ConsumentTentoonstelling bruidsjurken

Bruidsjurken komen tot leven in Fries Museum

Trouwen achterhaald? Zeker niet, constateert het Fries Museum. Vorige week opende het museum in Leeuwarden de tentoonstelling ”Ja, ik wil!”, waar zestig Nederlandse trouwjurken van de afgelopen 250 jaar te zien zijn. „Iedereen heeft wel een persoonlijk verhaal bij het fenomeen trouwjurk.”

Linda Stelma
21 September 2024 15:37
Trouwfoto van koningin Máxima in een ontwerp van Valentino, 2002, mikadozijde, privécollectie. beeld RVD, Jeroen van der Meyde
Trouwfoto van koningin Máxima in een ontwerp van Valentino, 2002, mikadozijde, privécollectie. beeld RVD, Jeroen van der Meyde

Toen Isabella Stinstra in 1782 trouwde, was dat in haar beste jurk, zoals gebruikelijk in die tijd. Een jurk maar één dag dragen, zoals dat nu vaak gebeurt bij huwelijken, was veel te kostbaar. Isabella (21) kwam uit een voorname familie in Harlingen en trouwde met Pieter de Clerq (25), een steenrijke Amsterdamse koopman.

De jurk van Isabella is de oudste jurk in de tentoonstelling ”Ja, ik wil!”, die momenteel in het Fries Museum in Leeuwarden te zien is. En: hij komt nog uit de eigen collectie van het museum ook. Toen iemand ongeveer vijf jaar geleden het idee voor de tentoonstelling bij conservator Eveline Holsappel dropte, was ze eerst wat sceptisch. „Is het niet een beetje een oubollig en misschien zelfs tuttig onderwerp? En is het hele idee van trouwen in deze tijd überhaupt niet achterhaald?”

Maar toen Holsappel wat rondvraag deed, kwam iedereen met wie ze sprak met „een verhaal over een trouwjurk van zichzelf of van zijn of haar moeder of grootmoeder”. Er ontstonden enthousiaste gesprekken. „Iedereen heeft wel een persoonlijk verhaal bij het fenomeen trouwjurk.” Haar conclusie: „Trouwen is in 2024 zeker niet achterhaald.”

Bijzondere jurken

Met collega’s ging Holsappel op zoek naar bijzondere jurken. Ze vonden er dertien in hun eigen collectie. Die vulden ze aan met leenjurken uit andere musea, van particulieren en ontwerpers. Naast de zoektocht naar de jurken, was er nog meer onderzoek nodig. Want: wat voor vrouw was de bruid en wat vertelde haar bruidsjurk over haar?

„We werden fanatiek”, vertelt Holsappel. „We zochten naar portretten en foto’s van de bruiden en naar andere trouwfoto’s. We deden genealogisch onderzoek, zochten contact met familieleden: kinderen, kleinkinderen. Zij konden ons vaak nog mooie verhalen vertellen, waardoor we niet alleen een beter beeld van de bruid kregen, maar ook van de tijd waarin zij leefde. Wij hadden het ondertussen niet meer over trouwjurken maar noemden ze bij de naam van de bruid: het werd Isabella, Koosje, Dettje en Pietje. De jurken kwamen langzaam tot leven.”

„Familieleden konden ons vaak nog mooi verhalen vertellen waardoor we een beter beeld kregen van de tijd waarin de bruid leefde” - Eveline Holsappel, conservator Fries Museum

Het resultaat van het vele werk mag er zijn. De jurken zijn tentoongesteld in prachtige vitrines en de korte verhalen die erbij te lezen zijn, maken dat je de jurk met andere ogen gaat bekijken. Het geheel geeft ook een mooi tijdsbeeld. Zo zie je in tijden van crisis en oorlog hoe vrouwen creatief worden. Rinkje Nota droeg in 1945 een trouwjurk van parachutestof: „Voor sommige Nederlandse vrouwen komt de inspiratie letterlijk uit de lucht vallen”, staat er op het bordje bij de jurk. Grietje Buist trouwde in 1947 in een vermaakt zwart wollen jurkje van oma.

In de vitrines die volgen, zijn jurken uit de jaren vijftig –„met een vrouwelijk, zachter silhouet”– en de jaren zestig en zeventig te bewonderen. In die laatste periode wordt „de burgerlijke bruidsjurk aan de dijk gezet”. „Alles kan: kort of lang, jurk of broekpak, wit of kleur, tweedehands of zelfgemaakt, in opvallende couture of juist in een gewone modejurk”, aldus het museum.

