Asielminister Marjolein Faber trekt de komende jaren enkele tientallen miljoenen euro’s extra uit voor het bewaken van de grenzen. Volgend jaar ligt daarvoor 45 miljoen euro klaar, wat zou oplopen tot 151 miljoen in 2029. Het geld gaat naar de marechaussee, die de grensbewaking uitvoert, maar ook naar bijvoorbeeld benodigde apparatuur en systemen.
Net als andere Europese landen, inmiddels ook grote buur Duitsland, wil Faber „strenger grenstoezicht”. Zo wil de PVV-minister illegale migratie en mensensmokkel tegengaan. Daarbij is Nederland wel gehouden aan de Schengenregels, die juist moeten waarborgen dat mensen vrij van het ene naar het andere Europese land kunnen reizen, erkent Faber. Daardoor blijft grenscontrole bijvoorbeeld een noodmaatregel, die maximaal een halfjaar mag duren.
Het kabinet wil het migratiebeleid, waarvoor in totaal dit jaar ruim 7 miljard euro was begroot, aanscherpen en heeft in de op Prinsjesdag gepresenteerde begroting daarvoor 50 miljoen euro vrijgemaakt. Met dat extra geld wil Faber het onder meer moeilijker maken voor nieuwkomers om gezinsleden over te laten komen.
De marechaussee treft al voorbereidingen voor het „intensiveren” van de grensbewaking, stelde Faber eerder. Het korps zelf kan nog geen concrete voorbereidingen noemen.
