OpinieOpinie

Overheid, bezuinig niet op (christelijk) hoger onderwijs

Het is belangrijk dat (christelijke) hogescholen zich verzekerd weten van stabiele financiering, om te kunnen blijven bijdragen aan het goed opleiden van professionals. In dat licht passen de hbo-bezuinigingen van de regering niet.

Robert Zoutendijk, Jan Kloosterman en anderen
3 September 2024 15:32Gewijzigd op 4 September 2024 12:37
„Veel studenten kunnen een binnen een redelijke reisafstand een hbo-opleiding volgen. Dat komt mede door de aangekondigde bezuinigingen onder druk te staan.” Foto: gebouw van de CHE. beeld CHE
„Veel studenten kunnen een binnen een redelijke reisafstand een hbo-opleiding volgen. Dat komt mede door de aangekondigde bezuinigingen onder druk te staan.” Foto: gebouw van de CHE. beeld CHE

Op weg naar de rijksbegroting worden de hoofdlijnen van het regeerakkoord concreter gemaakt. Die concrete plannen raken ook het hoger onderwijs en daarmee onze studenten. In het onderwijs draait het om de ontwikkeling van mensen. Daar zetten we ons allereerst voor in. Bij het opstellen van een begroting worden de plannen vertaald in financiële keuzes met vergaande gevolgen. De begroting is niettemin meer dan een verzameling van cijfers; ze is een weerspiegeling van de prioriteiten en waarden die de regering wil uitdragen. De visie en motivatie waarmee nu gestuurd wordt, roept echter de nodige vragen en bezwaren op.

Praktijkgericht onderzoek

Hogescholen doen praktijkgericht onderzoek. Dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en het verbeteren van de praktijk op de werkvloer. Daarbij vindt een wisselwerking plaats: terwijl dat onderzoek door anderen toegepast kan worden, doet de hogeschool continu kennis op over de ontwikkelingen en toepassingen op de werkvloer. Die kennis wordt weer doorvertaald in het onderwijs voor de studenten, zodat zij de arbeidsmarkt betreden met actuele kennis en vaardigheden.

Lectoraten –bijvoorbeeld in de zorg, de techniek, het onderwijs en de veiligheid– spelen hierin een onmisbare rol. Ze belichten ook morele en ethische vraagstukken, die vaak onlosmakelijk verbonden zijn met levensbeschouwing. De infrastructuur voor dit onderzoek is zorgvuldig opgebouwd en is kostbaar, zowel voor het werkveld als voor het onderwijs. Bezuinigingen op praktijkgericht onderzoek dreigen deze positieve ontwikkeling te ondermijnen. Het risico bestaat dat deze bezuinigingen niet alleen de kwaliteit van het onderzoek en het onderwijs raken, maar ook de innovatiekracht van de hogescholen verzwakken. Wij roepen de politici op om deze bezuinigingen te schrappen en ervoor te zorgen dat deze essentiële onderzoeksactiviteiten kunnen worden voortgezet en uitgebreid.

Langstudeermaatregel

De voorgestelde langstudeermaatregel houdt onvoldoende rekening met de diversiteit aan redenen waarom studenten langer over hun studie doen. Persoonlijke omstandigheden, mantelzorgtaken, extra vakken of een tweede studie kunnen allemaal legitieme redenen zijn voor studievertraging. Het statement van deze maatregel heeft veel weg van een afrekencultuur met straffen in plaats van hulp om de student in staat te stellen eigen verantwoordelijkheid te nemen. De huidige maatregel ontmoedigt studenten en jaagt potentiële studenten weg, terwijl de arbeidsmarkt juist dringend behoefte heeft aan goed opgeleide professionals. Het is dan ook essentieel dat deze maatregel van tafel gaat en dat studenten hulp krijgen om hun studie succesvol af te ronden.

Christelijk hoger onderwijs

Hogescholen spelen een belangrijke rol in de regio. De 36 publiek gefinancierde hogescholen zijn gevestigd in meer dan veertig plaatsen, verdeeld over heel Nederland. Daardoor kunnen veel studenten binnen een redelijke reisafstand een opleiding volgen. Dat komt mede door de aangekondigde bezuinigingen onder druk te staan. In combinatie met de demografische krimp dreigen er opleidingen te verdwijnen. Dat geldt ook voor de ”tekortsectoren”, zoals de zorg, het basisonderwijs en de technische beroepen, én het raakt eveneens een aantal opleidingen in het christelijk hbo. Hierdoor vermindert het opleidingsaanbod voor studenten. Het is belangrijk dat hogescholen zich verzekerd weten van stabiele financiering, om te kunnen blijven bijdragen aan het goed opgeleiden van professionals. In dat licht passen deze bezuinigingen niet.

Diversiteit en keuzevrijheid

Deze ontwikkelingen raken de beschikbaarheid van christelijk hoger onderwijs. Thuisnabij hoger onderwijs vanuit het belangrijke en funderende principe van een christelijke levensbeschouwing raakt zo verder uit beeld. En juist het belang om zo veel mogelijk studenten christelijk hoger onderwijs te laten volgen, weegt voor ons zwaar. Slechts drie hogescholen geven hun curriculum vorm en inhoud vanuit een christelijke levensovertuiging. Dit legt een belangrijke basis voor de vorming van studenten, van waaruit beroepshouding, motivatie en mensvisie worden beïnvloed en gevormd door een christelijk wereldbeeld. Dat doortrekt heel het lesprogramma, de vorming van een professional en het samenleven in een hogeschool. Een opleiding vanuit een Bijbelse overtuiging biedt studenten een waardevol perspectief op hun toekomstige rol in de samenleving, waarin ethische en morele afwegingen centraal zullen staan.

Het behoud (en de uitbreiding) van christelijk hoger onderwijs is cruciaal voor de diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijsaanbod. In onze pluriforme samenleving moet er ruimte zijn én blijven voor hoger onderwijs dat voortkomt uit verschillende levensbeschouwingen, zodat studenten een opleiding kunnen kiezen die past bij hun persoonlijke waarden en overtuigingen. Dat geldt eveneens voor werkende professionals die op basis van hun persoonlijke waarden en overtuigingen een leven lang leren willen invullen.

Weloverwogen visie

De genoemde punten onderstrepen de noodzaak om de voorgenomen beleidsplannen grondig te heroverwegen. De toekomst van het hoger onderwijs, en daarmee de toekomst van de samenleving, vraagt om een weloverwogen visie voor de korte en lange termijn. Wij doen een dringend beroep op de beleidsmakers om deze punten serieus te nemen en de nodige aanpassingen te doen in het belang van het hoger onderwijs en de samenleving als geheel.

Dit artikel is geschreven door de drie colleges van bestuur van Christelijke Hogeschool Ede (Jan Hol, Jannette Meiling en Pieter Oudenaarden), Driestar educatief (Jan Kloosterman en Robert Zoutendijk) en Hogeschool Viaa (Dirk Wakker en Gerdien Groen).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer