BinnenlandEconomie
Bevoorrading Bonaire in gevaar door te kleine haven

In de haven van Bonaire zitten schepen in elkaars vaarwater. Steeds meer en steeds grotere cruiseschepen concurreren er met de koopvaardij die het flamingo-eiland bevoorraadt. Het wachten is op een nieuwe haven, maar daar is oppositie tegen.

Bonaire kampt met ruimtegebrek in de haven. Grote cruiseschepen concurreren met de koopvaardij die Bonaire bevoorraadt. Op de foto de ”Noordam” van de Holland-Amerika Lijn (HAL). beeld Marius Bremmer
Bonaire kampt met ruimtegebrek in de haven. Grote cruiseschepen concurreren met de koopvaardij die Bonaire bevoorraadt. Op de foto de ”Noordam” van de Holland-Amerika Lijn (HAL). beeld Marius Bremmer

De huidige haven kan vracht afhandelen voor 13.000-15.000 inwoners, maar dat zijn er intussen al meer dan 25.000: het eiland floreert door de komst van vooral steeds meer Nederlanders. Er moet dringend meer capaciteit voor afhandeling van vracht komen.

„Eigenlijk komt alles wat het eiland nodig heeft en wat niet door de lucht gaat per schip aan in onze te kleine haven”, zegt havenmeester Günther Flanegin (47). „Naast een toenemend aantal cruiseschepen zien we steeds meer containers en stukgoederen deze kant op komen. Verder komen er door de enorme bouwexplosie op het eiland steeds meer schepen met bulk voor de aanmaak van beton. Alles moet daarna per truck door de smalle straten van Kralendijk afgevoerd worden, langs terrassen met toeristen. Dan moet er ook af en toe nog plek zijn voor schepen van de Koninklijke Marine.”

Havenmeester Günther Flanegin: „Ik geniet elke dag van mijn werk, de maritieme industrie is echt mijn passie.”

Nieuwe haven

De oplossing wordt gezocht in een nieuwe haven met een kleine, mobiele kraan en opslagruimte voor containers. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) richtte zich op twee mogelijke locaties: het noordelijke buurtschap Hato en de oude op- en overslag voor aardolie BOPEC. „Die laatste ligt ver weg en vergt veel investeringen in infrastructuur”, zegt Flanegin op een bedenkelijke toon. „Denk aan het maken van golfbrekers in zee en de aanleg van nieuwe wegen naar de stad. Hato ligt veel centraler en is als locatie goedkoper, de transportkosten zijn lager. Er is een distributiecentrum vlakbij, minder vervoer van containers over de weg is milieuvriendelijker en kost minder manuren. Maar je zit daar wel midden tussen de hotels en de toeristen.”

Flanegin ziet het als een uitdaging om te innoveren: „Misschien kan de haven ook een sociale functie krijgen? Je kunt de commerciële activiteiten best tussen acht uur ’s avonds en acht uur ’s ochtends stilleggen, het wordt echt nooit een 24/7-haven.”

Zr.Ms. Groningen van de Koninklijke Marine. beeld Marius Bremmer

Milieu

Op het eiland klinkt oppositie tegen een haven bij Hato. Milieuorganisaties noemen de kwetsbaarheid van de bijzondere Bonairiaanse onderwaterwereld tussen het vasteland en het vlak voor de kust liggende natuureiland Klein Bonaire, de verwachte toename van geluidsoverlast, het veranderend aanzicht van het gebied precies tussen een aantal hotels, meer vrachtverkeer en opwaaiend stof. „Allemaal aspecten die meegenomen moeten worden in een milieu-effectrapportage (MER)”, zegt de op Aruba geboren havenmeester. „Per saldo moet de conclusie dan luiden: we doen het of we doen het niet. Best spannend om daarna zo te werk te gaan dat we het publiek meekrijgen en iedereen ervan profiteert!”

Voor die MER is misschien wel drie jaar nodig, „maar als ik superpositief denk, dan kan misschien in 2025 de eerste schop al de grond in.” En als het ‘nee’ wordt? „We moeten wel door! Dan moet de Noordsteiger worden aangepakt, dan moeten er wellicht steigers bij voor kleinere schepen of voor veerboten.”

