Traangas en molotovcocktails in Albanese hoofdstad Tirana
Enkele duizenden mensen demonstreerden maandagavond in de Albanese hoofdstad Tirana tegen de regering van premier Edi Rama. Ze beschuldigen hem van corruptie en onderdrukking van de oppositie. Ondertussen wachten Albanië toelatingsgesprekken tot de Europese Unie.
De eerste schermutselingen ontstonden voor het regeringsgebouw toen demonstranten –georganiseerd door de rechtse oppositie– een politieafzetting probeerden te doorbreken en sommigen van hen met molotovcocktails gooiden.
Vervolgens trok de menigte –net als tijdens protesten in juli dit jaar– richting het hoofdkwartier van premier Rama’s Socialistische Partij en het kantoor van de burgemeester van Tirana en scandeerde: „Weg met de dictatuur.”
Een journalist van persbureau AFP meldde dinsdag dat een spandoek met een afbeelding van Rama in vlammen opging. Ook werden een busstation en verschillende afvalcontainers in brand gestoken. De politie was in groten getale aanwezig en gebruikte traangas om de menigte uiteen te drijven.
Het protest vond plaats een week nadat oppositieleden van de Democratische Partij van Albanië (PDS) hun stoelen uit het parlement hadden gegooid en in brand staken uit protest tegen de gevangenisstraf die was opgelegd aan een van hun collega’s.
Drugshandel
Ervin Salianji, een functionaris van PDS, werd in september veroordeeld wegens het „afleggen van valse getuigenissen” in een zaak die draaide om drugshandel, waarbij de broer van een parlementslid van de regerende Socialistische Partij betrokken was.
De oppositie omschreef de arrestatie en veroordeling van het parlementslid als een „blinde wraakactie en politieke terreur tegen de Democratische Partij” en stelt dat de linkse premier Rama erachter zit.
Ze beschuldigt hem bovendien van corruptie, nepotisme, verkiezingsfraude, het beïnvloeden van de rechterlijke macht en van pogingen de oppositie het zwijgen op te leggen.
„De schermutselingen zijn een eerste stap richting burgerlijke ongehoorzaamheid” - Flamur Noka, functionaris PDS
De demonstranten eisen daarom dat de premier aftreedt. „De schermutselingen zijn een eerste stap richting burgerlijke ongehoorzaamheid”, vertelde Flamur Noka, een functionaris van PDS, maandagavond aan verslaggevers voor het hoofdkwartier van de partij. „Wij zullen de strijd voortzetten tot Rama aftreedt en een interim-regering is gevormd”, zei hij.
Dat lijkt echter niet voor de hand liggend: Rama leidt de Socialistische Partij sinds 2005 en wordt al meer dan tien jaar beschouwd als de onbetwiste sterke man van Albanië. Hij profiteert van het feit dat de oppositie verdeeld is en verzwakt door onderlinge strijd.
Huisarrest
Daar komt bij dat ook Sali Berisha, de leider van de oppositie en oud-premier van het land, wordt verdacht van corruptie. Het Albaanse openbaar ministerie stelt dat de voormalige regeringsleider heeft geprofiteerd van de privatisering van een sportcentrum in Tirana door het aan zijn schoonzoon te verkopen. Daarom staat hij sinds december 2023 onder huisarrest.
Berisha bekritiseerde het onderzoek echter en bestempelde zijn arrestatie als politieke repressie, waartoe premier Rama opdracht zou hebben gegeven. De betogers eisen daarom dat zijn huisarrest wordt opgeheven.
Zowel de VS als de Europese Unie hebben de oppositie inmiddels opgeroepen in gesprek te gaan met de regering. Ze stellen dat geweld Albanië niet zal helpen bij de integratie in de EU. Sinds 2020 lopen er onderhandelingen over toetreding tot het blok.
Nieuwe gesprekken tussen Brussel en Tirana zullen volgende week plaatsvinden en gaan onder meer over de vraag hoe het land zich zal opstellen ten aanzien van de rechtsstaat, het functioneren van democratische instellingen en de strijd tegen corruptie. In dat licht is de huidige reeks protesten voor Albanië verre van gunstig.