Cultuur & boekenNederland in de verdediging
Kasteel Heeswijk: schuilplaats voor opgejaagde boeren

Opgejaagde boeren op de vlucht voor plunderaars vonden er in vroeger eeuwen een veilig heenkomen. Later ging prinses Juliana er op theevisite bij een vriendin. In Kasteel Heeswijk wisselden rumoerige en rustige tijden elkaar af.

Het Brabantse Kasteel Heeswijk. beeld Cees van der Wal 
Het Brabantse Kasteel Heeswijk. beeld Cees van der Wal 

„Dit is geen HEMA-klokje”, grapt Luc Eekhout. In een salon wijst de directeur van Kasteel Heeswijk op een met goudkleurige engeltjes versierd uurwerk op een marmeren schouw. De protserige, negentiende-eeuwse klok is niet het enige pronkstuk in de kamer. „In de salon ontving je je gasten en wilde je een goede indruk maken. Er stonden de duurste dingen. Je hing er familieportretten op, zeker als je voorouders van adel waren.”

De portretten aan de muren onthullen ook intriges binnen de muren van het Brabantse kasteel. Eekhout wijst op de beeltenis van een zwartharige vrouw. „Dit is dienstmeid Koosje. In de negentiende eeuw had de laatste jonker van Kasteel Heeswijk, Albéric van den Bogaerde, een oogje op haar. Dat werd wat moois tussen die twee. Maar de familie zag een huwelijk niet zitten. Zij was immers maar een gewoon meisje. De buurt sprak er schande van dat ze wel een slaapkamer deelden, maar niet waren getrouwd.”

In de bibliotheek ligt een eeuwenoude Statenbijbel. beeld Cees van der Wal

Op zijn sterfbed trouwde Albéric alsnog met Koosje. „De pastoor had gedreigd dat de jonker anders naar de hel zou gaan. Koosje erfde het kasteel, de familie van Albéric stond op haar achterste benen. De familie kocht Koosje uit, zij verliet het kasteel met een flink kapitaal, trouwde met de kasteelsmid en stichtte een gezin in buurdorp Schijndel.”

Luc Eekhout, directeur van Kasteel Heeswijk. beeld Cees van der Wal

Sprookjesachtig

Kasteel Heeswijk is een kasteel uit het boekje. Het imposante verdedigingswerk ligt verscholen in de bossen op enkele kilometers van het dorp Heeswijk-Dinther, niet ver van Den Bosch. Op steenworp afstand stroomt het riviertje de Aa. Spitse torens, vierkante raampjes, schietgaten, slotgrachten en bruggen: het kasteel maakt een sprookjesachtige indruk. Begrijpelijk dat een bruidspaar deze namiddag in juni hier een fotosessie heeft.

Toch ging het er in vroeger dagen allerminst lieflijk aan toe in en rond Kasteel Heeswijk, dat dateert van omstreeks het jaar 1050.  „In de middeleeuwen brandden vijandelijke Gelderse soldaten Brabantse dorpen plat. Ze plunderden boerderijen en kerken. Opgejaagde dorpelingen en boeren vluchtten naar Kasteel Heeswijk”, vertelt kasteeldirecteur Luc Eekhout.

Zeker in de middeleeuwen stond het kasteel in de vuurlinie. Er barstte menig vuurgevecht los rond het verdedigingswerk. „Wilde je het kasteel aanvallen, dan moest je eerst door het moeras ploeteren. Vanuit het kasteel konden ze de naderende vijand met kanonnen beschieten. In de kasteelgracht zijn heel wat kanons- en musketkogels opgedregd. Ook zijn er restanten van pieken en hellebaarden, dat zijn houw- en stootwapens, gevonden.”

De witte kamer, waar visite thee dronk. beeld Cees van der Wal

Bijbel

Via houten trappen loopt Eekhout –zelf niet woonachtig op het kasteel– van het ene naar het andere vertrek. In de bibliotheek staan rijen boeken. Ze waren van baron Willem van den Bogaerde van Terbrugge. Hij hield medio jaren zestig van de vorige eeuw domicilie op het kasteel. Eekhout wijst op een grote Bijbel in een kast met een glazen deur. De donkere kaft van het eeuwenoude Woord van God is verstevigd. „Dit is echt een mooie, monumentale Statenbijbel uit 1648.”

„„In de kasteelgracht zijn heel wat kanons- en musketkogels opgedregd. Ook zijn er restanten van pieken en hellebaarden gevonden”” - Luc Eekhout, kasteeldirecteur

In een belendend vertrek, de zogeheten blauwe salon, is in een vitrine chic servies uitgestald. „Dit was de kamer voor de barones. Zij zat hier te lezen of te borduren.” Een van de glazen is beschilderd met de familiewapens van een baron en een barones. „Voor een huwelijksfeest lieten ze vroeger speciale glazen maken. Daarmee werd getoost tijdens de bruiloft.” Blikvanger aan de wand is een natuurschildering in een goudkleurige lijst.