Haven en toerisme liggen dicht bij elkaar: de IJzerborg van NIRINT bevoorraadt Bonaire. beeld Marius Bremmer

Cruisetoerisme

Er komen de laatste jaren ook steeds meer en steeds grotere cruiseschepen naar het flamingo-eiland. Flanegin schetst een spagaat: „In de maritieme wereld zeggen we dan: Meer schepen is meer inkomen. Maar de uitdaging is om de balans te vinden tussen wat goed is voor het havenbedrijf en wat het beste is voor de gemeenschap. Als havenmeester ben ik voor meer flexibiliteit, niet dansen met één partner, maar een logistieke dans met meer schepen. Er kunnen best twee cruiseschepen per dag aanmeren, als er maar genoeg dagen per week vrij blijven voor de maritieme bevrachters van ons eiland.”

Ook hangt het af van de capaciteit van de schepen: „Er zijn tegenwoordig steeds meer schepen van 4000-6000 passagiers. Twee daarvan op één dag is te veel voor Bonaire; dat kunnen Kralendijk en de rest van het eiland niet aan. Het is een uitdaging om een goede balans te vinden. Het eilandsbestuur bepaalt welke kant het op moet. De havenmeester moet gewoon het beleid uitvoeren.”

Cruiseschip voor de kust: de Rotterdam van de HAL. Bonaire kan maximaal één megacruiseschip per dag aan, anders komt de bevoorrading van het eiland in het gedrang. beeld Marius Bremmer

Professionaliseren

De havenorganisatie moet verder professionaliseren, vindt Flanegin. „Er is overeenstemming over het feit dat de haven nu te bureaucratisch is. Het moet hier net zo gestroomlijnd worden als in Rotterdam of op Curaçao, maar dan op Bonairiaanse schaal. Graag met een paar extra Bonairiaanse professionals erbij. Er is best expertise, Bonairianen zijn van huis uit zeevarende mensen. Ook dit is weer aan het eilandsbestuur.”

„Er is best expertise, Bonairianen zijn van huis uit zeevarende mensen” - Günther Flanegin, havenmeester

Flanegin en het havenkantoor kunnen het vele werk rond de toegenomen scheepvaart amper meer behappen. „Van de vier arbeidsplaatsen op kantoor zijn er twee vacant. Er zijn twee seniorloodsen en een gewone loods. Onze loodsboot moet met een bemanning van zes koppen wel 24/7 paraat zijn.”

Daarnaast biedt het havenkantoor sleepbootservice in de haven. „Er ligt altijd een sleepboot klaar in de haven. Is er nu een tweede nodig, dan komt die op ons verzoek snel uit Curaçao.” Ook is de havenorganisatie beheerder van de vier vuurtorens en de buitengaatse boeien van Bonaire. „Wij zorgen voor het onderhoud van de torens, Rijkswaterstaat uit Nederland verzorgt de technologie en de verlichting in torens en boeien.”

Bevoorrading Bonaire in de knel. De Augusta Unity van NIRINT. beeld Marius Bremmer

Nood op zee

Flanegin straalt als hij het over zijn werk heeft. „Ik ben ook het aanspreekpunt bij nood op zee. Dan schakelen we de kustwacht van het koninkrijk in. Mocht er een milieuramp plaatsvinden, dan komen de ingehuurde sleepbootbedrijven in actie. Rijkswaterstaat uit Nederland heeft voor rampen op Bonaire het nodige materiaal liggen, zoals olieschermen.”

„Het is druk-druk-druk en iedereen vraagt om meer-meer-meer”

Lachend: „Het is druk-druk-druk en iedereen vraagt om meer-meer-meer. Maar wie weet hebben we er over een paar jaar een mooie nieuwe haven bij!”

„Tot zover”, glundert Günther Flanegin, die aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam is opgeleid. „Ik heb weer een volgende afspraak. Ik heb jaren in Nederland gewoond, ik kom graag op tijd…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Bonaire

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer