Verbod op conversiehandelingen veroorzaakt ongeluk
Ds. W. Elhorst reageerde op mijn artikel ”Anticonversiewet treft hart van christelijk leven” (RD 23-9). Hij waardeert de beoogde wet juist positief, ook al betekent die een aantasting van godsdienstvrijheid. Hij ziet het als een kans voor geloofsgemeenschappen om hun „schadelijke overtuigingen” kritisch te bezien.
De predikant toont zich hiermee voorstander van dwang door de overheid om zijn vrijzinnige manier van Bijbeluitleg in kerken af te dwingen. Althans, wanneer het gaat om seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Wie de Bijbel op deze punten blijft verstaan zoals christenen dit wereldwijd al duizenden jaren doen, en wie dit uitdraagt op een manier die uitgelegd kan worden als poging tot genezen, veranderen, ombuigen, beheersen of onderdrukken van seksuele oriëntatie en genderidentiteit, die maakt zich schuldig aan strafbaar handelen. Want die schaadt het geluk van lhbti’ers.
Deze zienswijze is om meerdere redenen problematisch. Allereerst, de Bijbel als Gods Woord verliest zo zijn gezag. Homoseksualiteit en transgender, inclusief allerlei variaties daarop, zijn bepaald geen nieuwe fenomenen. Ze zijn zo oud als de wereld na de zondeval. De Bijbel is daar eerlijk over en spreekt erover op een wijze die moeilijk mis te verstaan is. Het zijn fenomenen die bovendien steeds opnieuw de kop opsteken. Dat gold onder meer in de dagen van Noach, in Sodom en Gomorra en in de tijd van de Heere Jezus in het Romeinse Rijk.
Ongeluk bij geluk
Er is in de Bijbel geen positieve waardering van een „rijke diversiteit aan variaties in seksuele oriëntatie en genderidentiteit”. De Bijbel legitimeert twee genderidentiteiten („man en vrouw schiep Hij hen”) en één vorm van seksuele oriëntatie, namelijk tussen man en vrouw. Christus Zélf bevestigde dit, door de scheppingsorde als normatief te zien (Mattheüs 19: 4-9). De apostelen volgden in Zijn voetsporen. Afwijkingen hiervan zijn Bijbels gezien zondig, zelfs zodanig dat iemand die volhardt in een zondige levensstijl verloren gaat (Openbaring 22:15).
De maatstaf voor ds. Elhorst is echter niet Gods Woord, maar persoonlijk geluk. Hij schrijft: „Seksuele oriëntatie en genderidentiteit zijn onlosmakelijk verbonden aan wie mensen zijn. Een positieve waardering daarvan is een voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van mensen. Dit geeft hen de grootste kans op geluk…”
Maar wat nu als dit geluk slechts kortetermijngeluk blijkt te zijn? Als dit geluk uitloopt op eeuwig ongeluk, eeuwige schade? De Bijbel geeft alle reden om te geloven dat dit het geval kan zijn. Predikanten hebben als taak om betrouwbare wegwijzers te zijn, om mensen voor te bereiden op de eeuwigheid. Alle illusies van kortstondig aards geluk verbleken hierbij.
Overigens, de Bijbel is niet alleen helder wanneer het gaat om zondigheid op het gebied van homoseksualiteit of transgender. Ook alle vormen van zondigheid in de context van heteroseksualiteit worden afgewezen. In de Bijbel is wat dit betreft sprake van volstrekt gelijke behandeling! Denk aan incest, overspel, bestialiteit, echtscheiding en polyamoreuze relaties.
Christus legt de lat daarbij hoog: begerig kijken naar een vrouw is al overspel (Mattheüs 5:38). Zondigheid op het gebied van seksualiteit blijkt keer op een keer een zwakke plek van gevallen mensen, niemand uitgezonderd. We moeten ons van die zonden bekeren. Dat is de boodschap die Gods knechten moeten verkondigen (Ezechiël 33:8).
Ernstige fouten
Ds. Elhorst schrijft dat hij zich ervoor schaamt dat het nodig is dat er een wet komt waar ook conversiehandelingen van mensen met een geestelijk ambt onder vallen. In een bepaalde zin begrijp ik dat. Sommige conversiepraktijken die in vooral Amerikaanse kerken gepraktiseerd werden zijn inderdaad beschamend. Maar ik heb geen aanwijzingen dat ze in Nederland voorkomen. En als ze al zouden voorkomen geeft de huidige wetgeving voldoende basis om die te bestrijden.
Het probleem is echter dat de nu voorgestelde wet mogelijk veel verder reikt dan de bestrijding van deze uitwassen. Ieder die het klassieke christelijke belijden op het gebied van geslacht, huwelijk en seksualiteit uitdraagt in pastoraat en prediking, loopt het gevaar aangeklaagd te worden.
Daarmee zeg ik niet dat kerken in het verleden geen fouten hebben gemaakt in de omgang met andersgerichte mensen in hun midden. De zondigheid werd nogal eens benadrukt zonder dat zij geholpen werden om hun last te dragen. Vaak slipten zij in stilte weg uit de kerk of droegen in verstikkende eenzaamheid hun kruis.
In veel kerken is dat gelukkig veranderd. Diverse organisaties, zoals de werkgroep Struggel van Bijbels Beraad M/V, doen op dit vlak belangrijk werk. De beoogde anticonversiewet zal dit proces op zijn best hinderen, omdat die zal zorgen voor veel kramp.
Het zou trouwens zomaar kunnen dat ook ds. Elhorst zelf er nog spijt van krijgt als deze wet werkelijkheid zou worden. Want wie alle vormen van seksuele oriëntatie en genderidentiteit wil zien als rijke schakeringen in eindeloze variëteit, tekent in voor steeds nieuwe vormen die opgeld doen. Volgens MedicineNet zijn er nu 74 genders. In Schotland is er onrust over scholen die accepteren dat kinderen zich identificeren als dieren. Waar stopt dit?
Liefde
Ik schreef dat de beoogde conversiewet het hart van christelijk geloof treft. Dat is mijn diepe overtuiging. Het grote doel van de prediking is namelijk … conversie. Conversie van de héle mens wel te verstaan, met zijn hele hebben en houden, tot in het diepst van zijn ziel. Waarachtige conversie betekent een totale omkering, van zelfgerichtheid naar Christusgerichtheid. „Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij” (Lukas 9:23).
Zo’n conversie gaat gepaard met liefde tot Zijn geboden. De grote apostel der liefde zegt hiervan: „Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden” (1 Johannes 2: 3-5). Die liefde gun ik alle lhbti’ers. Die liefde gun ik ds. Elhorst.
De auteur is ondernemer en op diverse manieren kerkelijk en maatschappelijk actief.