Een van de ruimtes is ingericht als atelier van een modeontwerper, Claes Iversen. Hij laat zien hoe een ontwerper van trouwjurken te werk gaat. Bezoekers kunnen zelf jurken schetsen of plaatsnemen achter ‘trouwjurken’ van hout om te zien hoe een bepaald model staat.

Ook bijzonder: bij de ingang kunnen bezoekers trouwjurken passen. Studenten van drie mbo’s hebben speciaal voor dit doel tweedehandstrouwjurken vermaakt. Jong en oud kan zich hier in bruidskleding hullen. De jurken hebben verschillende maten en gaan zo over de kleding heen.

Groene jurk

De jurk van Henriëtte Hogenhout-Haverhals (27) vertelt een eigen verhaal. Zij trouwde op 14 november 2019 met Kees Hogenhout (30) in een groene jurk, gemaakt door haar moeder. Ook deze jurk is te zien, helemaal aan het einde van de looproute. „Witte trouwjurken zijn in Nederland de norm, maar niet in sommige behoudende orthodox-christelijke kringen”, zo begint de tekst op het bordje bij de vitrine. „Wit representeert voor hen reinheid en vergeving van alle zonden. Maar omdat ieder mens zondig is, is dat niet gepast.” Het stel uit Amersfoort is lid van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Kees Hogenhout vindt het mooi dat de jurk van zijn vrouw in het Fries Museum te zien is. „Het is een unieke jurk en het is mooi dat hij een plekje krijgt in de tentoonstelling. Ons geluid mag ook gehoord worden. Er zijn mensen die het een beperking vinden als je niet in het wit mag trouwen, maar mijn vrouw en ik staan daar voor honderd procent achter. Zo’n jurk is dan ook een mooie afspiegeling van de wezenlijke dingen waarover je het samen eens bent.” Zijn vrouw voegt eraan toe: „Bovendien is deze tint groen helemaal mijn kleur.”

Het stel is bijna vijf jaar getrouwd en heeft inmiddels twee kinderen, een van 3 jaar en een van 11 maanden. „We zijn gelukkig met elkaar”, zegt Hogenhout.

Henriëtte Hogenhout-Haverhals op haar trouwdag. beeld Kees Hogenhout

Topstuk

Na de groene jurk van Hogenhout volgt het ”topstuk” van deze tentoonstelling. Het is de jurk met een 5 meter lange sleep waarin de toenmalige prinses Máxima in 2002 het jawoord gaf aan Willem-Alexander.

Een veel goedkoper topstuk dat bezoekers kunnen bewonderen, is de jurk die winkelketen Zeeman in 2016 op de markt bracht. Voor 29,95 euro kon je bij hen „een eenvoudige bohemian chic-bruidjurk” aanschaffen; verkrijgbaar in vier maten. „Het lijfje is rekbaar en de rok is extra lang. Zo is de jurk geschikt voor een zo breed mogelijk publiek, ongeacht figuur of portemonnee.”

Conservator Eveline Holsappel heeft haar eigen topstuk: Pietje. Het is het bruine wandelkostuum dat Pietje Smids droeg op haar huwelijksdag op 2 mei 1917. „Een student van de universiteit van Nijmegen deed onderzoek en vond nog kleinkinderen van Pietje. Zij vertelden wat we al dachten toen we de jurk zagen: Pietje was een heel sportieve en ondernemende vrouw.”

„„Inmiddels hebben we alweer vijftig aanbiedingen van trouwjurken gehad”” - Eveline Holsappel, conservator

De tentoonstelling trekt de nodige bezoekers. Afgelopen zaterdag waren dat er al 2100; de toegang was tijdens de openingsdag gratis. Al die aandacht zorgt weer voor het nodige werk bij conservator Holsappel en haar collega’s. „Inmiddels hebben we alweer vijftig aanbiedingen van trouwjurken gehad.” Musea zijn echter voorzichtig in het aannemen van spullen; de depots liggen vol en textiel is kwetsbaar. „Maar als we weten wie de maker en de drager van de jurk waren, we het verhaal erbij kennen én de jurk een relatie heeft met Friesland, dan kijken we er zeker naar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer