Kijk naar alternatieven voor duurder treinkaartje
NS was recent enkele keren minder positief in het nieuws. Door ambitieuze plannen voor meer treinritten en een tariefsverhoging, die alweer naar beneden bijgesteld is (RD 9-9). Terecht, want er zijn alternatieven voor prijsverhoging op het spoor.
In het artikel ”Steeds duurdere treinkaartjes: kan dat niet anders?” (RD 9-8) laat Lukas van der Storm van Trouw twee hoogleraren aan het woord over de voorgenomen tariefsverhoging voor de treinkaartjes in 2025. Zij zien een reëel alternatief: de vorig jaar door de Tweede Kamer afgeschoten spitsheffing. Naar mijn mening zijn er echter betere alternatieven.
Zinloos
NS heeft bij ProRail een aanvraag ingediend om vanaf december 1600 treinen per week meer te gaan laten rijden dan volgens de huidige dienstregeling. Overigens is het totale aantal ritten per dag dan per saldo nog altijd lager dan voor de coronaperiode. Alle plannen van NS staan (online) in ” Productie model NS 2025 en 2026 publieksversie ”.
Is er wel behoefte aan zoveel extra treinritten? Daar is personeel voor nodig: minimaal een machinist en afhankelijk van de lengte van de trein een of twee conducteurs. Die extra treinen zullen vooral in het randstedelijk gebied gaan rijden. Dat er een zeer frequente dienstregeling Amsterdam Centraal-Schiphol komt, lijkt beslist noodzakelijk om andere treinen enigszins te ontlasten. Echter, een vroege trein vanuit Groningen (om 5.19 uur) naar de Randstad is voor een deel van de reizigers zinloos als de regionale vervoerder (in dit geval in Groningen en Friesland) daar niet op aansluit.
Van die nieuwe 1600 treinritten zal een aanzienlijk deel uiteindelijk niet worden gerealiseerd, onder meer wegens (langdurige) werkzaamheden bij Amsterdam-Zuid, Alphen aan den Rijn en het Duitse Emmerich, uit te voeren door ProRail.
Tot de oorzaken behoren ook onvoorziene omstandigheden (bijvoorbeeld een aanrijding), evenals een opeenstapeling van vertraagde treinen die in file achter elkaar aan rijden. Een aantal van die treinen wordt dan uit de dienstregeling van die dag gehaald om de vertraging weer weg te werken.
Het zou daarom het overwegen waard zijn om waar mogelijk langere treinen te laten rijden in een kwartier- of halfuurdienst, in plaats van de frequentie nog verder te gaan verdichten. Het is namelijk lastig om op een drukbereden spoornet steeds meer treinen in te voegen. Meer treinen heeft ook meer onderhoud tot gevolg en werkt dus kostenverhogend.
Auto
Een spitstoeslag, zoals de beide hoogleraren bepleiten, lijkt vooralsnog niet aan de orde. Deze heeft ook een averechts effect. Een deel van de reizigers zal geen keuzemogelijkheid hebben, omdat de werktijden dat nu eenmaal niet toelaten. Denk aan zorginstellingen of het onderwijs.
Werknemers krijgen hooguit een deel van de hogere treinreiskosten gecompenseerd en werkgevers zullen de hogere reiskosten gaan doorberekenen in de kosten van een product of dienst. Voor een deel van de reizigers is een hoger tarief het beslissende moment om naar een alternatief te zoeken: later van huis gaan, verhuizen, de auto pakken. Volgens de hoogleraren geldt dit voor ongeveer 5 procent van de reizigers.
Als je niet dagelijks reist, wordt een treinrit onmiskenbaar een dure aangelegenheid. Voor wie een beetje rondneust in de spoorwinkel met aanbiedingen kan het tarief verrassend meevallen. Maar helaas zijn interessante acties slechts beperkt geldig (bijvoorbeeld alleen buiten de spits) en daardoor bijna niet interessant voor wie buiten de Randstad woont. Want op één dag heen en weer reizen tussen Groningen, Friesland, Limburg of Zeeland en bijvoorbeeld Amsterdam of Utrecht is buiten de spitsuren nauwelijks te doen.
De aangekondigde prijsverhoging voor 2025 is inmiddels alweer verzacht en staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) roept NS op tot meer efficiëntie. NS reageerde met de mededeling dat de dienstverlening dan „soberder” wordt. Is een kwartier- of halfuurdienst echt een versobering ten opzichte van de huidige tienminutendienst, zoals op sommige trajecten gereden wordt? NS plaatste ook zelf al een kanttekening bij alle grote plannen: de instroom van nieuwe treinen loopt achter op het schema en de vraag is of er voldoende personeel beschikbaar zal zijn voor de extra treinritten.
Mager bedrag
Als er tot 2030 inderdaad tienduizenden woningen bij komen, zoals de overheid wil, dan zullen de bewoners daarvan op zijn minst vertrouwd moeten raken met het reizen per trein. Er is immers onvoldoende ruimte op de weg om al die extra autobewegingen te kunnen verwerken.
De Rijksoverheid wil dat treinvervoer serieus wordt ingezet om de mobiliteit te bevorderen. Dan mag er van die overheid ook een substantiële bijdrage worden verwacht om dat te realiseren. Voor de komende jaren omvat die bijdrage helaas het magere bedrag van 40 miljoen euro.
Laten we daarom eerst afwachten of die uitbreiding met 1600 treinritten per week echt noodzakelijk is of geschrapt kan worden. Dat laatste zou al een flinke kostenbesparing betekenen, waardoor het spoortarief minder hoog hoeft te zijn. Laat NS in ieder geval over een jaar bekijken of al die beoogde extra treinen in de dienstregeling van 2025 echt hebben gereden.
De auteur is een Groninger die veel met de trein reist.