De brief over euthanasie bij psychisch lijden die veertien artsen eerder dit jaar naar het openbaar ministerie stuurden, is niet goed geïnterpreteerd. Dat schreef de initiatiefnemer woensdag.
In de brief uitten veertien psychiaters en artsen eerder dit jaar bij het OM hun zorgen over de in hun ogen steeds ruimere euthanasiepraktijk. Vanuit de groep verontruste briefschrijvers is steun betuigd aan de wens van een vrouw om een verkennend strafrechtelijk onderzoek naar het overlijden van het 17-jarige meisje Milou, die kampte met ernstige psychiatrische problemen en vorig jaar euthanasie kreeg.
Psychiater Wilbert van Rooij maakte woensdag op de website van Medisch Contact bekend dat hij de brief heeft geschreven. Over het schrijven is, zegt hij, „helaas ophef ontstaan toen deze, zonder context of duiding, in de media terechtkwam met als boodschap dat een groep psychiaters strafvervolging zou hebben geëist bij het OM voor de psychiater en de ouders van een jonge patiënte die overleed aan euthanasie”.
Volgens hem is door de briefschrijvers echter „aan het OM nooit om strafvervolging gevraagd”. „Een onvoldoende duidelijke formulering aan het einde van de vertrouwelijke brief” heeft echter „helaas wel deze suggestie gewekt en had beter achterwege kunnen blijven”.
Verder schrijft Van Rooij dat het „vreselijk” is „dat ook de familie van de jonge patiënte hierdoor verdriet is gedaan”.
Menno Oosterhoff, de psychiater die euthanasie verleende aan het 17-jarige meisje, is kritisch op de post van Van Rooij. Hij zegt het „onverteerbaar” te vinden dat Van Rooij „blijft ontkennen” dat hij „de suggestie ondersteunde voor een verkennend strafrechtelijk onderzoek”.
