Alblasserdammer hielp slachtoffer Tro Tardi: „Ik zit midden in een trauma”
Luttele seconden na de dodelijke schietpartij op zorgboerderij Tro Tardi in Alblasserdam ontfermde Peter van Verk (52) zich over een zwaargewond slachtoffer. Nog altijd spoken akelige beelden door zijn hoofd.
Peter van Verk: „Ik zit nog midden in een trauma. Ik maak mezelf verwijten. Voordat ik ga slapen, gaan er zo veel scenario’s door mijn hoofd. Soms wel tweeënhalf uur lang. Wat zou er zijn gebeurd als ik John S. gelijk had aangesproken? Hij glipte door het boerenhek dat ik wilde sluiten. Hoe zou het zijn gegaan als ik die vrijdagochtend niet met mijn begeleidster bij Tro Tardi was vertrokken, om taart te gaan halen in Alblasserdam?
Ik heb zo’n 28 jaar in het gevangeniswezen gewerkt. Bij mij is vroeger een hersentumor ontdekt. Ongeveer tien jaar geleden ben ik voor het eerst geopereerd. Er volgden bestralingen, chemotherapie. Het is een rare tumor, hij zit tussen goedaardig en kwaadaardig in. Ik kan er niet meer aan geholpen worden. Om het halfjaar krijg ik een scan. Ik word waarschijnlijk niet oud. Ik ben arbeidsongeschikt verklaard. Praten gaat vaak moeilijk, mijn geheugen wordt minder, ik ben snel moe.
Wennen
Sinds een jaar of drie ga ik naar Tro Tardi in Alblasserdam. Drie dagdelen per week. Als ik te moe ben, komt mijn vrouw Bianca me ophalen. We wonen er in de buurt, een paar minuten lopen. Na zo veel jaar in het gevangeniswezen te hebben gewerkt, was het erg wennen op de boerderij. Maar ik ben daar goed begeleid. Ik werk hoofdzakelijk met de koeien. Anderen vinden koeienmest opruimen niet zo’n lekker karweitje, maar ik vind het niet zo erg.
Op vrijdagochtend 6 mei 2022 werkte ik ook op de boerderij. Ik ben op 7 mei jarig. Dus samen met mijn begeleidster zou ik met de auto gebak halen bij de bakker. Zij reed. Ik stapte uit en deed het boerenhek open, mijn begeleidster reed het terrein af en wachtte tot ik weer in de auto zou gaan zitten. Ik was bezig het hek weer te sluiten.
Toen kwam ik hem (John S., JV) tegen. Ik dacht bij mezelf: Peet, er is iets. Een onderbuikgevoel, het is moeilijk uit te leggen. Een onbestemd voorgevoel. Misschien heeft het te maken met mijn ervaring in het gevangeniswezen. Ik zei tegen mijn begeleidster: „Ik weet het niet, er is iets.” De man zou ook een vader van een cliënt kunnen zijn. Ik kon mijn voorgevoel niet staven. Toen zei mijn begeleidster: „Dan ga ik ze bellen op de boerderij.”
Automatische piloot
Rond dat moment klonken de eerste schoten. Het ging allemaal zó snel. Toen kwam hij terug, hopsakee, alsof er niks aan de hand was. Wij schuilden achter onze auto. Ik dacht: straks schiet hij mij dood.
Bij mij ging de automatische piloot aan. Handelen, handelen. Ik zag Nathalie als eerste liggen. Ze had vlak daarvoor bij de paarden gestaan. Ik heb haar gecontroleerd. Ik heb gekeken of ik haar kon redden. Dat kon niet meer. Een paar meter verderop lag Fleur. Op mijn knieën ging ik naast haar zitten. Ik hoorde haar praten. Ze vroeg: „Leeft het paard nog?” Ik zei: „Die leeft nog.” Ze zei: „Ik ben zo moe.” Toen zei ik: „Ja, maar we gaan niet slapen.”
Ik heb haar stabiel gelegd. Anders kan het fout aflopen. Ik heb haar vastgehouden, ik zat helemaal onder het bloed. Praten. Zorgen dat ze niet wegvalt. Dat heb ik in het verleden geleerd tijdens verplichte EHBO-oefeningen. Ik zei: „Probeer rustig te blijven.” Ambulances kwamen vrij vlot, al leek het voor mij oneindig lang te duren. Ze is met spoedtransport naar Rotterdam vervoerd. Ann-Sofie is in een gebouwtje doodgeschoten. Daar ben ik niet geweest.
Het ambulancepersoneel kwam naar mij toe. Ik begon helemaal te trillen. Ze hebben me naar de ziekenwagen gebracht. Daar was het lekker koel. Dat hebben ze netjes gedaan.”
Traumahelikopter
Bianca van Verk (47), vrouw van Peter: „Ik hoorde sirenes toen ik die vrijdagmorgen met onze honden in Alblasserdam liep. Ik zag een traumahelikopter aankomen en zag hoe die ergens in de buurt van Tro Tardi landde. Toen raakte ik in paniek. Ik bracht de honden thuis en haalde mijn telefoon op. Rond die tijd zag ik dat Peter me twee keer gebeld had.”
Hij: „Ze hebben me op de boerderij geholpen om Bianca te bellen. Toegangscode en alles. Maar ze pakte niet op.”
Zij: „Zijn voicemail hoorde ik pas uren later. Hij sprak toen iets in als: „Er is hier geschoten. Kom hierheen.” In blinde paniek ben ik met de auto naar de zorgboerderij gereden. Ik geloof dat ik in 150 meter bij wijze van spreken 120 verkeersovertredingen heb gemaakt. Ik ben het terrein opgerend. Een politieman hield me tegen. Ik weet niet wat ik tegen die man heb gezegd, het zal niet heel fraai geweest zijn, maar hij ging opzij.
Toen ik verder rende, kwam ik een andere politieagent tegen. Ik schoot langs de ambulance om te kijken waar Peter was. Toen zag ik hem zitten. Ik werd helemaal gek. Hij zat onder het bloed. Ik wens die aanblik niemand toe. Er zat al een ambulancemedewerker bij hem.
Praten kon Peter niet. Hij had het ijskoud. Er kwam alleen maar gemurmel uit. Daar was geen touw aan vast te knopen. Hij was volledig de weg kwijt. Wat hij heeft gezien en meegemaakt, is niet niks. Hij zat daar op een bankje. Ze waren met hem bezig. Bloeddruk en hartslag meten, dat soort dingen. Ik kreeg van het ambulancepersoneel te horen: „Het ziet er heel erg uit, maar hij is niet gewond. Wel is hij in shock.”
Ik voelde opluchting en realiseerde me dat Peter buiten schot was gebleven. Toen ik aankwam, was de gewonde Fleur net weggebracht. Wel zag ik Nathalie nog liggen, voordat ze werd afgedekt. Ook was ik er getuige van hoe Roan werd afgevoerd op een brancard. De jongen was lijkwit en zat onder de slangen. Zuurstof, infuus, dat soort dingen. Hij heeft het gelukkig overleefd.
Op de boerderij heb ik twee mensen gebeld. Een zus van Peter en mijn broer. Ook heb ik een bericht op Facebook gezet. De teneur was: Peter is oké. Toen heb ik de telefoons uitgezet. Rinkelende telefoons kun je er op zo’n moment niet bij hebben.
Volle zon
Ik ben verder gelopen op de boerderij. De kantine mocht ik niet in, dat was een plaats delict. Daar is Ann-Sofie doodgeschoten. Ik zag cliënten en personeelsleden bij de koeienstallen op het boerderijterrein staan. Huilen, schreeuwen, ogen vol emotie. Ik kon een cliënt die in paniek was rustig krijgen.
Mensen stonden midden in de volle zon. Iemand was al verbrand in haar gezicht en nek. Ik zei tegen een ambulancemedewerker: „Als jullie meer slachtoffers willen hebben, moet je de mensen zo laten zitten.” Ik vroeg een hulpverlener te zorgen voor drinken en beschermende dekens. Uiteindelijk is dat netjes geregeld.
Met Peter ben ik toen naar de huisarts gegaan. Mijn man kreeg extra rustgevende medicatie. Later die dag bezochten we een bijeenkomst in cultureel centrum Landvast in Alblasserdam. Die was bedoeld voor mensen die de schietpartij hebben meegemaakt. Daar waren ook de burgemeester, traumapsychologen, politie en Slachtofferhulp. Peter wilde mensen van de boerderij omhelzen.
’s Avonds kregen we iets meer rust. Op ons gemak hebben we de berichten op onze telefoons gelezen. Ook volgden we de nieuwsberichten. De honden moesten nog uitgelaten worden. Ik heb die nacht niet geslapen.”
Hij: „Ik heb nog slaapmedicatie ingenomen. Ik ben snel in slaap gevallen. Die slaap had ik nodig.”
Zij: „Een psychiater en Slachtofferhulp hebben contact met ons gehad. Ze vroegen hoe het ging.”
Hij: „Ik heb na de schietpartij wakker gelegen van de moorden. Ik heb gezegd: Had hij mij maar doodgeschoten in plaats van Nathalie en Ann-Sofie. Zij stonden nog vol in het leven. Daar loop ik nog steeds mee.”
Zij: „Het is heftig om te horen als Peter dat zo zegt. Het is van hem niet reëel om zo te denken. Dat weet hij van mij. Je hebt het niet voor het uitkiezen.”
Terugslag
Hij: „Enkele weken na de schietpartij zijn Bianca en ik zo’n twee weken op vakantie gegaan naar Turkije. Ik wilde die reis eigenlijk afzeggen. Maar Slachtofferhulp en ook mensen van de boerderij zeiden: „Peter, jullie moet gaan!” Ik voelde me in Turkije een beetje schuldig.”
