„Binnen afzienbare tijd kom ik met de noodwet en ondertussen ben ik ook met andere wetgeving bezig”, aldus Faber. Dat verloopt „goed” volgens de minister. Vicepremiers Fleur Agema, Mona Keijzer en Eddy van Hijum herhaalden vrijdagochtend dat ze ervan uitgaan dat Faber snel komt met haar voorstel zodat het kabinet dat kan bespreken.

Het plan voor een asielnoodwet komt van Fabers partij PVV en leidt tot veel spanningen in de coalitie. Vooral NSC vraagt zich af of het wel rechtsstatelijk is om dit type wetgeving in te zetten dat normaal gesproken bedoeld is voor noodsituaties als oorlogen en natuurrampen. Daarom is op aandringen van de partij afgesproken dat deze wet er alleen komt als deze „deugdelijk gemotiveerd” is.

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen kraakten de meeste oppositiepartijen het plan van een noodwet. Het beeld van een asielcrisis wordt naar hun mening gebruikt om het parlement te passeren. Een noodwet gaat namelijk al in werking voordat de Tweede en Eerste Kamer hier hun oordeel over uit kunnen spreken. Hun bezwaren werd kracht bijgezet toen tijdens het debat zeer kritische ambtelijke adviezen werden vrijgegeven over de juridische haalbaarheid van het plan.

Daarom stonden de meeste oppositiepartijen eensgezind achter het alternatief om met een spoedwet te komen. Die procedure verloopt namelijk ook snel, maar zonder het parlement te passeren. VVD-leider Dilan Yeşilgöz opperde om tegelijk te werken aan een spoedwet, voor het geval een noodwet sneuvelde.

Maar wat Geert Wilders betreft moet en zal de noodwet er komen. Schoof zei na de ministerraad dat de PVV-leider hier achter de schermen net zo uitgesproken is als daarvoor. Dinsdag zei Wilders dat het kabinet „een probleem” heeft als de spoedwetgeving er niet komt. Deze week heeft Schoof elk van de (interim-)fractieleiders van de vier coalitiepartijen individueel gesproken om te zorgen voor een „goede landing” van het plan.