Een blik onder de motorkap, bandencheck en ruitcontrole. De ene chauffeur gaat na de Wegenwacht Vakantiecheck met een gerust hart op reis, de ander kan z’n vakantie voorlopig vergeten.
Voorzichtig rijdt een caravan de weegplaten op bij een parkeerplaats in het Brabantse Hazeldonk, een paar honderd meter voor de Belgische grens. Niet zelden zijn dit soort aanhangers véél te zwaar beladen, weet Pieter de Porto van de ANWB. Mensen stoppen hun bagage liefst in de sleurhut, zodat ze in een opgeruimde auto kunnen reizen. „Maar als je controle krijgt, bijvoorbeeld bij een aanrijding, heb je een probleem.”
Overgewicht is ook gevaarlijk, zegt De Porto, die de passerende caravans controleert. „Het onderstel en het remsysteem zijn er niet op berekend. Als je remmen te heet worden, warmen de wiellagers te veel op, waardoor je een wiel kunt verliezen. Nou, dan is je vakantie gelijk verpest.”
Vrijdagmorgen staan monteurs vanaf zeven uur paraat langs de A16, waar automobilisten zich kunnen melden voor een laatste check. Voor sommige reizigers betekent dat een kink in de kabel. Zo hoort een Rotterdams gezin, onderweg naar Frankrijk, dat hun caravan 400 kilo te zwaar is. „Levensgevaarlijk”, zegt caravanexpert Mickel van Erp. „De remmen waren bij Breda al oververhit. Als deze mensen doorrijden, krijgen ze geheid een klapband.” Hij schudt zijn hoofd. „Dit is wel de uitschieter van de dag.”
„Als deze mensen waren doorgereden, hadden ze geheid een klapband gehad” - Mickel van Erp, caravanexpert
Voor de vakantie van het vijftal ziet Van Erp het somber in. „Hopelijk kunnen ze nog bij een garage terecht. En ze zullen opnieuw moeten inpakken. Zonder de vier fietsen en de voortent is de caravan al 200 kilo lichter.”
Parijs
Het gedupeerde gezin staat even verderop bij hun gestrande wagen. „We dachten onderweg al dat er iets niet goed zat en wilden de ANWB al bellen. Toen zagen we dat de Wegenwacht op dit punt stond”, vertelt Yvette Kroon, haar telefoon in de hand. „Gelukkig zijn we gestopt: we hebben nog 600 kilometer te gaan, maar ze zeiden dat we Parijs niet eens zouden halen.”
Kroon hoopt een garage te vinden die het remprobleem kan oplossen, maar heeft er een hard hoofd in dat dit vandaag nog lukt. „We hadden niets gecontroleerd vooraf. Een les voor de volgende keer.” Zoon Ivar (12) staat er beteuterd bij. „Stom”, vindt hij. „Ik had net zo’n zin in de vakantie.” Zijn moeder wijst naar het voorbijrazende verkeer op de A16. „Ik denk dat onze vrienden zo langsrijden. We zouden samen op vakantie gaan.”
„We hadden niets gecontroleerd vooraf. Een les voor de volgende keer” - Yvette Kroon, gestrande automobilist
Oliepeil
Inmiddels staat er een flinke file op de Hazeldonkse parkeerplaats. „Zou u de motorkap willen openen?” vraagt Maurice de Koning aan Mahmut Arpat, uit het nabijgelegen Wernhout. De chauffeur gaat over twee weken naar Oostenrijk en komt voor de zekerheid even langs. Onder de motorkap checkt De Koning de koel- en remvloeistof, hij voelt aan de multiriem en meet het oliepeil. Turend op het stokje: „Net te weinig.” Hij grijpt een fles motorolie. „Even een half litertje erbij.”
Bij een volgend punt stopt de wagen voor de bandenspanning. „We hadden net iemand met vier versleten banden”, vertelt Arjan van der Meer van KwikFit. „Als ze je dan in Frankrijk aanhouden, is het niet best.”
Na de banden zijn de ruiten aan de beurt. Een beginnende barst zien mensen niet altijd – door vieze autoramen, omdat zo’n sterretje op de zwarte rand achter de zonneklep zit of op de rand bij de motorkap. Medewerkers van Autotaalglas plakken er speciale stickers op, om een scheur te voorkomen. Na de controle staan vijf man klaar om, gewapend met doeken en glasreiniger, de ramen te lappen. „Doet u de binnenkant ook nog met een stofzuigertje?” lacht de dame achter het stuur. „Volgend jaar, mevrouw!”
„Daar hebben we het campertje van de dag”, knipoogt monteur René Mouws als een oldtimer zich meldt. Die eigenaren hebben de boel meestal wel voor elkaar, voorspelt hij. En inderdaad: alles in orde. „Bent u pas bij de garage geweest, meneer? Kijk, perfect!” De camper heeft zelfs geen overgewicht. „Da’s de eerste vandaag.”