Wie zelf of in zijn omgeving te maken krijgt met psychologische hulpverlening, ziet vaak algauw door de bomen het bos niet meer. Dat kan koudwatervrees geven, of ervoor zorgen dat iemand in het aanbod hopeloos verdwaalt. Onnodig, zeggen de schrijvers van ”Bij de psycholoog”.
Jaarlijks doen 1,3 miljoen Nederlanders een beroep op de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Het aantal mensen dat niet goed in zijn vel zit en zich belemmerd voelt in zijn dagelijkse bezigheden, is echter vele malen groter. Schaamte is een van de oorzaken, menen Paul van der Heijden, Laurence Claes en Cilia Witteman, auteurs van het informatieve boek, dat deze zomer verscheen. Evenals onbekendheid met de wijze waarop de hulpverlening wordt vormgegeven en wat de mogelijkheden zijn.
De auteurs, die alle drie hun sporen op het gebied van de psychologie hebben verdiend, zien het als hun taak om wat orde te scheppen in de chaos. Door mensen te vertellen wat hun te wachten staat, hopen ze onnodige angst en zorgmijding uit de weg te ruimen. Ze doen dat door de lezer stap voor stap bij de hand te nemen, van het eerste oriënterende gesprek tot de laatste afspraak en de niet altijd gemakkelijke periode daarna.
Dat klinkt als een saai lesboek, maar de auteurs hebben zich duidelijk ingespannen om dat te voorkomen. Ze ontkomen niet altijd aan droge opsommingen, maar door het gebruik van veel praktijkvoorbeelden en uitleg van vaktermen is het toch een boek geworden dat lekker wegleest. De grijze kaders aan het eind van elk hoofdstuk, met daarin de visie van vier ervaringsdeskundigen, dragen daar zeker aan bij.
Neem de inkijkjes in het leven van Anika Rooke, die vanaf haar jeugd kampt met depressie en borderline persoonlijkheidsstoornis. Aan het eind van het hoofdstuk over het gevaar om afhankelijk te worden van een behandelaar schrijft ze: „Mijn laatste psychotherapeute heb ik zes jaar lang bijna wekelijks gezien. Ik begon haar als mijn beste vriendin te zien. Na wat appjes over en weer hebben we elkaar nooit meer gesproken. Dat brak mijn hart.” Zo’n ontboezeming geeft de lezer invoelingsvermogen en wellicht ook moed om persoonlijke gevoelens op dit vlak te delen.
Toch is het de vraag of deze gids echt helpt om mensen te informeren. Bij een hogeropgeleide die gewend is om boeken te lezen zal dat best werken, maar mensen die nooit een boek pakken –en dat zijn er nogal wat– kunnen hier niets mee.
In zo’n situatie is het beter dat een goede vriend of een betrokken familielid zich in de materie verdiept en advies geeft. Dat kan heel basaal zijn, bijvoorbeeld door het delen van de tip van –anonieme– ervaringsdeskundige MP. Hij adviseert mensen die lijden aan het leven om eens te gaan praten met de praktijkondersteuner ggz bij de huisarts. „Dat is megalaagdrempelig. Het is geen behandeling of therapie, je bepaalt zelf de frequentie en je kunt stoppen wanneer je wilt.”
Dat laatste is niet onbelangrijk, want een behandeling is gewoon hard werken. Je moet graven in jezelf, je probleem onder ogen zien, aan doelen werken en je hebt misschien minder tijd en aandacht voor je gezin en je omgeving.
Psychische klachten staan niet op zichzelf, dat is ook iets om altijd in het achterhoofd te houden. Als je weinig beweegt, veel rookt, veel koffie en alcohol drinkt, weinig slaapt en last hebt van overgewicht en stress, neemt het risico op psychische klachten snel toe. Dat alles kan zelfs uitlopen op een psychose, zeker als er een bepaalde gevoeligheid is.
Wat me het meest bijblijft van dit boek is dat een psycholoog ook maar een mens is. Je komt te weten waarom iemand die drie psychologen bezoekt drie verschillende diagnoses kan krijgen én je leert dat dit niet per se erg is. Een hulpverlener die met een luisterend oor en een gezonde portie invoelingsvermogen een poosje meeloopt op de levensweg, kan lessen doorgeven die je je leven lang niet meer vergeet.
Bij de psycholoog. Vind je weg in de psychologische hulpverlening, Paul van der Heijden, Laurence Claes en Cilia Witteman; uitg. Nieuwezijds; 240 blz.; € 24,99