Het nieuwe schooljaar is ook in Israël weer begonnen. Terwijl in Nederland tijdens de eerste schooldag verhalen over de vakantie worden uitgewisseld, krijgen kinderen in Noord-Israël eerst een rondleiding door de schuilkelder.
En niet voor niets. Want hoewel het hier inmiddels berichtjes in de marge van het nieuws uit Israël zijn, de Libanese terreurbeweging bestookt het noorden van de Joodse staat nog vrijwel dagelijks met tientallen raketten.
Woensdag was het opnieuw raak. Hezbollah vuurde meer dan honderd projectielen op Galilea af. Er vielen geen slachtoffers, maar de schade was groot. Een huis in Kiryat Shmona kreeg een directe treffer te verwerken en op diverse plaatsen ontstonden natuurbranden.
Het luchtverdedigingssysteem Iron Dome schoot een aantal raketten uit de lucht. De Israëlische luchtmacht voerde diverse vergeldingsaanvallen uit in het zuiden van Libanon. Daarbij werd volgens het leger een pand getroffen waarin zich diverse Hezbollahstrijders ophielden.
En zo was de dagelijkse cyclus van geweld in het noordelijke grensgebied weer rond. Die duurt al vrijwel onafgebroken sinds de aanslagen van 7 oktober vorig jaar, toen de Palestijnse terreurbeweging Hamas een bloedbad in het zuiden van Israël aanrichtte en ruim 250 mensen in gijzeling nam. De door Iran gesteunde Hezbollah vuurde in de maanden na de aanslagen zeker 8000 raketten op Israël af.
Bij die aanvallen waren aan Israëlische zijde 26 burgerdoden te betreuren en kwamen zo’n 20 militairen om. Aan de kant van Hezbollah en aanverwante groeperingen vielen volgens de Libanese beweging bijna 500 dodelijke slachtoffers.
De vraag is hoelang Israël de dreiging aan de noordgrens laat voortbestaan. Weliswaar hebben de Israëlische strijdkrachten Hezbollah de afgelopen maanden flinke klappen toegebracht. Vooral bij de preventieve aanval van 25 augustus, waarbij zo’n honderd Israëlische gevechtsvliegtuigen duizenden raketlanceerinstallaties vernietigden. Die actie volgde op informatie dat de Libanese terreurbeweging op het punt stond een grootschalige aanval op Tel Aviv en een aantal strategische doelen in Israël uit te voeren.
Maar met dat alles is Hezbollah tot op de dag van vandaag allerminst afdoende afgeschrikt. De Israëlische militaire operaties –in combinatie met ernstige waarschuwingen van de Verenigde Staten aan het adres van Hezbollah en broodheer Iran– hebben er hooguit voor gezorgd dat het conflict nog niet in een grote regionale oorlog is geëscaleerd. Maar daarmee is dan ook alles gezegd.
Want voor de bevolking in het noorden van Israël is de situatie nog verre van normaal. Tienduizenden burgers die sinds oktober hun huis moesten verlaten, kunnen nog altijd niet terug naar hun woonplaats. De rest moet leven met de dagelijkse dreiging van luchtaanvallen. Elk ogenblik kan het luchtalarm afgaan en moeten burgers zich voor de zoveelste keer naar de schuilkelder spoeden.
Dat mogen hier dan berichtjes in de marge zijn, voor Israëliërs is het bittere realiteit. Die bitterheid wordt nog versterkt door het gebrek aan perspectief op spoedige verbetering.
