Kerk & religieRecensie
Motieven van atheïsten gepeild

Atheïsten geloven dat er geen God is en dat wij dat kunnen weten. Met grote kennis van zaken gaat de Amsterdamse hoogleraar Rik Peels in op de vraag wat mensen beweegt om met stelligheid te betogen dat God niet bestaat. Welke argumenten dragen ze aan en welke denkkaders bepalen hun positie?

Dr. J. Hoek
De Amsterdamse hoogleraar Rik Peels gaat in op de vraag wat mensen beweegt om met stelligheid te betogen dat God niet bestaat. beeld RD, Henk Visscher
De Amsterdamse hoogleraar Rik Peels gaat in op de vraag wat mensen beweegt om met stelligheid te betogen dat God niet bestaat. beeld RD, Henk Visscher

Als gelovigen dienen we ons in de achtergronden van het atheïsme te verdiepen om des te beter in staat te zijn met atheïsten de dialoog aan te gaan. Daarbij kunnen we volgens Peels ook het nodige leren van de atheïstische kritiek op het christelijk geloof.

De inzet van dit boek is niet de ander te ontmaskeren en zijn ongelijk aan te tonen, maar hem te begrijpen en iets van hem te leren. Is er een antwoord op de indringende vraag hoe het komt dat er atheïsten zijn die God niet vinden, hoewel ze menen in alle eerlijkheid naar Hem te zoeken?

Diepe motieven

Achter argumenten die in betogen worden gebruikt, gaan dikwijls diepere motieven schuil. Het is zelfs zo dat het meest basale van wat we over de werkelijkheid geloven, niet op argumenten berust. Zo geeft de atheïst Thomas Nagel nadrukkelijk aan dat hij gewoon wíl dat atheïsme waar is, omdat hij niet kan leven met het idee dat het universum een God bevat. Een belangrijke drijfveer daarbij is dat hij een onafhankelijk denker wil zijn zonder vangnetten en het avontuur wil aangaan van de onverdroten stap in de griezelige leegte.

Bij anderen vinden we motieven als: helden volgen (God ontkennen vanuit de bewondering voor bijvoorbeeld een bepaalde atheïstische filosoof), traumatische ervaringen die men zelf heeft opgedaan met kerk en godsdienst, het leed in de wereld, een sceptische levenshouding, karikaturen van God en van geloof in God, en niet zelden morele weerzin (bijvoorbeeld tegen wrede passages in de Schrift of vanwege kindermisbruik binnen kerken en de doofpotcultuur rondom zulke misstanden). Bij velen heerst het gevoel dat historisch geloof steeds meer terrein verliest aan de wetenschap (de ‘God van de gaten’, Die steeds meer teruggedrongen wordt).

Cognitieve kaders

Naast deze argumenten spelen cognitieve kaders een grote rol; dat wil zeggen alomvattende denkwijzen die je in een bepaalde richting sturen. Denk bijvoorbeeld aan het evidentialisme en het sciëntisme, waarin de exacte wetenschap verabsoluteerd wordt en optreedt als scheidsrechter in alle belangrijke zaken van het leven. Peels stelt hiertegenover dat er buiten de grenzen van de wetenschap net zo goed veel kennis te vinden is. Wetenschap kan niet op zichzelf staan, maar is in veel opzichten afhankelijk van niet-wetenschappelijke factoren, zoals gezond verstand, alledaagse overtuigingen en intuïties.

Spiegel

Dit boek verbindt aan scherpzinnige analyses van atheïstische posities steeds de nodige kritische vragen. Anderzijds houdt het ook ons als christenen een spiegel voor. De auteur wil duidelijk afstand houden van fundamentalisme en pleit herhaaldelijk voor een volwassen en ruime wijze van geloven, bijvoorbeeld als het gaat om de aard en de uitwerking van het gebed of om het toekennen van een al te centrale plaats voor de mens in het geheel van de schepping. Het is niet zo dat de hele geschapen wereld om de mens draait. God had bij het scheppen van zo veel ruimte en materie en zo veel verscheidenheid en overvloed in het universum wellicht ook puur esthetische bedoelingen.

Bij alle waardering wat mij betreft toch ook een punt van kritiek. Op blz. 160 wordt gesteld dat geloof geen kwestie is van wetenschappelijke informatie opzoeken in heilige geschriften, maar van God ontmoeten en in deze teksten ontwaren Wie Hij is. Zeker, maar ik had wel duidelijker willen lezen dat dit niet betekent dat wat de Bijbel leert over het begin van de kosmos en van de mensheid, in strijd zou zijn met een wetenschap die haar eigen grenzen respecteert. Het valt op dat Peels het creationisme en de intelligentdesignbeweging wel heel gemakkelijk van de hand wijst. Het lijkt mij onjuist om te stellen dat atheïsten als Dawkins en Harris met de creationist allerlei basisideeën over Gods bedoelingen zouden delen. Denk alleen al aan de desastreuze gevolgen van de zondeval, waarvan eerstgenoemden niet willen weten.

Al met al is dit een boeiende en nuttige studie die benieuwd maakt naar reacties van atheïstische zijde.

Leven zonder God. Wat je kunt leren van atheïsten, Rik Peels; uitg. KokBoekencentrum; 284 blz.; € 21,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer