Ook druzen rouwen om hun gevallenen
Joden tegen moslims. Dat is het beeld dat veel gewone mensen hebben van de oorlog in Gaza. Maar zoals altijd is de werkelijkheid veel genuanceerder. Israël bestaat niet alleen uit Joden. Niet alleen beschikken zo’n 1,5 miljoen islamitische Arabieren over de Israëlische nationaliteit, datzelfde geldt ook voor diverse andere etnische groepen.
Daarmee is niet gezegd dat alles dus koek en ei is voor iedereen die een Israëlisch paspoort heeft. Vooral sinds 2018, toen Israël een wet doorvoerde waarin het land expliciet als ”Joodse staat” wordt bestempeld, klagen veel Arabische Israëliërs steen en been. Dat Israël de laatste jaren internationaal vaak wordt aangeduid als een apartheidsstaat, heeft voor een belangrijk deel met deze wet te maken.
Desondanks zijn er allerlei voorbeelden van niet-Joodse Israëliërs die hun burgerschap van Israël niet graag zouden opgeven. Vooral onder de weinig bekende minderheid van de druzen kom je dat tegen. De druzen wonen vooral in Syrië, Libanon en dus ook Israël, waar ze ongeveer 150.000 zielen tellen – bijna allemaal in het noorden van het land.
Druzen staan bekend om hun loyaliteit aan de staat waarin ze leven. Het is dan ook niet voor niets dat druzen in Israël een lange staat van dienst hebben. Ze vervullen functies in het openbaar bestuur en moeten, anders dan de Arabische Israëliërs, in het Israëlische leger dienen.
Het gevolg is dat ook zij hun verliezen tellen. Zeker tien druzen kwamen de afgelopen tijd om in Gaza, toen ze daar als militair hun plicht vervulden. Sommigen van hen hadden een hoge rang. Twee weken geleden organiseerden de druzen een officiële rouwplechtigheid voor hun gevallenen, waarbij ze bomen plantten in het Ahihudbos in het noorden van Israël.
Maar, en dat was opvallend, tijdens de plechtigheid klonken niet alleen uitingen van rouw. Nieuwsplatform The Media Line tekende op dat er óók protesten te horen waren. „We willen dat de overheid ons dezelfde rechten geeft als alle Joden in dit land”, zei de vader van een van de omgekomen druzen.
Zijn klacht is te begrijpen: de wet uit 2018 zorgt er onder meer voor dat Joden nieuwe nederzettingen kunnen bouwen, maar dat minderheden als de druzen officieel geen enkel huis kunnen bouwen – terwijl hun aantallen groeien. Datzelfde probleem geldt voor de honderdduizenden Arabieren in Israël, maar er is één groot verschil: de druzen worden wél geacht door hun dienst in het leger hun leven in de waagschaal te stellen voor Israël, terwijl ze níét delen in de Joodse burgerrechten.
Die ongelijkheid is voor de druzen in toenemende mate een struikelblok. Afgelopen maandag besloten ze –een zeldzaamheid– hiertegen te protesteren in Jeruzalem. Of dat effect heeft is de vraag. Maar dat zelfs de loyale druzen nu hun stem laten horen, zou voor de Israëlische beleidsmakers een veeg teken moeten zijn.