Een met porseleinen borden ”beplakt” plafond in Kasteel Heeswijk. beeld Cees van der Wal

Aan de witte kamer, met daarin sierlijke kasten vol servies, zit een koninklijk tintje. In het vertrek pronken ook een papegaai en een hert van porselein. In deze kamer ging prinses Juliana in de vorige eeuw op de thee bij baronesse Albertine van den Bogaerde van Terbrugge-van Heeckeren van Kell. Zij was de laatste bewoner van Kasteel Heeswijk. Eekhout: „De baronesse was aan het hof in Den Haag jarenlang gezelschapsdame van koningin Wilhelmina en prinses Juliana geweest. Albertine en Juliana waren dikke vriendinnen.”

Hoewel de baronesse goed in de slappe was zat, stond ze niet bepaald bekend om haar vrijgevigheid. „Een adellijk theebuffet betekende hier dat je slechts een sneetje peperkoek bij de thee kreeg.”  De baronesse overleed in 1994 en regelde per testament dat het bouwwerk een museum werd. Jaarlijks nemen daar zo’n 55.000 mensen een kijkje, vertelt Eekhout. Kinderen kunnen zich in een ridderharnas hijsen. In de voorburcht zijn de vroegere paardenstal en het koetshuis omgetoverd tot een brasserie.

Voor de inrichting van de kasteelvertrekken richtten de edelen hun blik meer dan eens over de grens. Duidelijk merkbaar is dat bijvoorbeeld in de vroegere eetkamer. Die ademt Chinese invloeden. „Al wordt hier niet afgeluisterd”, grapt Eekhout. Gordijnen zijn voorzien van zeventiende-eeuwse zijdeschilderingen, op tafel staan antieke Chinese borden. „De stijl in de eetkamer heet, heel chic, chinoiserie, op z’n Frans.”

Een protserige, negentiende-eeuwse klok in een salon. beeld Cees van der Wal 

Dat kasteelbewoners, onder wie jonker Albéric, verzot waren op Chinees porselein blijkt zeker op een plafond in een van de kasteelruimtes. Tegen het dak zijn tientallen Chinese bordjes geplakt. Met een kwinkslag: „Bezoekers die ook zoiets overwegen in hun woning, adviseren we eerst maar eens te gaan oefenen met Tupperware.”

Spanjaarden

Een kantelpunt in de geschiedenis van het Brabantse kasteel vormt het jaar 1629. Toen, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, wist stadhouder Frederik Hendrik, prins van Oranje, het markante verdedigingswerk te veroveren. „Ze noemden hem dan ook de Stedendwinger. Tot 1629 was Brabant nog in de macht van Spanje. Maar vanaf 1629 kon Frederik Hendrik vanuit zijn hoofdkwartier Kasteel Heeswijk Den Bosch veroveren. Den Bosch was toen het centrum van de macht in Brabant. Zo werd Noord-Brabant bij de Republiek der Nederlanden ingelijfd. De Spanjaarden hadden het nakijken.”

De eetkamer is in Chinese stijl gemaakt. beeld Cees van der Wal

Een ongemeen spannend jaar in de geschiedenis  van het kasteel was ook 1672. Toen koos de Franse koning Lodewijk XIV, alias de Zonnekoning, enkele weken Kasteel Heeswijk als hoofdkwartier. „Het jaar 1672 werd het Rampjaar genoemd”, vertelt Eekhout. „Nederland was weliswaar op het toppunt van zijn rijkdom, maar werd van alle kanten aangevallen. Vanaf zee door de Engelsen, vanuit het zuiden door de Fransen, vanuit het noorden en oosten door de Duitsers. Lodewijk XIV wilde via het ”Tractaat van Heeswijk” Holland verdelen tussen de Fransen, Engelsen en Duitsers. De Nederlandse prins Willem III hoefde alleen maar zijn handtekening te zetten.”

De keuken van Kasteel Heeswijk. beeld Cees van der Wal

Maar het liep anders. „Willem III weigerde het traktaat te tekenen. Zou hij dat wel hebben gedaan, dan hadden we nu misschien wel Frans gesproken. De Republiek der Nederlanden bleef echter bestaan.  De Fransen werden verjaagd. Michiel de Ruyter wist op zee de Engelsen te verslaan. De Duitsers trokken zich terug. Lodewijk XIV verliet Kasteel Heeswijk, maar stak het wel in brand.”

Eeuwen later, in september 1944, was Kasteel Heeswijk, weer het decor van strijd. Toen landden er geallieerde parachutisten, die via operatie Market Garden Nederland wilden bevrijdden. De landing in het kasteel was niet de bedoeling. „Het vliegtuig had verkeerd gemikt, bedoeling was dat de parachutisten 10 kilometer verder aan de grond zouden komen.”

Kasteeldirecteur Luc Eekhout bij het schandblok. beeld Cees van der Wal

Eekhout daalt via een houten trap af naar de keldergewelven van het kasteel. Daar kreeg het (vermeende) gespuis een plek. Gevangenen konden met martelwerktuigen zoals de duimschroef en het halsblok zwaar worden toegetakeld. Nu dient bijvoorbeeld het schandblok als bron van vermaak. Je kunt je hoofd door een gat van de houten constructie steken. „Populair speelgoed voor kinderen én echtparen.”

De blauwe salon in Kasteel Heeswijk. Hier zat de barones vroeger te lezen of te borduren. beeld Cees van der Wal

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer