Kerken uiten zorgen over anticonversiewet
De voorgenomen anticonversiewet die in 2022 aanhangig is gemaakt in de Tweede Kamer is voorbarig. Die zorg uit het Breed Beraad Protestantse Kerken in een brief aan de Tweede Kamer.
De wet verbiedt het ambts- en beroepshalve uitrichten van therapieën en praktijken die beogen iemands seksuele geaardheid of genderidentiteit te veranderen of te onderdrukken.
Wie dat bij minderjarigen doet, heeft als het aan de indieners ligt hoe dan ook strafvervolging te duchten. Ook als volwassenen de doelgroep vormen, dreigt strafvervolging, maar dan alleen wanneer bijvoorbeeld een pastor of een therapeut diens overwicht in een (behandel)relatie misbruikt.
In een toelichting op de wet staat dat handelingen strafbaar worden als daarbij druk wordt uitgeoefend, vanuit de opvatting dat er sprake is van een ziekte, een bezetenheid of van gevoelens die veranderd of weggenomen kunnen worden. Daarbij kan worden gedacht aan het geven van elektroshocks, maar ook aan extreme gebedssessies of het toedienen van libidoremmende medicatie. Of pastorale en therapeutische gesprekken als strafbaar kunnen worden beoordeeld hangt af van de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit daarvan, „alsook van de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden”, aldus de toelichting.
Bij deze en andere begrippen, die cruciaal zijn in de wet, ontbreekt een objectieve begrenzing, zo tekent het Breed Beraad Protestantse Kerken aan. „Voorts blijkt dat er geen feitelijke gegevens beschikbaar zijn over de omvang van het probleem dat met dit wetsvoorstel ondervangen zou moeten worden, terwijl de probleemanalyse lijkt gebaseerd op enkele individuele gesprekken met zogenaamde slachtoffers”, valt verder te lezen in de brief.
De kerken stellen vast dat de wet vanuit een eenzijdig genderbevestigende benadering dreigt te bepalen welke begeleiding van mensen met genderdysforie voortaan strafbaar zou moeten zijn.
De wet is ingediend door D66, GroenLinks-PvdA, SP, VVD en de Partij voor de Dieren. Bij de lancering hadden die nog een royale meerderheid. Inmiddels is die er niet meer.
Een deel van de partijen die nodig zijn om de wet over de streep te trekken, heeft zijn standpunt nog niet bepaald. Zij hebben de indieners gevraagd meer duidelijkheid te geven over de reikwijdte van de wet. Ook willen ze helder gemaakt krijgen waarom het bestaande wettelijke instrumentarium tekort zou schieten om te kunnen optreden tegen de conversiepraktijken waar het in de initiatiefwet over gaat.
Begin december, volgens de voorlopige Kameragenda, kruisen de indieners voor het eerst de degens met de Tweede Kamer in een plenair debat.