„Focus op brede welvaart draagt bij aan slagvaardigheid kabinet-Schoof”
Gaat het over welvaart, dan gaat dat vaak over keiharde euro’s. Maar ons geluk hangt niet alleen af van economische groeicijfers. Daarom adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) de overheid om haar blik te verbreden.
Stel, een onlinewinkel wil in Nederland een distributiecentrum openen. Moeten lokale bestuurders dat willen? Puur gelet op de economische voordelen, staan de seinen op groen: zo’n centrum is goed voor de bedrijvigheid in de regio en levert banen op.
Maar wat als het bedrijf vooral arbeidsmigranten wil aantrekken? Burgers uit de regio profiteren dan hooguit mondjesmaat van de toegenomen werkgelegenheid. Bovendien hebben de arbeidsmigranten huisvesting nodig, waardoor de druk op de toch al krappe woningmarkt verder toeneemt. Wie zijn economische bril afzet, zal betwijfelen of het gebied wel zo veel baat heeft bij de komst van het distributiecentrum.
Daarom zouden politici en beleidsmakers moeten focussen op de zogeheten brede welvaart, vindt de Rli. Welvaart is namelijk niet alleen een kwestie van economische voorspoed, maar hangt af van meerdere factoren, waaronder een passende woning, schone lucht en goed onderwijs. In het dinsdag verschenen adviesrapport ”Waardevol Regeren” raadt de Rli de overheid aan om „te gaan sturen op brede welvaart”.
Dat klinkt logisch, maar hoe moet de politiek dat doen? Volgens het adviescollege moeten daarvoor drie stappen worden doorlopen. In de eerste plaats moet in kaart worden gebracht hoe het momenteel is gesteld met de huidige brede welvaart. Daarna moeten de verschillende mogelijkheden om de situatie te verbeteren met alle voor- en nadelen op tafel komen, waarna ten slotte voor de beste optie wordt gekozen.
Lelylijn
Erik Verhoef, een van de opstellers van het advies, licht dit toe aan de hand van een voorbeeld. „De provincie Groningen scoort bijvoorbeeld relatief laag op het gebied van arbeidsparticipatie en het besteedbaar inkomen van burgers. Ook de tevredenheid met de woonomgeving en met het leven in het algemeen loopt achter ten opzichte van de rest van het land. Kortom, het gaat daar niet goed met de brede welvaart.”
Stap twee: de verschillende mogelijkheden op een rij zetten om de situatie te verbeteren. Zo kan de noordelijke regio aantrekkelijker worden door bijvoorbeeld te investeren in het hoger onderwijs of door het lokaal openbaar vervoer te verbeteren. „Op dit moment lijkt de keuze te vallen op de aanleg van de Lelylijn”, weet Verhoef. „Beleidsmakers en politici hopen dat het noorden door deze snelle verbinding met de Randstad aantrekkelijker wordt voor nieuwe bedrijven en huishoudens.”
„Een BBB-wethouder zal tot andere keuzes komen dan een D66-bestuurder” - Erik Verhoef, commissielid
Ten slotte zal de beste keuze moeten worden gemaakt door verschillende waarden en belangen tegen elkaar af te wegen. Verhoef: „Want als er een duur spoor komt, blijft er minder geld over om bijvoorbeeld bussen vaker te laten rijden. Welke belangen wegen het zwaarst? Hoe de spoorlijn eruit komt te zien, is het resultaat van dit soort afwegingen.”
Kabinet-Schoof
Daarmee snijdt Verhoef meteen een raak punt aan, want er zijn geen objectieve criteria op basis waarvan een besluit kan worden genomen. Het gaat hem er echter om dat ambtenaren en wetenschappers alle effecten van een beleidsmaatregel inzichtelijk maken. „Het is vervolgens aan de politiek om daarin een afweging te maken. Die is nooit waardenvrij. Zo zal een BBB-wethouder, alles in ogenschouw nemend, eerder kiezen voor het behoud van landbouwgrond, terwijl een D66-bestuurder er bijvoorbeeld voor zou kunnen kiezen om die te gaan gebruiken voor de bouw van nieuwe woningen.”
Volgens Pallas Agterberg, voorzitter van de commissie die het advies heeft opgesteld, doet het pas aangetreden kabinet-Schoof er verstandig aan als het daadwerkelijk gaat sturen op brede welvaart. Veel thema’s zijn immers complex, omdat er meerdere belangen spelen. „Als de overheid bijvoorbeeld windmolens wil plaatsen levert dat schone energie op, maar dit heeft wel zijn weerslag op het landschap en het zorgt mogelijk voor geluidsoverlast voor omwonenden. Pas als alle gevolgen van een beleidsmaatregel goed in kaart zijn gebracht, kan de politiek een weloverwogen beslissing nemen. Dat draagt bij aan een slagvaardig bestuur.”