OpinieOpinie
Is het Nieuwe Testament antisemitisch?

De beschuldiging dat de Joden collectief verantwoordelijk zijn voor de dood van Jezus wordt geheel onterecht gebaseerd op bepaalde teksten in het Nieuwe Testament. Laten wij, die na de Shoah leven, die teksten opnieuw bestuderen.

Geert de Korte
„Er zijn onderzoekers die zowel het Nieuwe Testament als de Vroege Kerk zien als antisemitisch, dus gericht tegen de Joden, omdat ze zouden aanzetten tot Jodenhaat.” beeld iStock
„Er zijn onderzoekers die zowel het Nieuwe Testament als de Vroege Kerk zien als antisemitisch, dus gericht tegen de Joden, omdat ze zouden aanzetten tot Jodenhaat.” beeld iStock

In zijn opiniebijdrage over het gebruik van het begrip antisemitisme schrijft prof. dr. J. van Oort dat deze term „in veel opzichten ook voor christenen gevaarlijk” zou zijn ( RD 7-6 ). Hij houdt zijn hart vast „bij de invulling door het nieuwe kabinet van verplicht onderwijs in de Holocaust”. Op twee aspecten uit zijn artikel wil ik ingaan: het ”gevaar” van het begrip antisemitisme voor christenen en de eeuwenoude gedachte dat de Joden Jezus gekruisigd zouden hebben.

Van Oort schrijft dat het begrip antisemitisme in veel opzichten gevaarlijk is voor christenen, maar geeft nauwelijks aan waarom. Gaat de Nederlandse regering binnenkort het lezen van het Nieuwe Testament verbieden vanwege vermeend antisemitisme daarin? Zorgt het verplichte onderwijs in de Holocaust ervoor dat christelijke scholen straks bewaakt moeten worden omdat ze antisemitische teksten lezen? Zijn christelijke studenten straks bang om naar college te gaan? Het gevaar waarvoor wordt gewaarschuwd, is denkbeeldig. Ondertussen staat in het artikel geen woord over wat er nu wél gebeurt in de straten en op de universiteiten.

Antisemitisme en anti-judaïsme

In de bijdrage wordt melding gemaakt van het werk van Bieringer en anderen over de evangelist Johannes. De auteur plaatst dit in de context van de discussie over antisemitisme, maar in de titel van Bieringers boek staat het woord ”Anti-Judaism”. Dat is iets anders. Er zijn inderdaad onderzoekers die zowel het Nieuwe Testament als de Vroege Kerk zien als antisemitisch, dus gericht tegen de Joden, omdat ze zouden aanzetten tot Jodenhaat. Andere onderzoekers spreken liever van anti-judaïsme, waarbij ze zich kritisch verhouden tot Joden en het jodendom.

David Nirenberg beschrijft (in ”Anti-Judaism. The History of a Way of Thinking”) dit complexe anti-judaïsme niet alleen als een kritische houding ten opzichte van Joden en het jodendom, maar ook als een manier om zich kritisch te verhouden tot de wereld. Eenvoudig gezegd: je gebruikt de Joden om jezelf en de wereld om je heen te begrijpen. Binnen dit onderzoek wordt ook (maar niet alleen) kritisch gekeken naar de teksten van het Nieuwe Testament en de Vroege Kerk. Gezien de lange geschiedenis van joods-christelijke relaties is dit onderzoek niet gevaarlijk voor christenen, maar nuttig en zelfs nodig (ook voor christelijke onderzoekers).

Klassiek antisemitisme

Prof. Van Oort verwijst naar de werkdefinitie die de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) hanteert om te bepalen wat wel en wat geen antisemitisme is. Deze definitie is niet juridisch bindend, maar geeft denkrichtingen aan. Het negende van de in totaal elf voorbeelden die de IHRA biedt, spreekt over het gebruik van symbolen en beeldtaal die horen bij het klassieke antisemitisme om Israël te typeren. Onder klassiek antisemitisme wordt de bewering gerekend dat de Joden Jezus vermoord hebben. Die is dus inderdaad onderdeel van de definitie van de IHRA, maar wordt alleen antisemitisch genoemd als ze gebruikt wordt tegen Israël of Israëli’s. Deze relevante context staat helaas niet in Van Oorts artikel.

Niet collectief schuldig

De beschuldiging dat de Joden collectief verantwoordelijk zijn voor de dood van Jezus wordt gebaseerd op het Nieuwe Testament, maar dit wordt in het Nieuwe Testament nérgens gezegd! Het is juist een grote theologische dwaling die veel schade heeft aangericht. Het belangrijke punt is dat, als deze beschuldiging geuit lijkt te worden, deze altijd een specifiek adres heeft. In Handelingen is ze geadresseerd aan Joodse mannen (2:23) en allen die in Jeruzalem wonen (2:14), maar het zijn juist 3000 van déze mensen die vergeving van zonden krijgen. In Handelingen 5:30 is de beschuldiging geadresseerd aan de Raad (5:27), die direct betrokken was bij Jezus’ veroordeling. In Handelingen 13:28 gaat het over de inwoners van Jeruzalem en hun leiders (13:27) die betrokken waren bij Jezus’ dood. Nog één voorbeeld: 1 Thessalonicenzen 2:14-15 spreekt van de gemeenten in Judea die vervolgd worden door hun medeburgers die zowel Jezus als hun eigen profeten gedood hebben.

Deze teksten noemen inderdaad de betrokkenheid van Joden in Jeruzalem (met name de leiders), maar zeggen niet dat de Joden collectief schuldig zijn aan de kruisiging van Jezus. Net zomin als de Romeinen collectief verantwoordelijk zijn voor wat Pilatus en de aanwezige Romeinse soldaten deden.

Onze verantwoordelijkheid

De Bijbelse teksten waarnaar verwezen wordt, zijn onderdeel geworden van een geschiedenis waarin ze wél gebruikt zijn om de Joden collectief verantwoordelijk te houden voor de dood van Jezus. De dichter Revius ging er inderdaad van uit dat de Joden Jezus kruisigden; hij staat daarmee in deze anti-Joodse traditie. Overigens wordt vaak vergeten dat Revius ook de soldaten noemt.

Op ons, levend na de Shoah, rust de grote verantwoordelijkheid om genoemde Bijbelteksten opnieuw te bestuderen, uit te leggen en toe te passen. Zelf maak ik daarbij ook dankbaar gebruik van inzichten van nu uit de Joodse traditie (zoals van rabbi Jonathan Sacks). Net zoals de Vroege Kerk dat ook met grote regelmaat deed.

De auteur woont en werkt in Israël namens het Centrum voor Israël Studies en doet onderzoek naar de houding van Ambrosius van Milaan ten opzichte van de Joden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Antisemitisme

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer