Koning Willem-Alexander en koningin Máxima gingen tijdens hun bezoek donderdag aan het Zuid-Limburgse Mesch in gesprek met bewoners die de bevrijding van het dorp op 12 september 1944 bewust hebben meegemaakt. Zij waren in het kerkdorp om de nationale start van 80 jaar vrijheid bij te wonen. Mesch werd als eerste plaats in Nederland bevrijd.
Jo van Reij was „6 jaar 3 maanden 2 dagen en 1 uur” oud toen de Amerikaanse soldaten Mesch bevrijdden. Dat hij zijn verhaal donderdagmiddag in de tuin achter de Sint Pancratiuskerk aan koningin Máxima mocht doen is voor hem „een wens die is uitgekomen”. Rini Lippertz-Franssen weet nog goed dat ze op die bewuste 12 september de straat op ging en de Amerikaanse soldaten zag. Zij was 6 jaar oud toen het kerkdorp waar ze nog altijd woont, werd bevrijd. „Ik had door wat dat betekende. Ook weet ik nog goed dat de soldaten kauwgom uitdeelden, dat kenden wij toen nog niet”. Netta Keijenberg-Schuijren, die bijna 7 jaar oud was bij de bevrijding, herinnert zich ook nog goed dat ze zoetigheden kregen van de Amerikanen, „geperst fruit, vijgen, dadels en échte boter in die groene busjes”.
De twee vrouwen benadrukten dat het verleden weer opspeelt in de huidige tijd met meerdere oorlogen. „Ik ben blij dat de Amerikanen gekomen zijn en wij vrij zijn. Maar als je nou ziet wat er allemaal in de wereld gebeurt, denk ik jongens, jongens, jongens, hou toch op”, zei Lippertz-Franssen. Keijneberg-Schuijren vertelde dat ze veel nare dingen heeft gezien, zo liep ze als klein meisje tussen „de dooien”. Die herinneringen „vergeet je nooit, maar het wordt wel minder, van tijd tot tijd denk je eraan”, legde zij uit. „Maar als je leest wat er allemaal gebeurt in de wereld, dan komt het toch weer een klein beetje terug.”
Na de gesprekken met de ooggetuigen ging het koningspaar naar de dorpsweide. Daar deden zij samen met 450 basisschoolleerlingen tal van activiteiten. Daarna werd het bezoek aan het kerkdorp afgesloten met een dans van de kinderen en overvliegende historische verkenningsvliegtuigen.