Wat te doen als je in een mui terechtkomt?
Drie zwemmers raakten dit weekend vermist aan de Nederlandse kust. Twee werden er veilig uit het water gehaald. Het lichaam van een 8-jarige jongen is maandag gevonden. Wat te doen als je in een mui terechtkomt?
Drones, helikopters en duikteams. Met man en macht zocht de politie naar het 8-jarige jongetje dat zaterdag vermist raakte in de zee bij de Rotterdamse Maasvlakte. Maandag werd het lichaam van de jongen gevonden bij de Slufter op de Maasvlakte.
Ook bij het Franse Bordeaux kwam dit weekend een Nederlander om het leven. De 50-jarige man verdronk toen hij de zee inging om zijn dochter te redden. Franse media berichten dat de dochter in moeilijkheden kwam door een diepe mui. Zij wist uiteindelijk zelf het strand weer te bereiken.
Jaarlijks komt er een groot aantal zeezwemmers in de problemen door deze sterke onderstroom. „Muien zijn geulen die zich tussen zandbanken bevinden”, legt duiker Ben Stiefelhagen, die veiligheidstrainingen organiseert, uit. In een mui –maximaal zo’n 30 meter breed en 100 meter lang– stroomt het water richting de zee of naar het strand. De stroomsnelheid in zo’n geul kan oplopen tot 10 kilometer per uur. Alertheid is dus geboden. „Als je voelt dat er flink wat zand onder je voeten vandaan spoelt, weet je dat je op de verkeerde plek staat of zwemt”, zegt Stiefelhagen.
Schuin
Wie in een mui terechtkomt, moet zijn natuurlijke reactie onderdrukken, zegt de duiker. „Mensen voelen dat ze worden meegezogen door de stroming en proberen zich terug te vechten. Vaak raken ze dan in paniek. Ze gaan hyperventileren en krijgen daarbij veel water binnen.” In plaats van terug te vechten moeten zwemmers zich mee laten voeren. „Als je voelt dat de stroming afneemt, zwem je schuin terug naar de kust. Waarschijnlijk kom je enkele honderden meters verder aan land dan waar je de zee in bent gegaan. Maar dan sta je wel weer levend aan de kant.”
Voor zwemmers die ternauwernood gered zijn, is het gevaar echter nog niet direct geweken. Zij lopen nog het risico op een zogenoemde tweede verdrinking. „Regelmatig gebeurt het dat zwemmers die levend uit het water gered zijn, een aantal dagen later alsnog in het ziekenhuis overlijden”, zegt Stiefelhagen. „Door vochtophoping in de longen exploderen de longblaasjes. Dat kan dodelijk zijn.”
