Er is veel beweging in godsdienstig Oost-Azië
Velen in Oost-Azië veranderen van religie: de meesten gaan over naar ”geen religie”. Toch hebben ze ook dan vaak nog wat met spiritualiteit, constateert Pew Research.
De Amerikaanse denktank publiceerde vorige maand een „opmerkelijk” onderzoeksrapport over de religie van 10.000 ondervraagden in Oost-Azië.
„De Oost-Aziatische landen kennen het grootste aantal mensen dat hun godsdienstige identiteit achter zich gelaten heeft”, zegt onderzoeksleider Jonathan Evans. „Dat is vergelijkbaar met sterk seculariserende landen als Nederland en België.” De onderzochte landen zijn Zuid-Korea, Taiwan, Vietnam, Hongkong en Japan. Het onderzoek is „een momentopname, geen vergelijking met bijvoorbeeld hoe de situatie 30 jaar geleden was.”
Het aantal Oost-Aziaten dat van huis uit christelijk was en dit momenteel nog steeds is, is afhankelijk van het onderzochte land, toe- of afgenomen. In Hongkong, Zuid-Korea en Japan namen respectievelijk 9, 8 en 1 procent christenen afscheid van het christelijk geloof. In Taiwan en Vietnam zorgen de religieuze veranderingen voor winst bij christenen: respectievelijk 2 en 1 procent. Het grootste percentage christenen dat sinds hun jonge jaren is overgegaan naar ”geen religie” bevindt zich in Zuid-Korea (17 procent) en Hongkong (15 procent).
De verandering is ook te zien bij andere religies. Het aantal mensen dat boeddhistisch is opgevoed, maar nu geen religie heeft, is het grootst in Hongkong (-13 procent), Zuid-Korea en Japan (beide -14 procent). Elf procent van de Taiwanese taoïsten veranderde naar ”geen religie”.
Opmerkelijk
Het is niet allemaal eenrichtingsverkeer naar ”geen religie” – er wordt in de Oost-Aziatische landen ook veel gewisseld van godsdienst. Evans: „Opmerkelijk is dat veel mensen bijvoorbeeld zeggen: Als kind was ik boeddhist, nu ben ik christen.”
Volgens het rapport blijven velen die geen religie (meer) hebben toch spiritueel. Minimaal de helft van de niet-godsdienstigen geeft aan dat zij eten of drinken offeren aan voorouders. In Vietnam is dat zelfs 92 procent van de niet-religieuzen. Het percentage niet-godsdienstigen dat in een god of onzichtbare wezens gelooft, varieert van 46 tot 75 procent. De gedachte dat bergen, rivieren of bomen hun eigen geest hebben, vindt wat minder ingang bij de niet-religieuzen (25 tot 53 procent).
„Een Japans gezegde luidt: mensen worden geboren als shinto, ze trouwen als christen en ze sterven als boeddhist” - Jonathan Evans, onderzoeksleider bij Pew Research Center
Lenen
De grenzen van de godsdienstpraktijk zijn niet scherp. „Een aantal Oost-Aziaten leent van andere religies”, constateert Evans. Van de christenen offert ruwweg een kwart tot een derde aan voorouders. Van de ongodsdienstigen in Vietnam gelooft 41 procent in een god. In Vietnam zegt 38 procent van de christenen niet te geloven in een god. In Taiwan voelt 58 procent niet-religieuzen zich verbonden met de confucianistische manier van leven. „Het gaat dan om een persoonlijke verbinding met de filosofische en godsdienstige traditie”, aldus Evans. Achttien procent van de mensen zonder religie in Zuid-Korea voelt een verbinding met het christendom. „Er is dus overlap bij de religies. Een Japans gezegde luidt: Mensen worden geboren als shinto, ze trouwen als christen en ze sterven als boeddhist.”