Zetmeelaardappel profiteert van groeizame zomer
De coöperatieve zetmeelaardappelverwerker Royal Avebe zet alle zeilen bij om het rendement voor de aangesloten telers te verbeteren. Toch loopt het areaal gestaag terug. „De concurrentie op de akker is groot.”
Het rustige herfstweer pakt goed uit voor de akkerbouwers in de Drents-Groningse Veenkoloniën, het hartland van Avebe. Inmiddels is zo’n 75 procent van de aardappelen gerooid. Her en der in het landschap liggen hopen aardappelen te wachten totdat ze naar de fabrieken in Ter Apelkanaal en Gasselternijveen worden gebracht.
De fabrieksaardappelcampagne draait op volle toeren. Van eind augustus tot half april verwerken de vier fabrieken –ook in Duitsland staan er twee– zo’n 2,5 miljoen ton zetmeelaardappelen, afkomstig van ruim 2000 aangesloten akkerbouwers.
Groeizaam
Na een trage start van de teelt in het tweede natte voorjaar op rij, volgde in Nederland een groeizame zomer. Nu de campagne bijna twee maanden loopt, blijken de aardappelen flink wat zetmeel te bevatten: gemiddeld 20,5 procent, wat ruim een procentpunt meer is dan vorig jaar. Daarbij zijn de aardappelen ook relatief schoon: er komt zo’n 4 procent tarra (grond, stenen en loofresten) mee naar de fabriek, heel wat minder dan in de natte herfst van 2023.
Avebe maakte deze voorlopige cijfers woensdag bekend. Dat is goed nieuws voor de boeren, want zetmeelgehalte en tarra bepalen de prijs die zij ontvangen voor hun aardappelen. Die zit de laatste jaren voorzichtig in de lift. De zogeheten prestatieprijs bereikte in het laatste boekjaar 2022-2023 een record van 133,34 euro per ton geleverde aardappelen. Het seizoen daarvoor was dat nog 98,56 euro.
Uit de aardappelen haalt Avebe zo’n beetje alles wat er te benutten valt: zetmeel, eiwit en vezels. De eerste twee zijn grondstoffen voor tal van voedingsmiddelen en industriële producten, van soepen en sauzen tot bakkerijproducten, van vlees- en zuivelvervangers tot papier en lijmstoffen. De vezels gaan het veevoer in.
Concurrentie
Het draagt allemaal bij aan het rendement voor de telers. Toch staat de teelt onder druk, zegt Harm Germs, manager improve en kennisontwikkeling bij Avebe. Dat komt vooral door wat hij noemt de concurrentie op de akker.
Germs: „De overheid verplicht boeren rustgewassen te telen, zoals granen. Daardoor kunnen ze minder vaak aardappelen verbouwen.” Ook andere gewassen, waar boeren meer aan verwachten te verdienen, zijn in opkomst. Germs noemt erwten en uien.
Traditionele uienteeltgebieden als Zeeland en de Noordoostpolder kampen volgens hem met bodemgebonden ziekten. „Op de zand- en dalgrond hier in het noordoosten kunnen boeren ook een goede kwaliteit uien telen.”
Volgens voorlopige cijfers van statistiekbureau CBS is het areaal zetmeelaardappelen in Nederland dit jaar met 7,9 procent gekrompen naar 39.000 hectare.