Joyce en Jesse verkopen naast nieuwe kleding ook tweedehands: „Vintage is een andere tak van sport.”
Links de damescollectie, rechts die voor heren. In de ruim opgezette winkel van BM-Vintage in het Brabantse Dussen hangen in rekken van zwarte steigerbuizen blouses, jassen, broeken en jurken voor najaar en winter. Ze zijn enig in hun soort: in de winkel waar kledingstukken al een eerdere eigenaar hebben gehad, zijn items uniek en vaak maar in één maat verkrijgbaar.
Met deze winkel heeft kledingzaak Ballegooyen Modes (BM) –iets verderop in de straat– een jaar geleden het bedrijf uitgebreid. Hoe die stap is gezet, vertellen Joyce Vos (31) en Jesse Vos (28) –derde generatie in het familiebedrijf– in de 1500 vierkante meter tellende modezaak. Joyce: „Ik hielp een vrouw die fan is van een bepaald merk. Dat merk heeft iedere maand een nieuwe collectie. Deze klant koopt vaak wat nieuws en zei: ik heb nog zo veel goede setjes in de kast hangen, het liefst zou ik iemand anders daar blij mee willen maken.” Haar broer vult aan: „Duurzaamheid is een belangrijk thema geworden en wij willen graag hieraan bijdragen. Verkoop van vintage lag het meest voor de hand. En het is leuk om iets nieuws op te zetten.”
De retailers bedenken een concept. Joyce: „De klant moet echt pareltjes bij ons aantreffen. De kleding die wordt ingeleverd mag van merken zijn die niet bij BM in de winkel hangen, als die maar van goede kwaliteit is. Kleding moet schoon en heel zijn. Schoenen mogen geen afgesleten zolen hebben.”
Ook de presentatie is belangrijk. Joyce: „Een viezige geur zoals je die in sommige tweedehandszaken tegemoetkomt, willen we niet. Ook geen twee rijen boven elkaar en volgepropte rekken. We gebruiken houten kledinghangers met eigen logo.”
De prijzen in de vintagezaak liggen tussen een kwart en dertig procent van de nieuwprijs. Joyce: „We hebben iemand aangetrokken om de winkel te bemannen en inname te doen. Zij kan de verkoopwaarde goed inschatten. Vintage verkopen is een andere tak van sport.”
Kleding blijft tien weken in de winkel hangen. Als het wordt verkocht, krijgt de oorspronkelijke eigenaar vijftig procent van de verkoopprijs in de vorm van een coupon die bij Ballegooyen Modes besteed kan worden. Wordt een kledingstuk niet verkocht, dan kan de oorspronkelijke eigenaar het ophalen of besluiten te schenken aan het Leger des Heils. Joyce: „Het vraagt wel wat administratie om bij te houden wie wat heeft ingeleverd.”
De ondernemersfamilie kijkt tevreden terug op het eerste jaar. Jesse: „De eerste mensen die kwamen shoppen, dachten soms dat we nieuwe kleding verkochten doordat de items netjes en ruim in de rekken hangen.”
Over de omzet in de vintage-afdeling, die twee dagen per week open is, zegt Jesse: „De omzet is niet heel hoog, we kunnen de kosten ermee dekken. We doen dit vooral als stap naar circulariteit. De investeringskosten waren laag: in kringloopzaken hebben we spullen gezocht voor de styling. Mijn vader is handig en heeft de rekken zelf gemaakt. Het pand hadden we al.”
De eerste klanten dachten soms dat we nieuwe kleding verkochten doordat de items netjes en ruim in de rekken hangen - Jesse Vos, retailer
Dat er in de vintagewinkel kleding hangt uit modecollecties van een of twee jaar geleden, stoort Jesse en Joyce niet. „Bij tijdloze kledingstukken maakt dat niet uit. En een panterprint van een aantal jaar geleden is juist de trend van nu.”
Voorraadbeheer werkt duidelijk anders dan bij splinternieuwe collecties, merkt Joyce. „Je hebt veel voorraad nodig en afwisseling om de klant keus te kunnen geven. Een artikel is vaak in maar één maat of kleur beschikbaar.”
De vintagewinkel trekt ook ander publiek. „Voor sommigen is het echt een sport om vintagewinkels af te lopen om een tas of jas van een exclusief merk te vinden. Het was een experiment en het bevalt zo goed dat we hier zeker mee willen doorgaan.”