Zij: „Die vakantie is ons zwaar gevallen. We hadden twee weken sterk een schuldgevoel: Er zijn doden gevallen, en twee zwaargewonden, en wij zitten lekker in Turkije. Maar uiteindelijk moet je dat zo niet zien.”
Hij: „Tijdens de vakantie heb ik nog contact gehad met Slachtofferhulp. Die organisatie biedt een luisterend oor.”
Zij: „Bij mij kwam in januari dit jaar een terugslag. Sindsdien ben ik onder behandeling van een psycholoog. Eerder was ik vooral met Peter bezig. Totdat een buitenstaander vroeg me: „Vertel eens wat jíj hebt meegemaakt?” Toen kwam de impact van de schietpartij ineens binnen. Ik werd vergeetachtig en gepikeerd. Ik werd bijvoorbeeld heel boos als ik iets liet vallen.”
Hij: „Bij mij lijkt het trauma erger geworden vergeleken met de periode net na de schietpartij. Het is heel moeilijk. De hulpverlening zegt: „We kunnen u niet helpen, omdat u een hersentumor heeft.” Dan denk ik: ik kom niet voor de tumor, ik kom voor wat er gebeurd is op de zorgboerderij. Ik ga nog steeds naar Tro Tardi, als het kan drie dagdelen per week. Dat boerenhek is moeilijk. Als ik daarnaar kijk, zie ik weer de beelden van de schietpartij voor me. Toen ik het hek wilde dichtdoen, is John S. daar doorheen geglipt. Maar hij had ook via een ander, kleiner hek het terrein op kunnen komen.”
Wij hebben het proces tegen John S. meegemaakt. Hij had een duidelijk plan. S. pleegde op 4 mei 2022 een verschrikkelijke moord in Vlissingen. Vervolgens verbleef hij in een hotel in Papendrecht. En op 6 mei liep hij naar de boerderij. In die dagen had hij zich kunnen aangeven bij de politie.
John S. zei in de rechtszaal telkens: „Ik kan het niet bevatten.” Alsof hij telkens hetzelfde bandje afspeelde. Hij kwam timide over. Maar ga me niet vertellen dat hij timide is.” Met stemverheffing: „Als een vent kwam hij het terrein van Tro Tardi oplopen. Als een vént! En hij haalde de trekker over. Willens en wetens. Doelgericht. Ik heb hem zien lopen. Ook toen hij terugkwam. Hij had een wraakplan. Dat weet ik heel zeker.”
Zij: „Wij hebben de camerabeelden gezien waarop John S. het boerderijterrein oploopt. Daar blijkt niet dat hij in totale paniek is. Zijn moorden waren geen spontane actie. Ik vind hem een zielig mannetje. Natuurlijk voel ik boosheid richting de dader. De camerabeelden waarop hij is te zien, roepen woede bij me op. Hoe verzin je zoiets?”
Hij: „Vooral de dag waarop nabestaanden en slachtoffers hun verklaringen voorlazen, was emotioneel.”
Zij: „Zeker de toespraak van de oma van het dodelijke slachtoffer Ann-Sofie was indrukwekkend. Haar boosheid kwam recht uit haar hart. Ze spuwde de woorden eruit. De eis van dertig jaar en tbs vind ik perfect. Ik ga ervan uit dat John S. sowieso levenslang door de overheid wordt gevolgd.”
Hij: „Ik ben niet bang voor John S. Ook niet als hij vrij zou komen.”
Zij: „Als een traumahelikopter heel laag overkomt, krijg ik kippenvel. Op de boerderij kijk ik automatisch naar de plek waar ik Peter zag zitten en Nathalie zag liggen. Dat grijpt me nog steeds aan.”
Hij: „Pas landde de traumahelikopter ongeveer náást Tro Tardi. Zo hup, over de sloot, daar ging-ie. Toen had ik het moeilijk. Beelden van de schietpartij kwamen terug.”
Zij: „Ik ben alerter als ik iemand tegenkom over wie ik een soort vervelend gevoel krijg.”
Erepenning
Bianca van Verk pakt de onderscheiding erbij die haar man in september kreeg. Voorlezend: „Zijne Majesteit de koning heeft bij zijn besluit van 31 mei 2022 Hermanus Gerardus Pieter van Verk onderscheiden met de erepenning voor menslievend hulpbetoon in brons wegens moedig en beleidvol optreden. Waarbij hij op 6 mei 2022 met gevaar voor eigen leven eerste hulp heeft verleend aan twee zwaargewonde slachtoffers na een schietpartij, ondanks de dreiging van een mogelijk nog aanwezige dader.”
Hij: „John S. was gek genoeg om terug te komen. Ik was die momenten niet bang.”
Zij: „We zitten nog midden in de verwerking. Ik heb nog steeds nachtmerries. Ik heb heftige dingen gezien. Misschien krijgen we in de toekomst nog een hoger beroep. Ik hoop dat we daarna echt rust krijgen. Peters verjaardag op 7 mei hebben we in 2022 niet gevierd. Dit jaar ook niet. Er blijft een wolk over die dag hangen.”