PolitiekLandbouwminister

Adema: Ik denk niet dat er veel extra verruiming voor de boer komt

De agrarische sector is positief over het nieuwe coalitieakkoord. „Ik snap dat wel, de toonzetting is anders”, zegt scheidend landbouwminister Piet Adema. „Er wordt nu met warme woorden over de landbouw en de visserij gesproken.”

28 June 2024 17:04Gewijzigd op 28 June 2024 19:46
Scheidend landbouwminister Piet Adema: „Om een generieke korting te voorkomen, zal ook Wiersma maatregelen moeten nemen.” beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Scheidend landbouwminister Piet Adema: „Om een generieke korting te voorkomen, zal ook Wiersma maatregelen moeten nemen.” beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Dinsdag is het zover. Dan draagt Adema het stokje over aan BBB’er Femke Wiersma. Adema werd begin oktober 2022 minister, nadat de ChristenUnie een beroep op hem had gedaan na het vroegtijdige vertrek van Henk Staghouwer. Door de vroege val van het kabinet, inmiddels bijna een jaar geleden, werd hij al na negen maanden demissionair.

Was het desondanks de moeite waard?

„Toen ik kwam heb ik gezegd: ik wil dat de boeren weer een toekomst hebben, een duurzame toekomst. De onderhandelingen voor het landbouwakkoord waren daarvoor bedoeld. Dat akkoord kwam er niet, maar sinds 2022, het jaar van de protesten, hebben we geleerd om weer met elkaar om tafel te gaan. Boerenorganisaties zeggen het ook: Wij hebben weer aansluiting bij het ministerie.

Daarnaast zijn we verdergegaan met de bouwstenen uit het landbouwakkoord. We investeren 230 miljoen in de positie van jonge boeren. We hebben afspraken gemaakt over doelsturing. Supermarkten en ketenpartijen kijken nu veel meer naar het goed betalen van duurzame productie. Een betrokkene bij het landbouwakkoord zei laatst tegen mij: er is geen akkoord, maar we werken alsof het er wel is.

Voor de visserij zijn we met regelingen gekomen om een koude sanering na onder andere de Brexit te voorkomen. Ook heb ik ervoor gezorgd dat de positie van de visserij is veranderd. Dus het is zeker de moeite waard geweest.”

„Ik ben blij dat ik na de verkiezingen meer ruimte heb gekregen, een beetje los van de beknelling van D66” - Piet Adema, minister van Landbouw

Met wat voor gevoel neemt u straks afscheid?

„Ten eerste ben ik heel blij dat ik weer wat vaker bij Helma op de bank kan zitten. Verder ben ik blij dat ik na de Kamerverkiezingen meer ruimte heb gekregen, een beetje los van de beknelling van D66. In Rutte IV heb ik aan den lijve ondervonden wat het is in een kabinet te zitten waarin D66 domineert. Ik zat bijna in een technocratische omgeving, waar het bij wijze van spreken gaat om de laatste 0,2 megaton CO2-reductie. Daar heb ik niet zo veel mee. We moeten zorgen dat de beweging op gang komt, dat we van de kant komen met de verduurzaming.”

In diverse boeken over scheidend premier Mark Rutte valt te lezen dat hij kan ontploffen als hem iets niet zint. Bent u daar weleens het voorwerp van geworden?

„Ik heb het nooit meegemaakt, maar wat ik wel kan zeggen, is dat ik in de periode dat ik het echt moeilijk had in het kabinet heel veel steun van hem heb gehad. In een ministerraad, die vanwege de afwezigheid van Rutte werd voorgezeten door Rob Jetten, lag een keer een besluit voor vanuit mijn portefeuille. Een minuut nadat het werd afgetikt, had ik een appje van hem: Gefeliciteerd. Zo dicht zat hij erbovenop. Ik reageerde: Zit je ergens achter de gordijnen of zo? Ik heb veel aan Rutte te danken, en wij gaan hem missen. Reken maar dat zijn opvolger, Dick Schoof, in hele grote schoenen staat.

Ook de fractievoorzitters van de ChristenUnie uit de Eerste en Tweede Kamer en onze bewindspersonen hebben veel voor mij betekend. Op donderdagavond hadden we als partij een vast overlegmoment. Worstelde ik ergens mee, dan zagen mijn partijgenoten dat. Maar we baden daar ook voor anderen, bijvoorbeeld voor een collega in het kabinet die een probleem had, of voor een medewerker op een ministerie. Als ik zelf iets neerlegde werd er ook voor mij gebeden, en voor thuis. Dat is zó ongelooflijk waardevol.”

Demissionair landbouwminister Piet Adema in de Tweede Kamer. beeld ANP, Remko de Waal

Volgens uzelf was het uw belangrijkste taak om de agrarische sector perspectief te bieden. In hoeverre is dat gelukt?

„Met het landbouwakkoord hadden we echt een hele mooie, duurzame toekomst voor de landbouw kunnen bewerkstelligen. Met het kabinet had ik afgesproken dat als we op basis van de bouwstenen van het akkoord een plan zouden maken, de 13,5 miljard euro die aan het akkoord vastzat, overeind zou blijven. Dus als het kabinet niet was gevallen, hadden we nu een uitvoeringsprogramma besproken met dat bedrag eraan.

Verder gebeurt er heel veel, en dat kan ook niet anders. De zorgen zijn buitengewoon groot, dus we moeten ook wat. Neem de mestcrisis. Die moet worden aangepakt, anders dreigen we een generieke korting te krijgen, waarbij alle boeren gekort gaan worden op hun rechten. Dat is een doemscenario dat ik koste wat het kost wil voorkomen. Net als de agrarische partijen overigens. Daarom zeggen ze: De maatregelen die je voorstelt zijn pijnlijk, maar ze moeten wel worden genomen om juist dat te voorkomen.”

„Ik appte Mark Rutte: Zit je ergens achter de gordijnen of zo?”

Ziet u het gebeuren dat uw opvolger die pijnlijke maatregelen ook echt gaat nemen?

„Zij wordt in ieder geval geconfronteerd met het probleem. En in mijn visie moet je dan maatregelen nemen, zoals het afromen van dierrechten bij de verkoop van een bedrijf en het invoeren van grondgebondenheid. Je ontkomt er niet aan. Om een generieke korting te voorkomen, zal ook zij maatregelen moeten nemen.”

De sector is nu positief gestemd over een ander akkoord: het hoofdlijnenakkoord. Snapt u dat?

„In de basis wel. Het vorige akkoord had, ook een beetje aangestoken door D66, een hele technocratische benadering. Nu wordt er met warme woorden over de landbouw en de visserij gesproken. De toonzetting is dus anders, en in dit vak doen woorden er ongelooflijk toe.

Heel veel dingen die wij al in gang hadden gezet, zie ik overigens terug in het akkoord: doelsturing, wat betekent dat je meer overlaat aan het vakmanschap van de boer om doelen te bereiken; inzetten op innovatie;  agrarisch natuurbeheer. Dus er staan ook een aantal dingen in waarvan ik denk: heel goed. Ik heb er twee vragen bij. De eerste: van de 25 miljard van het transitiefonds, zou 17 miljard op het boerenerf landen. Daarvan is nu nog 5 miljard over. Dat is wat ik constateer. Daarnaast is het natuurlijk de vraag of datgene wat de nieuwe coalitie in Brussel wil bereiken ook haalbaar is.”

„Als je de slogans van de ChristenUnie en van de SGP bij de Europese verkiezingen een beetje bij elkaar brengt, kom je bij mijn koers terecht”

De nieuwe coalitie wil in Brussel meer ruimte krijgen en zet bijvoorbeeld in op een nieuwe mestderogatie. Hoe beoordeelt u dat?

„Ik zou het heel goed vinden als extensieve boeren zoals in Friesland meer mestplaatsingsruimte zouden krijgen, een nieuwe derogatie dus. Daar ben ik ook voor in Europa geweest, maar tevergeefs. De deur wordt dichtgeslagen. Alle varianten die je voorstelt worden afgewezen.

Omdat ik veel in Europa heb geïnvesteerd, zijn de verhoudingen in Brussel goed. Maar het wordt ons gewoon niet gegund, onder andere niet omdat we nog steeds niet voldoen aan de Europese normen voor ecologische duurzaamheid. Daarom zegt Eurocommissaris Sinkevicius: Jongens, het houdt een keer op.

Daarnaast verwachten boeren in Nederland meer ruimte te krijgen, vanwege de verrechtsing in Europa. Tot op zekere hoogte zal dat zo zijn, als het gaat om de algemene regeldruk uit Europa. Die zal minder worden. Maar in alle landen waar je verrechtsing ziet, hoor je: nu is het tijd voor onze eigen boeren. Een verrechtsing betekent meer opkomen voor de eigen boeren, en niet voor de Nederlandse boeren.

Ik hoop dat het Wiersma lukt een aantal verruimingen te krijgen, maar alle signalen die ik op dit moment uit Europa krijg, zijn niet hoopgevend. Mijn inschatting is dat er niet zo veel extra ruimte komt.”

Als het kabinet erin slaagt een Eurocommissaris met BBB-signatuur op landbouw te krijgen, kan dat dan hét verschil maken?

„Ik denk dat je meer bereikt met de post van Virginijus Sinkevicius, die gaat over de natuur. Alhoewel ik er helder over wil zijn dat ik vind dat er dingen moeten veranderen. De landbouw moet verduurzamen. Het zal anders moeten.”

Bent u beschikbaar?

„Voor Eurocommissaris? Nee. Daar ben ik niet geschikt voor.

Ik vond het leuk om in Brussel te zijn. Niet omdat ik vind dat Brussel verder moet uitdijen. Wel vind ik dat Europa ons veel heeft gebracht. Ik ga voor een vrij Europa. In de zin van geen oorlog, maar ook vrijheid om te ondernemen op het boerenerf en vrijheid in ethische kwesties.”

Dat doet denken aan de CU-slogan ”Jouw vrijheid, onze missie” bij de Europese verkiezingen. Én aan de SGP-slogan: ”Stem christelijk, rem Europa”.

„Als je die een beetje bij elkaar brengt, kom je bij mijn koers terecht.”

Horen we hier een voorstander van een nieuwe combilijst?

„Nee, dat hoor je niet op voorhand. Dat is iets waar het bestuur over moet nadenken. Het is een verlies voor Europa dat de ChristenUnie haar zetel kwijt is. In de partij moet goed worden geëvalueerd: wat is de positie van Europa? Hoe is het nu gegaan met de verkiezingen? Het is aan de partij zelf om keuzes te maken voor de toekomst. Ik denk wel dat het goed is hier op fundamenteel niveau met elkaar over te praten binnen de partij. Wat mij betreft horen daarbij alle opties op tafel te liggen.”

„Tijdens onze partijoverleggen baden we ook voor anderen, bijvoorbeeld voor een collega in het kabinet die een probleem had, of voor een medewerker op een ministerie”

De ChristenUnie heeft betere tijden gekend dan nu. Hoe komt de partij weer in de lift?

„Elke tijd vraagt erom dat je je principes en je boodschap zo goed mogelijk vertaalt naar de praktijk. In 2006 lukte het ons om ons te profileren met het André Rouvoetverhaal, daarmee haalden we zes zetels. Nu is het zaak een nieuw verhaal te gaan ontwikkelen, waarbij ik de lijn die Mirjam Bikker heeft ingezet heel verstandig vind. Zij zegt: We moeten weer meer naar het midden, met een helder christelijk geluid, waarbij we afstand nemen van de PVV, maar ook van de progressieve wokecultuur.

Maar goed, je bent ook afhankelijk van de tijd. We moeten de tijdgeest dus goed aanvoelen. Want de tijdgeest is dat we als ChristenUnie ook stemmen zijn verloren op rechts. Wat betekent dat? Daarover moeten we goed nadenken, zonder bij onze idealen en onze principes weg te gaan.”

Stilte

„Heb je een moment stilte?” Luttele ogenblikken nadat Adema aangeeft alvast te moeten lunchen, tegen het einde van het interview, krijgt de bewindsman een maaltijd voorgezet. „Kwart voor één moet ik beslist lopen en mijn stropdas omgedaan hebben”, zegt hij.

Even later zit hij in het kabinetsvak in de Tweede Kamer, naast minister Pia Dijkstra (D66). Het is Adema’s laatste debat, over ziektes die kunnen overspringen van dieren op mensen.

„We hebben als ChristenUniesmaldeel afgesproken dat we de tijd uitzingen”, zegt Adema in het vraaggesprek op zijn departement. „Wij dragen de verantwoordelijkheid, en gezien de problemen zou ik ook niet anders willen. We maken de termijn keurig af. Nou, die eindigt volgende week.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer