Met de financiële opvoeding van kinderen gaat veel mis, en dat steekt Hogema. De succesvolle auteur van boeken over ondernemen, winst en geld besluit er een kinderboek over te schrijven voor 12-jarigen, waarna de jonge lezer zelf aan zet is. Via de door haar opgerichte Financially Fit Kids Foundation wil ze het boek aan alle kinderen in groep 8 gratis beschikbaar stellen.

Rode draad is het verhaal van Senna. Haar ouders hebben 1 miljoen euro gewonnen, maar dat is sneller op dan ze ooit voor mogelijk hielden. De familie komt in een huurflatje terecht en zelfs Senna’s laptop moet via Marktplaats worden verpatst. Aan haar de taak om een nieuwe bij elkaar te sparen én ervoor te zorgen dat haar geplande Summercamp in Schotland door kan gaan.

Tussen de bedrijven vraagt Hogema aandacht voor zeventien door haarzelf opgestelde regels, die kinderen niet alleen moeten helpen met geld om te leren gaan, maar hen ook in de gelegenheid stellen rijk te worden. De eerste is meteen al flink confronterend. Geld kan opraken, zelfs als je rijk bent.

Vervolgens benadrukt de auteur het belang van goed kunnen rekenen. Een laptop voor 23 euro per maand klinkt aantrekkelijk, maar is uiteindelijk misschien wel de helft duurder dan wanneer je hem meteen betaalt, rekent ze voor. En de afbetaling is een maandelijks blok aan het been dat je jaren achtervolgt.

In de intermezzo’s tussen het verhaal van Senna door steekt Hogema als een economiedocent de diepte in, maar wel op een toegankelijke manier. Ze legt uit dat je geld kunt investeren, bestemmen en verspillen, en dat dit voor iedereen anders ligt. De een zal de aanschaf van dure merkschoenen een verspilling vinden, terwijl de ander benadrukt dat hij er dan jaren mee kan doen. Ze wijst ook op pure verspilling, zoals fors in de buidel tasten om verder te komen in een onlinegame.

Jammer dat in dit licht niet gewezen wordt op de meerwaarde van thuis een lunchpakket klaarmaken. Duurzaamheid en eenvoudig leven staan duidelijk niet hoog op Hogema’s agenda en komen hooguit een keer als tussenzin voor. De boodschap ”Delen is vermenigvuldigen” klinkt gelukkig wel, maar dat is pas in regel 15.

Hogema heeft verstand van geld en van kinderen, dat zie je op elke bladzijde terug. Of ze daarmee ook de juiste persoon is om kinderen te leren met geld om te gaan, waag ik te betwijfelen. Het begint al met de nadruk op rijkdom in de titel, een woord dat de jonge lezer van begin tot eind als een worst wordt voorgehouden.

Bij regel 4 gaan bij mij nog meer alarmbellen af. Wat je gelooft, kun je bereiken, houdt Hogema de kinderen voor. Het is inderdaad zo dat, wil je succes hebben, het nodig is om ergens helemaal voor te gaan. Maar wat doet zo’n zinnetje met kinderen als ze falen?

Is dit boek daarom ongeschikt om te gebruiken, in klassikaal verband of in het gezin? Zeker niet. Het is een manier om de wereld van geld en goed en hoe we daar vandaag de dag mee omspringen beter te leren kennen, met alle valkuilen van dien.

Volg als opvoeder niet klakkeloos Hogema’s relaas, maar trek het breder. Bijvoorbeeld door de website van het Nibud ernaast te leggen, een instituut dat kennis deelt op het gebied van huishoudfinanciën. Onder het kopje financiële opvoeding helpt het ouders en kinderen stap voor stap op weg, van het eerste zakgeld tot rondkomen als jongvolwassene. Dat voelt meer als de echte wereld dan de reis die Senna aflegt.

En leg de Bijbel ernaast, met spraakmakende voorbeelden als Abraham en Job. Dan zet je rijkdom en armoede pas echt in perspectief.

De reis naar rijkdom. Alles wat je op school niet leert over geld, Femke Hogema, uitg. AnderZ; 128 blz.; € 17,50

> nibud.nl/onderwerpen/kinderen-en-jongeren/financiele-opvoeding