Schoonheid: De natuurlijke vormen van art nouveau
Rond 1900 kwam in heel Europa een nieuwe kunststroming op: art nouveau, ook wel jugendstil genoemd. Het ging niet zozeer om schilderkunst, maar om een decoratieve stijl die was geïnspireerd op natuurlijke vormen zoals planten, bloemen en insecten.
Typerend zijn de sierlijke, grillige lijnen, elegante vormen en asymmetrische ontwerpen. De stijl werd breed toegepast op onder meer meubels en lampen, sieraden en glas-in-lood, siersmeedwerk, keramiek en tegeltableaus op gevels. Gebruiksvoorwerpen moesten niet alleen functioneel maar ook mooi zijn. Vaak werd gebruikgemaakt van glas, smeedijzer en tegels, met nadruk op vakmanschap en detaillering. Er zijn zelfs voorbeelden van huizen die compleet in art-nouveaustijl zijn ontworpen.
Kunstenaars en architecten zoals Antoni Gaudí, Hector Guimard en Gustav Klimt hebben deze stijl wereldwijd populair gemaakt.
Ook in de grafische kunst werd art nouveau toegepast. In 1894 maakte Jan Toorop een wereldberoemd geworden affiche in de nieuwe stijl ontwierp voor de Gist- en Spiritusfabriek en de Nederlandsche Oliefabriek in Delft. In Nederland sprak men daarom soms denigrerend over slaoliestijl als het over art nouveau ging. Het doet niets af aan de schoonheid ervan.