaties
Ook Lobbezoo en Smit vinden EHBO-les voor alle middelbare scholieren „absoluut” een goed idee. Lobbezoo: „Als school bereiden we leerlingen voor om als christen te functioneren in hun vervolgopleiding, hun latere beroep en de samenleving. Daar hoort EHBO gewoon bij. Hoe meer mensen levens kunnen redden, hoe beter.” Smit: „Het maakt niet uit of je vmbo’er bent of vwo’er; iedere leerling krijgt een keer met ongevallen te maken in zijn werk- of privésituatie. Dat hoort bij het leven.”
„Omzien naar een ander is een Bijbelse opdracht” - Carla Lobbezoo, docent VLC Kesteren
EHBO hoort volgens de twee ook juist thuis op een reformatorische school. „Omzien naar een ander is een Bijbelse opdracht”, stelt Lobbezoo. „Denk aan de gelijkenis over de barmhartige Samaritaan: wij moeten niet met een grote boog om iemand heen lopen, hoe smerig en verwond hij er ook uitziet. We hebben de taak om te helpen.”
De docenten proberen in hun lessen serieuze situaties te creëren. Hoewel er geregeld gegiecheld wordt, beseffen scholieren dat het om iets belangrijks gaat, merken ze. „Leerlingen zijn soms best ontdaan”, zegt Smit. „Als je het over bepaalde verwondingen hebt, kun je ze best raken: wat doet dat met iemand? Ook laten we ze bepaalde situaties inbeelden. Stel, iemand valt flauw op het schoolplein en alle leerlingen staan het te filmen met hun mobieltje. Hoe handel je dan?”
„We proberen voorbeelden te gebruiken die ze voor zich kunnen zien”, zegt Lobbezoo. „Het huis staat in brand, en er is nog iemand boven. Dan mag je er vanwege je eigen veiligheid niet meer naartoe. Maar wat als het je broertje of zusje is?”
Het samen oefenen van situaties en handelingen is „een kwetsbare activiteit” volgens Smit. Zeker als mannelijke docent voor een klas vol meiden is dat iets om bewust mee bezig te zijn, vindt hij. „Een van de eerste regels die we leerlingen uitleggen, is dat we werken als professionals. Als ik de stabiele zijligging oefen met een meisje, vraag ik altijd om een vrijwilliger uit de klas. Dan zeg ik: Ik moet nu aan je zitten, maar dat doe ik als professional.” Smit moet dat meer uitleggen dan Lobbezoo, merkt zij: „Als ik het doe, is het geen issue.”
De leerlingen krijgen na het afsluiten van de module geen erkend EHBO-diploma: daarvoor zouden Lobbezoo en Smit zelf erkend instructeur moeten zijn, of een extern instructeur moeten inhuren. „Dat is best een kostenpost. We zijn bezig dat te regelen, maar het moet ook in het onderwijsbudget passen.” Alleen voor het onderdeel reanimeren krijgen de leerlingen een officieel certificaat, want daarvoor zijn de docenten wel erkend instructeur. Voor de andere onderdelen krijgen ze toetsen, en sommige onderdelen keren ook terug in het examen.
De twee docenten zouden het liefst zien dat EHBO-lessen schoolbreed worden aangeboden en werken aan een concreet plan daarvoor. Smit: „De wens is er, maar je moet ook de middelen hebben.”