De hospita keert terug, al weet niemand precies hoe snel
Wordt wonen bij een hospita weer net zo gewoon als vroeger? Het zou een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het grote woningtekort.
In Nederland wonen bijna een miljoen mensen in hun eentje in een behoorlijk groot huis. Ze hebben meer dan 90 vierkante meter woonruimte en minstens drie kamers tot hun beschikking. Stel dat ook maar een paar procent van hen bereid zou zijn om hun woning te delen. Dan zouden er dus tienduizenden woningzoekenden onder de pannen zijn.
Die redenering wint de laatste jaren in rap tempo terrein. De Rijksoverheid, ING en hypotheekverstrekker Univé: allemaal deden ze de laatste maanden onderzoek naar de potentie van hospitaverhuur als oplossing voor de woningcrisis. De conclusie is steeds dezelfde: heel veel mensen hebben ruimte over in huis. Als die met een huurder wordt opgevuld, kan dat een substantiële bijdrage leveren aan het oplossen van het woningtekort.
Interesse
Uit enquêtes blijkt dat veel huiseigenaren er wel oren naar hebben om een deel van hun woning te verhuren. De ING zag die interesse toenemen van 3 procent in 2018 tot 6 procent in 2024.
Univé peilde de interesse specifiek bij mensen die daadwerkelijk een kamer van minimaal 12 vierkante meter beschikbaar hebben: 13 procent van hen wil een huurder in huis nemen. In het onderzoek in opdracht van de overheid geeft 8 procent aan hospitaverhuur te overwegen.
Als al die geïnteresseerden de daad bij het woord voegen, levert dat in potentie voor vele tienduizenden tot zelfs honderdduizenden mensen woonruimte op. Tegelijkertijd schrikken veel potentiële hospita’s er nu in de praktijk voor terug om een huurder in huis te nemen.
Een groot deel van de hypotheekverstrekkers verbiedt kamerverhuur. Een woning met een huurder, die zich op zijn rechten kan beroepen, kan immers de verkoopprijs drukken. Om dat probleem te ondervangen, zette toenmalig minister Hugo de Jonge afgelopen voorjaar een wetswijziging in gang. Die maakt het mogelijk om een huurcontract te beëindigen in het geval van verkoop. Ook moet het makkelijker worden om een tijdelijk contract voor bijvoorbeeld 2 of 5 jaar op te stellen. Nu beperkt de keuze zich tot een proeftijd van 9 maanden en een contract voor onbepaalde tijd.
Dat beleid zet ook het nieuwe kabinet voort; in september start de overheid een informatiecampagne. „Het doel daarvan is niet direct om nieuwe hospita’s te werven”, vertelt een woordvoerder van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. „Maar wel om met name ook gemeenten en hypotheekverstrekkers beter bekend te maken met de rol die een hospita kan spelen. Dat kan echt helpen om met name het tekort aan studentenwoningen te verlichten.”
Registratieplicht
De bereidheid van potentiële verhuurders mag dan regelmatig onderzocht zijn, het is onduidelijk hoeveel mensen er daadwerkelijk bij een hospita wonen. Omdat er geen registratieplicht is, zijn er momenteel geen cijfers van.
Hospi Housing, een platform dat huurders en hospita’s samenbrengt, komt nu jaarlijks zo’n duizend keer tot een koppeling. Dat aantal groeit bovendien gestaag.
In driekwart van de gevallen gaat het om internationale studenten. „De vraag is of dat representatief is. Er is ook veel hospitaverhuur omdat mensen de dochter van een buurvrouw in huis nemen, of een nichtje dat gaat studeren”, constateert Daan Donkers van Hospi Housing. „Als mensen elkaar al kennen, gaat het natuurlijk buiten ons om.”
„ In Nederland zijn we vooral aan studentenhuizen en studio’s gewend geraakt” - Daan Donkers, verhuurdersplatform Hospi Housing
De potentie zit hem juist in mensen die elkaar nog níét kennen. „Dat vergt een cultuuromslag. In veel andere landen is het gewoner om als student bij iemand in huis te wonen. In Nederland zijn we vooral aan studentenhuizen en studio’s gewend geraakt.”
Terwijl de hospita op de oververhitte woningmarkt nóg een belangrijk voordeel heeft. Kamers zijn er substantieel goedkoper dan gemiddeld, mede door de 5998 euro die hospita’s aan onbelaste huurinkomsten mogen innen.
Vooral in dure steden als Amsterdam en Utrecht zijn huurders bij een hospita daardoor flink goedkoper uit, concludeert Donkers. „Uit het onderzoek van het ministerie bleek dat hospita’s blij zijn met de extra inkomsten, maar dat ook de maatschappelijke en sociale rol belangrijk voor ze is. Ook daarom vragen ze niet altijd de hoofdprijs.”