Drie keer schoot de rebel op Catherine, maar er gebeurde niets
Collega Arco van Doleweerd en ik worden met een warme omhelzing begroet door Javier en Catherine. Ze genieten zichtbaar van een paar dagen vakantie.
Want zo ervaren ze het bezoek aan de toerustingsconferentie in Colombia, die door de partner van SDOK in dit land wordt georganiseerd. Met vakantie gaat het echtpaar nooit. Altijd staat het onder de druk van dreiging en geweld die het leven als christen met zich meebrengt in door rebellen gecontroleerd gebied. Nu even niet. Terwijl de kinderen in de tuin in het zwembad spelen, begint Catherine te vertellen.
„We zochten de muchacho’s, de rebellen, op. We deelden het Evangelie van Jezus met hun vrouwen en hun kinderen”, vertelt Javier. „Sommigen kwamen daardoor tot geloof. Dat zette kwaad bloed en er volgden gelijk dreigementen.”
„Ze kwamen langs en zeiden dat ze zeven kogels door mijn hoofd zouden schieten”, vertelt Catherine. „We vonden kadavers voor ons huis, met op een briefje: „Dit gaat er met jullie gebeuren.””
Genoeg reden om te verhuizen, zou je denken. „We bleven, natuurlijk. God had ons geroepen. We gaan nergens heen zonder dat Hij ons de weg wijst. We deelden Bijbels uit en zeiden tegen de rebellen: „God geeft jullie ook een ultimatum. Bekeer je tot Hem voordat het te laat is.””
De tegenstand komt tot een hoogtepunt als een FARC-strijder, midden op straat, een pistool tegen het hoofd van Catherine zet. „Ik kon alleen maar bidden en ik riep: „Er is kracht in het bloed van Christus.” De rebel antwoordde: „Wie heeft hier het wapen in handen? Ik heb de macht om je te doden.””
Catherine vertelt hoe ze de trekker hoort overgaan. Er klinkt een droge knal. Mensen beginnen te rennen en te gillen. Catherine voelt niets. „De rebel keek verbaasd naar zijn wapen. Hij vuurde nog twee keer. Er volgden droge knallen, maar geen kogels. Na de derde keer viel zijn wapen uit elkaar.” De man wordt opgepakt en veroordeeld.
„Dit was God. Hij bewaart ons. Hij heeft ons geroepen en ons zal niets gebeuren buiten Zijn wil om”, zegt Catherine, terwijl er tranen over haar wangen lopen. Ze staat vast in het geloof en tegelijk beeft ze van angst. Ze begint harder te huilen wanneer ze vertelt dat de betreffende man heel recent is vrijgelaten. Zomaar. „Ik voel mij als Hizkia met Sanherib: bedreigd, bang en in het nauw gebracht. Maar God heeft alle macht, ik neem tot Hem de toevlucht.”
We stellen voor om samen te bidden. Javier en Catherine vallen op hun knieën en beginnen luid te snikken en te bidden. We zoeken naar woorden en brengen de pijn met horten en stoten bij God, terwijl de betraande Javier een Spaans loflied zingt. ”Eres mi amado. Eres bello”, U bent mijn geliefde, U bent geweldig.
Richard Groenenboom werkt als woordvoerder en spreker bij SDOK. Deze week bezoekt hij een toerustingsconferentie voor vervolgde christenen in Colombia. Deel 2 van drie impressies.