MuziekStaccato
Pianist Lennart Morée beleeft juichmoment als een mooi muzikaal idee oppopt

Muziek is zijn leven en zorgt voor „juichmomentjes”. Toch wil Lennart Morée niet dat dit al zijn tijd opslokt. De musicus uit Hardinxveld-Giessendam struint graag met zijn vrouw door oude stadjes. Of hij leest ter opscherping hedendaagse theologie.

Lennart Morée. beeld RD, Anton Dommerholt.
Lennart Morée. beeld RD, Anton Dommerholt.

Regelmatig wandelt Lennart Morée heen en weer voor de preekstoel van de Oude Kerk in zijn woonplaats Hardinxveld-Giessendam. Broedend op een antwoord. Soms valt er een lange stilte. Op voorstel van de musicus vindt het gesprek plaats in de hervormde kerk, waar hij en zijn vrouw lid zijn. „In de kerk is het rustiger. We hebben een dochtertje van vier maanden. Geweldig, maar een kind zet wel je leven op z’n kop.”

Eén keer per maand begeleidt Morée de samenzang in de Oude Kerk. „Vaker vind ik niet wenselijk. Als ik een dienst speel, wil ik muziek maken op z’n best. En juist dat stukje van mijn brein schakel ik op zondag liever uit, om mij te kunnen richten op kerk en gezin.”

1. Achter een piano voel ik mij het meest in mijn element.

„Nee, ik geniet achter de piano en het orgel of als ik een mooi muzikaal idee krijg. Ik ben best ongedurig en heb geen lange spanningsboog. Het is daarom heerlijk om even met het één bezig te zijn en daarna het volgende weer op te pakken. Tot in het laatste jaar van mijn bachelorstudie heb ik de hoofdvakken orgel en piano gecombineerd. Tijdens dat jaar heb ik het orgel laten schieten. Ik vraag me eerlijk gezegd af waarom ik destijds voor de master piano heb gekozen. Misschien zag ik in pianospelen de meeste uitdaging? Ik was zoekend in die tijd en had geen idee welke kant ik als musicus op moest gaan. Ik houd niet zo van hokjes. Muziek is een onafscheidelijk deel van mij, van jongs af aan. En nog altijd vind ik veel dingen leuk: spelen, componeren, arrangeren, begeleiden. Uiteindelijk heeft mijn pianodocent Stéphane de May me over de streep getrokken om de master te doen, anders had ik waarschijnlijk niet eens mijn studie vervolgd. Achteraf gezien ben ik blij met alle bagage die de master mij heeft opgeleverd. „Je kunt concertpianist worden”, vond De May, maar daar is niets van terechtgekomen.”

2. Ik zou graag soloconcerten gaan geven.

„Die behoefte voel ik niet, want ik ben geen podiumdier. Ik heb veel respect voor collega’s die dit wel doen, maar van het reproduceren van bestaande muziek word ík niet gelukkig. Mijn juichmomentjes heb ik vooral wanneer er tijdens het improviseren achter het orgel of op de piano een mooi muzikaal idee oppopt. Een concertpianist kun je vergelijken met een topsporter. Om op niveau te blijven, moeten ze beiden veel opgeven en eindeloos studeren en trainen. Dat heb ik er niet voor over. Ik zou ook ongelukkig worden als ik mijzelf elke dag urenlang moest opsluiten in een kamertje achter een piano. Ik ben daar niet voor gemaakt.”

beeld RD, Anton Dommerholt

3. Samenwerken met andere musici is inspirerend.

„Eerlijk gezegd ben ik een einzelgänger. Samenwerken is vooral leuk als je dit op hetzelfde muzikale niveau kunt doen en wanneer je elkaar de waarheid kunt zeggen. Of als musici het waarderen wanneer ik hen coach om op die manier verder te komen. Wanneer dit niet het geval is, zuigt het samenwerken mij leeg. Dat klinkt misschien arrogant, maar zo bedoel ik het niet. Vroeger nam ik vrijwel alle uitnodigingen voor concerten aan, maar tijdens een burn-out en in de coronaperiode kwam ik erachter dat er ook heel veel is wat ik niet mis.”

4. Muziek bewerken is leuk, maar componeren geeft mij meer voldoening.

„Een nieuw stuk is natuurlijk meer van jezelf. Een vrije compositie zul je mij niet snel zien schrijven. Ik houd enorm van het lied en neem dat vrijwel altijd als uitgangspunt. Een liedmelodie biedt ook structuur. Ik bewerk liederen voor orgel en piano, maar bijvoorbeeld ook voor christelijk koor Jigdaljahu. Ik houd van die enthousiaste club zangers en ben er nauw bij betrokken, onder andere als pianist. Het koor omarmt de diversiteit door geestelijke liederen, opwekkingsliederen, psalmen, spirituals en klassieke werken te zingen.

Arrangeren is niet alleen nootjes overzetten, maar ook concessies doen. Als ik bijvoorbeeld een deel uit een cantate van Bach voor orgel bewerk, moet ik inschatten wat een speler technisch aankan en vervolgens de nodige noten weglaten. De uitdaging is om tijdens dat proces de kracht van een werk overeind te houden. Als musicus sta je op de schouders van reuzen, de grote componisten. Ik vind het dan ook heerlijk om tijdens het bewerken in de keuken van een componist te kijken en zijn muziek uit te pluizen. Die kennis neem je mee en sla je op in laatjes in je hersens. Grappig genoeg kan zo’n la ineens openspringen als ik aan het componeren ben.

„Het is een verademing dat niet alles om muziek draait bij collega’s of leerlingen” - Lennart Morée, musicus

Ik werk niet graag in opdracht, want dan komt er weinig uit mijn handen. Er moet geen druk op zitten. Voor creativiteit heb ik tijd en een lege agenda nodig. Ik ben heel kritisch en daarom belanden de meeste ideeën die ik eerder opschreef in de prullenbak. Een geslaagde compositie is voor mij een werk waarbij de aandacht geen moment verslapt als je dit voor het eerst hoort. Omdat je voortdurend wordt geraakt door iets nieuws en overspoeld wordt door de schoonheid van een werk. Vanwege de fraaie melodie of de orkestratie bijvoorbeeld. Mijn mooiste compositie?” Lachend: „Die moet nog geschreven worden.”

5. Lesgeven houdt mij een spiegel voor.

„Het geven van privélessen orgel en piano dwingt mij voortdurend om na te denken over interpretatie en over keuzes, waarom je iets wel of niet doet of waarom je iets anders doet. Ik geef vooral lessen aan jongvolwassenen. Zij kunnen zich hardop verwonderen over de schoonheid van een stuk of een akkoord. Verwondering die ikzelf niet altijd meer heb. En vervolgens willen leerlingen weten waarom die passage of dat specifieke akkoord hen zo raakt. Dat zijn gouden momenten.

Precies dat ervaar ik ook als docent muziek op de Guido de Brès in Rotterdam. Of het nu is tijdens een les muziekgeschiedenis of een les ukelele spelen. Onderwijs houdt je scherp, omdat je vragen blijft stellen. En volgens mij ben je dat aan een leerling verplicht. Onderwijs is natuurlijk ook prachtig omdat je ook vormend bezig bent. Ik probeer de horizon van leerlingen te verbreden. Door ze in aanraking te brengen met muziekstijlen die ze misschien niet in de kerk horen of die anders zijn dan zij zelf of hun ouders beluisteren. Maar het is lang niet altijd serieus en dat is ook een verademing. Dat even niet alles om muziek draait bij collega’s of leerlingen. Dat relativeert.”

6. Het christelijk geloof loopt als een rode draad door al mijn muzikale activiteiten.

„Dat klopt. Ik leef voor God, het geloof is mijn identiteit. Wat zou anders de reden zijn waarom we op de aarde zijn? Het geloof komt onder andere tot uiting in mijn passie voor het geestelijk lied. Tijdens het begeleiden van een koor valt soms alles weg en blijft het musiceren tot glorie van onze God over. Die momenten raken mij het meest als uitvoerend musicus. Muziek is een scheppingsgave. Een werk hoeft overigens niet uitgesproken christelijk te zijn om ervan te kunnen genieten. Ik kan God ook danken voor schoonheid in muziek.”

„Het geloof komt onder andere tot uiting in mijn passie voor het geestelijk lied” - Lennart Morée, musicus

7. Er is gelukkig meer dan muziek.

„Ik geniet ook van een lekker stuk pure chocolade, een goed glas wijn en van een mooie wandeling. Mijn vrouw en ik bezoeken graag historische stadjes, van Dokkum tot Dordrecht. Ik haalde ooit mijn bachelor geschiedenis en ben erg geïnteresseerd in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Gelukkig is er veel uit die tijd overgebleven.

Ik daag mijzelf graag uit met het lezen van theologische werken. Onder andere over de joodse wortels van het christelijk geloof en hedendaagse theologie. Boeken die mijn opvattingen niet bevestigen, zoals het werk van de hedendaagse Britse theoloog Tom Wright. Het scherpt je op als er aan sommige reformatorische dogma’s wordt geschud.” Lachend: „Om vervolgens te ontdekken dat die reformatorische beginselen best dicht bij mij staan.”

In Staccato reageren musici op een aantal stellingen. Volgende aflevering: 2 november.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer