Artiesten ceremonie Olympische Spelen spraken in eerste instantie wél over een Bijbelse voorstelling
Was het een uitbeelding van een Grieks godenfeest of een persiflage op het Laatste Avondmaal? De discussie over de openingsceremonie op de Olympische Spelen woekert voort. „Terecht dat christenen hier aanstoot aan nemen.”
Godslastering? Welnee, klinkt het steeds luider op sociale media en in de pers: de lesbische activist met aureool om het hoofd verbeeldde Jezus helemaal niet en die dragqueens stelden de discipelen niet voor. Nee, de scène beeldde Griekse goden uit tijdens een feestmaal. „Apollo is herkenbaar door de stralenkrans van de zon, Bacchus door de druiven, Neptunus door zijn drietand, Diana door het maantje, Venus door Cupido”, schrijft kunst- en architectuurhistoricus Walther Schoonenberg bijvoorbeeld op X .
„Een christen weet dat Gods eer ook bij hemzelf niet veilig is” - Dr. Niels den Hertog, docent publieke theologie
De instelling van het avondmaal was „niet mijn inspiratie”, beweerde regisseur Thomas Jolly een paar dagen na de opening. Hij verwees naar de vrijwel naakte, blauwgeschilderde zanger op de voorgrond, met druivenkrans op het hoofd – Bacchus (of in het Grieks: Dionysius). Wat deed de ‘god van de wijn’ daar anders?
Is de gelijkenis met het schilderij waarop Leonardo da Vinci het Laatste Avondmaal vastlegde dan inderdaad gezocht? En zijn beweringen over blasfemie voorbarig en vals?
Om te beginnen: met het argument dat ook de Griekse god Bacchus een rol speelde in de voorstelling, worden twee verschillende passages op één hoop gegooid. Wie de volledige openingsceremonie terugkijkt, ziet dat het Griekse tafereel met Bacchus pas drie kwartier later in beeld komt dan de omstreden avondmaalsscène.
Daarbij komt dat aanwezige artiesten en commentatoren zelf in eerste instantie wél spraken over een voorstelling van het Laatste Avondmaal. Zo stelde dragqueen Piche dat het gebruik van het schilderij van Leonardo da Vinci „geen provocatie” was. Het zou gaan om een „Bijbelse representatie die al tientallen jaren in de popcultuur wordt gebruikt”. Volgens Piche ontstond de ophef puur door de rol van queers en dragqueens.
Opvallend is dat de organisatoren niet benoemden dat de link met het Laatste Avondmaal onterecht zou zijn op het moment dat zij excuses maakten. Die claim volgde later pas. Terwijl Barbara Butch, de lesbische vrouw die Jezus uitbeeldde, eerder nog op Instagram bij een afbeelding van het blasfemische tafereel schreef: „Oh yes! Oh yes! The New Gay Testament!”
De scène had dus op zijn minst een dubbelzinnig karakter en de link met het schilderij van Da Vinci is dus ook niet gezocht door christenen die zich te snel in een slachtofferrol lieten drukken. Dat maken directbetrokken zelf wel duidelijk.
Fatwa’s
Terecht dat christenen aanstoot nemen aan de persiflage, zegt Bart Jan Spruyt, historicus en docent apologetiek aan het hersteld hervormd seminarie. „De associatie die vrijwel iedereen heeft met het avondmaal is geen toeval. En zelfs al zóú het alleen slaan op het Griekse godenfeest, dan nog is kritiek van christenen terecht. Want in de scène wordt een gedachtegoed verheerlijkt waarin sekseverschillen en gender helemaal geen rol meer mogen spelen.”
Spruyt noemt de beelden „schokkend”. Hij vindt dat christen zich „niet te makkelijk iets wijs moeten laten maken” door een regisseur die na grote ophef ineens met een ander motief om de hoek komt.
Wereldwijd reageerden christenen en niet-christenen verbijsterd. Zo stelde Geert Wilders dat er met twee maten wordt gemeten: het christelijk geloof kun je probleemloos belachelijk maken, maar wie de profeet Mohammed beledigt, maakt zich schuldig aan heiligschennis en krijgt fatwa’s over zich heen.
Christenen zijn inderdaad een makkelijker doelwit van hoon en spot dan moslims, beaamt Spruyt. „Zij hebben niet de neiging om met geweld te reageren, gaan bijvoorbeeld geen verhaal halen bij Maarten ’t Hart. Over het algemeen laten bepaalde groepen binnen de islamitische gemeenschap bij blasfemie meer van zich horen. Mensen kijken daardoor wel uit om te spotten met wat in de islam heilig is.”
„Dat de ophef zo lang na-ijlt, biedt kansen te vertellen wat het Heilig Avondmaal werkelijk betekent” - Bart Jan Spruyt, docent apologetiek
Het is goed dat christenen niet reageren met geweld of dreigementen, vervolgt Spruyt. „Maar we moeten ook geen passieve houding aannemen of de spottende vertoning proberen goed te praten, zoals ik hier en daar zie gebeuren onder christenen op X.”
Spruyt ziet dat het moderne Europa zich in de „perverse en blasfemische” passage afzet tegen een verleden waarin het christelijk geloof domineerde. „De agenda van inclusiviteit staat echter niet zozeer onder druk door het christendom. Vanuit het perspectief van de producenten gezien, hadden ze beter hun pijlen kunnen richten op de islam. Maar dat durven mensen niet.”
Terughoudend
Dr. Niels den Hertog, universitair docent publieke theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, herkent het verschil in de manier waarop gelovigen omgaan met godslastering. „Christenen zullen de regisseur van de openingsceremonie echt niet vogelvrij verklaren, zoals dat soms gebeurt na publicatie van cartoons over Mohammed.”
Dat een christen het recht niet in eigen hand neemt, komt omdat hij weet dat alles in Gods hand ligt. „Het is niet aan hem of haar de eer van God te handhaven. Dat doet Hij zelf.” Dr. Den Hertog heeft de indruk dat de eer van Allah in de beleving van moslims min of meer afhankelijk is van de mate waarin zijn volgelingen voor hem opkomen. „De apostel Paulus roept wat dat betreft in Romeinen 12 juist op tot terughoudendheid: Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden.”
Daarnaast weet een christen dat Gods eer ook bij hemzelf niet veilig is, zegt dr. Den Hertog. „In de Schrift wordt juist Gods eigen volk aangeklaagd omdat het Zijn eer te schande maakt.” Dat betekent niet dat christenen vanuit een nederige houding blasfemie maar moeten laten gebeuren. Het is daarom goed dat van diverse kant „een helder signaal” is afgegeven dat de scène bij de openingsceremonie volstrekt ongepast was, vindt dr. Den Hertog. Zo bracht de Rooms-Katholieke Kerk in Frankrijk een statement uit en trok het Amerikaanse telecombedrijf C Spire zich terug als sponsor van het sportevenement. „Duidelijk moet zijn dat werd gespot met iets wat heilig en dierbaar is. En wie het nodig vindt christenen daarmee op het hart te trappen, moet daarover verantwoording afleggen voor het aangezicht van de levende God.”
Kans
Dat de ophef zo lang na-ijlt, biedt christenen de kans duidelijk te maken wat het Heilig Avondmaal werkelijk betekent, stelt Spruyt. „Het zou mooi zijn als christenen de discussie nu weten te gebruiken om de rijkdom van Christus’ genade en vergeving, die het avondmaal uitbeeldt, onder de aandacht brengen. Dit is een goede gelegenheid om te vertellen over de troostvolle heiligheid ervan, zodat ook anderen de waarde ervan inzien.”
Dr. Den Hertog ziet een voorbeeld voor een goede reactie in de toespraak die de apostel Petrus voor de Joodse Raad houdt, in Handelingen 4. „Hij zegt: Júllie hebben Christus aan het kruis geslagen, júllie hebben Hem gedood. Maar ook: Er is onder de hemel geen andere Naam gegeven waardoor wíj behouden moeten worden. Let op die persoonlijke voornaamwoorden. Eerst volgt een aanklacht, maar daarna wordt Petrus weer solidair. Zo maakt hij duidelijk: ik heb hetzelfde nodig als jullie.”
Op die manier kunnen christenen volgens de docent ook een link leggen met wat er gebeurt aan de avondmaalstafel. „Jezus’ lichaam werd verbroken en Zijn bloed werd vergoten vanwege onze schuld en zonde. Wijs erop dat dit ook nodig was voor wie met het avondmaal spotten.”