Zomer in de Moer
De Zeeuwse wind om je oren, veel bloemen- en vogelsoorten en regelmatig uitwijken voor een koeienvlaai, waarmee tientallen vliegen zich voeden. Bij de Yerseke Moer zit je midden in de natuur en een lesje geschiedenis krijg je er gratis bij.
Het hek door, de koeienwei in. Zo begint de zomerroute door de Yerseke Moer. Enkele koeien staren sloom in de verte. Eén tilt z’n staart op en laat wat kletteren. Ganzen schreeuwen luidruchtig, molshopen verraden dat er hier ondergronds ook van alles te beleven is. Witte en paarse klaver en gele bloemen sieren het gras. Even verderop staan uitgebloeide distels.
De route –die alleen van 15 juli tot 15 oktober toegankelijk is– staat aangegeven met zwarte paaltjes die voorzien zijn van een pijltje. Het is af en toe goed speuren waar de volgende paal staat. Eentje staat helemaal scheef. Wie weet gebruikte een koe die als krabpaal. Ook staan er informatiebordjes langs de route.
Op de informatiebordjes langs de route is te lezen dat in dit gebied in de middeleeuwen veel veen werd afgegraven om het zout eruit te halen. Dit wordt moernering genoemd. Het gevolg hiervan zijn het hobbelige landschap, de kreken en de drinkputten.
Af en toe leidt een smal bruggetje naar de overkant van een kreek. Het advies is om hier hoge schoenen of laarzen te dragen, omdat het drassig kan zijn. Momenteel is het aan de droge kant, maar in een nattere periode haal je hier snel natte voeten. Stevige schoenen zijn sowieso handig vanwege de hobbelige grond.
De route leidt langs een poel. Vroeger was dit een drinkwaterput. Rond 1100 woonden hier namelijk mensen op de kreekruggen. Het water in de veenbodem was zout, dus groeven ze putten in de kreekruggen, waarin het regenwater opgevangen werd. Zou het nu nog een drinkplek voor de koeien zijn?
Oeps, even een stapje opzij voor een enorme, drassige koeienvlaai. Deze uitwerpselen maken de grond voedselrijker, waar sommige planten van houden. Ook trekken ze insecten aan, zodat er genoeg voedsel voor vogels is. Bovendien eten koeien snelgroeiende planten, waardoor minder snel groeiende planten ook een kans krijgen. Wandelaars moeten daarom dus maar gewoon af en toe een stapje opzij zetten.
Opnieuw verspert een hek de weg. Aan de poepresten te zien is het een geliefde zitplaats voor de vele weidevogels hier. De ondergrond is heel drassig, maar via een balk die in de modder ligt, lukt het om met droge voeten het hek door te komen. Een kikkertje springt weg door het hoge gras. Het pad, omringd door een erehaag van riet, gaat alweer richting het eindpunt.